Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-139

van Alexander De Croo (Open Vld) d.d. 20 september 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Belgische banken - Basel III-normen - Kapitaalbehoefte

financiële instelling
financieringsbeleid
bankcontrole
deelneming
liquiditeitscontrole
bankrecht

Chronologie

20/9/2010Verzending vraag
3/11/2010Antwoord

Vraag nr. 5-139 d.d. 20 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens het gerenommeerde Bundesverband deutscher Banken zouden de tien grootste Duitse kredietverstrekkers, waaronder Deutsche Bank en Commerzbank, samen zowat 105 miljard euro vers kapitaal moeten ophalen om te voldoen aan de nieuwe normen waaraan het Baselcomité werkt (de zogenaamde Basel III-normen).

Daarmee zouden ze een Tier 1-kapitaalratio van 10 procent moeten kunnen halen. De vergadering van het Baselcomité zal binnenkort de definitieve voorstellen bekend maken.

Volgens de Duitse banken zullen de nieuwe regels de economische heropleving hinderen omdat er minder kan worden geleend. De nieuwe regels moeten worden geïmplementeerd binnen tien tot twaalf jaar. Het comité zelf ontkent dat de regelgeving een substantiële invloed zou hebben op de economische groei.

De Belgische federatie van de financiële sector, Febelfin, heeft tot op heden nog geen concrete cijfers bekendgemaakt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoe reageert de minister op de vooropgestelde kapitaalbehoefte om de Basel III-normen te halen, wat de Duitse banken betreft? In welke mate verschilt de situatie bij onze banken met de Duitse banken?

2) Kan hij gedetailleerd en in globo aangeven hoe groot de bijkomende kapitaalsbehoefte van de Belgische (groot)banken zal zijn ten gevolge van de Basel III-normen? Zo ja, kan hij deze cijfers duiden? Zo neen, kan hij uitvoerig toelichten waarom hij, in tegenstelling tot Duitsland, nog geen cijfers naar voren kan schuiven ? Kan hij aangeven tegen wanneer hij over deze cijfers zal beschikken?

3) Kan hij gedetailleerd en per bank aangeven hoe groot de bijkomende kapitaalsbehoefte van de Belgische banken zal zijn ten gevolge van de Basel III-normen? Zo ja, kan hij deze cijfers duiden? Zo neen, kan hij uitvoerig toelichten waarom niet?

4) Deelt hij de bezorgdheid van het Bundesverband deutscher Banken dat de toegenomen kapitaalsbehoefte van de Belgische banken ten gevolge van de nieuwe Basel III-normen de economische heropleving kan hinderen gezien de banken minder geld in de economie kunnen steken? Zo neen, kan hij dit uitvoerig toelichten? Zo ja, welke maatregelen acht hij aangewezen?

5) Gezien de federale overheid participaties aanhoudt in diverse Belgische banken ten gevolge van de financiële crisis, had ik ook graag van de minister vernomen tegen welke voorwaarden de federale overheid zou deelnemen aan toekomstige kapitaalsverhogingen?

6) Heeft hij hieromtrent regelmatig overleg gehad met de banken en/of met Febelfin en kan hij dit enigszins toelichten?

7) Hebben Belgische banken hem reeds gecontacteerd betreffende het al of niet deelnemen aan toekomstige kapitaalsverhogingen?

Antwoord ontvangen op 3 november 2010 :

De zogenaamde Basel 3-normen, die betrekking hebben op het kapitaal, maar ook op de liquiditeit, werden door het Bazelcomité voorgesteld als antwoord op de financiële crisis en op het verzoek van de G 20 om de prudentiële vereisten te versterken om zo een grotere financiële stabiliteit te kunnen garanderen. Wij moeten die voorstellen dan ook ondersteunen en mogen ze zeker niet negeren.

Bij de keuze voor die normen werd rekening gehouden met de resultaten van diverse studies die door het Bazelcomité werden uitgevoerd over de potentiële impact van die normen op de wereldeconomie. De voornaamste conclusie van die studies was, dat indien de normen geleidelijk aan zouden worden toegepast, de impact op de toekenning en de kostprijs van het krediet beperkt zou zijn. Daarom werd een tamelijk lange overgangsperiode voorgesteld, namelijk een periode van 9 jaar, wat de banksector ertoe in staat zou moeten stellen zich geleidelijk aan aan te passen zonder onmiddellijk kapitaal te moeten ophalen op de markt.

Er mag niet uit het oog verloren worden dat de beste garantie voor de banken om de economie duurzaam te kunnen ondersteunen en leningen te kunnen toekennen aan ondernemingen en particulieren, een gezonde en stabiele financiële sector is, wat het voornaamste doel is van de Bazel 3-normen.

Op Europees niveau moet de Europese Commissie ook een analyse afronden over de impact van die normen, vooraleer ze kunnen worden ingevoerd in de Europese richtlijnen. Wij zullen de resultaten van die analyse aandachtig bestuderen en er rekening mee houden om te beslissen of we op Europees niveau de regels die door het Bazelcomité worden voorgesteld, strikt zullen toepassen, ook wat betreft de overgangsperiode, of indien het nodig is ervan af te wijken om de heropleving van de economie en de toekenning van krediet niet te hinderen.

Wat de Belgische banken betreft, hebben de CBFA en de NBB, in coördinatie met het Bazelcomité en het Comité van Europese Banktoezichthouders, een onderzoek verricht naar hun situatie ten opzichte van de voorgestelde normen, in het kader van de kalibratie van de zogenaamde Bazel 3-normen. De resultaten van dit onderzoek zouden binnenkort openbaar moeten worden gemaakt door CESB op Europees niveau, wat inzicht zal geven in de situatie van de Belgische en Europese banksector. Het is duidelijk dat de nieuwe Bazel 3-normen zowel in België als in de rest van Europa of de wereld, bindender zijn en dat een bepaald aantal banken, met inbegrip van de Belgische banken, het bedrag van hun kapitaal zullen moeten optrekken tijdens de overgangsperiode, wat ons noodzakelijk lijkt om het uiteindelijke doel te kunnen bereiken, die erin bestaat de soliditeit van banksector te verbeteren.

Wat betreft de vraag hoe de betrokken Belgische banken hierin zullen slagen, kan gesteld worden dat zij over verschillende mogelijkheden beschikken, waaronder meer winst reserveren of overgaan tot een kapitaalsverhoging. De overgangsperiode laat hen een tamelijk grote bewegingsruimte om te beslissen welke oplossing voor hen het beste is. De keuze zal afhangen van de strategie die de betrokken banken zullen aannemen voor hun ontwikkelingsplan in de komende jaren.