Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1371

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 15 februari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Dierenwelzijn - Dierenasielen - Wantoestanden - Controle en maatregelen

welzijn van dieren
dierenbescherming

Chronologie

15/2/2011Verzending vraag
25/5/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1371 d.d. 15 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De voorbije jaren is de publieke opinie veel gevoeliger geworden voor dierenwelzijn. Rondzwervende, verlaten of verwaarloosde dieren, die vroeger gewoon afgemaakt werden , krijgen nu een tweede kans in een dierenasiel. Als er toch dieren gedood moeten worden omdat ze ongeneeslijk ziek zijn, of omdat er geen nieuwe thuis voor hen wordt gevonden, dan kan dat met moderne methoden snel en pijnloos gebeuren. Vele dierenasielen en organisaties voor dierenwelzijn krijgen financiële steun van goedmenende mensen. Dat kan in de vorm van giften, van legaten, of van financiële adoptie van een dier. Dat is allemaal positief en het verdient aanmoediging. Zoals overal echter kunnen er zich ook in de sector van het dierenwelzijn misbruiken voordoen. Dat kan gaan om financiële misbruiken, verwaarlozing van dieren of opzettelijke wreedheden. In zulke gevallen moet de overheid optreden.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Is de geachte minister van oordeel dat het huidige systeem van controles op de werking van dierenasielen voldoet? Worden er alleen controles uitgevoerd na een klacht, of gebeuren ze op regelmatige basis? Zo ja, met welk tijdsinterval worden dierenasielen dan gemiddeld gecontroleerd? Zijn die inspecties aangekondigd of gebeuren ze onverwacht? Betreft het louter administratieve controles, of worden ook de leefomstandigheden van de dieren gecontroleerd?

2) Hoe wordt in het bijzonder gecontroleerd of de richtlijnen inzake het doden van overtollige dieren wordt nageleefd? Worden daarbij onverwachte inspecties uitgevoerd, of blijft dit beperkt tot administratieve controles post factum?

3) Hoeveel overtollige dieren worden jaarlijks in dierenasielen gedood? Hoe wordt gecontroleerd of dit inderdaad snel en pijnloos gebeurt? Hoeveel misbruiken werden daarbij vastgesteld?

4) Welke instanties zijn bevoegd voor de inspectie van dierenasielen? Als er onregelmatigheden of inbreuken worden vastgesteld, welke instanties zijn dan bevoegd voor eventuele sancties?

5) Hoeveel dierenasielen werden de voorbije tien jaar gesloten wegens misbruiken? Hoeveel kregen er een of andere sanctie?

6) Zijn er juridische problemen in verband met de toekenning van legaten aan de dierenasielen of verenigingen voor dierenwelzijn zoals GAIA? Leidt dit soms tot betwistingen of juridische procedures? Zo ja, in hoeveel procent van de gevallen? Is er volgens de minister behoefte aan een wetswijziging terzake?

7) Sommige dierenasielen en organisaties voor dierenwelzijn hebben een regeling waarbij dieren financieel geadopteerd kunnen worden. De adoptant betaalt in dat geval een bijdrage die gebruikt wordt voor de verzorging van het geadopteerde dier. Bestaat daarvoor een juridisch kader? Hoe wordt gecontroleerd of hetzelfde dier niet door meerdere mensen financieel wordt geadopteerd? Wordt dit door de overheid gecontroleerd? Zo ja, werden daarbij de voorbije jaren misbruiken vastgesteld? Zo ja, hoeveel?

8) Is zij op de hoogte van de problemen die zich hebben voorgedaan in het dierenasiel Folyfootin in Waregem en in het dierenasiel Koninklijke Maatschappij voor dierenbescherming in de Bredastraat in Kontich? Zijn er in die dossiers juridische stappen ondernomen? Zo ja, heeft dat geleid tot veroordelingen? Is de situatie nu rechtgetrokken? Hebben die problemen geleid tot de herziening van de controlemechanismen of de regelgeving terzake?

Antwoord ontvangen op 25 mei 2011 :

1) De controle van asielen behoort tot de prioriteiten van de Dienst Inspectie Consumptieproducten, Dierenwelzijn en CITES van de Federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en CITES.

Voor de asielen worden alleen maar enkele opvolgingscontroles gepland omdat de dienst ervan uitgaat dat er voldoende sociale controles zijn : de meeste asielen werken met vrijwilligers (wegens gebrek aan financiële middelen) voor de verzorging van de dieren; en anderzijds komen er ook geregeld bezoekers en kandidaat adoptanten over de vloer die het welzijn van de dieren in het oog houden.

Alle controles die de inspectiedienst uitvoert gebeuren onaangekondigd, op enkele uitzonderingen na wanneer men na een paar pogingen nooit iemand aantreft.

Bij elke controle worden op zijn minst de leefomstandigheden van de dieren nagegaan. Meestal worden ook de identificatie en registratie volledig of steekproefsgewijs gecontroleerd, evenals de administratie van het asiel.

2) Onverwachte inspecties voor controle op euthanasie zijn niet mogelijk: als men bewust wil frauderen zal men het dier niet inschrijven in het register en zal dit achter gesloten deuren gebeuren.

Het aantreffen van een dood dier in het krengenhuis betekent niet noodzakelijk dat het geëuthanaseerd is. Dit kan dus enkel administratief worden gecontroleerd.

3) Elk jaar worden er ongeveer 20 000 dieren in de asielen geëuthanaseerd. In vijf jaar (van 2005 tot 2009) is het aantal opgevangen dieren met 8 % gedaald en het aantal dieren waarop euthanasie is gepleegd is met 23 % gedaald.

De beheerder van een asiel is verplicht om een contract met een erkende dierenarts op te stellen die verantwoordelijk is voor de regelmatige controle van het welzijn, de gezondheidstoestand, de verzorging en de huisvesting van de dieren. Het doden van overtollige dieren gebeurt in overleg met de contractdierenarts die zelf de vereiste euthanasaties uitvoert en deze vermeldt in het register van het asiel.

4) Theoretisch gezien zijn de volgende overheden bevoegd voor de controle op de asielen :

– de leden van de lokale of federale politie;

– de contractuele en statutaire dierenartsen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en

– leefmilieu en andere personeelsleden van deze Federale Overheidsdienst die worden aangewezen door de minister bevoegd voor het dierenwelzijn.

Over het algemeen gebeuren de controles van de erkende instellingen enkel door de inspecteurs van mijn diensten.

5) De Inspectiedienst Dierenwelzijn is in 2004 opgericht. We beschikken daarom slechts sinds 2004 over statistieken; de cijfers zien er als volgt uit :

Wat de weigering of de intrekking van erkenningen betreft :

– in 2004, 2005 en 2006: geen weigering of intrekking van asielen;

– in 2007: de erkenning van twee asielen werd ingetrokken;

– in 2008: de erkenning van één asiel werd ingetrokken;

– in 2009: de erkenning van twee asielen werd ingetrokken;

– in 2010: de erkenning van drie asielen werd ingetrokken; één asiel heeft zijn activiteiten stopgezet wegens een proces-verbaal dat door mijn diensten is opgesteld.

Wat de andere sancties ten gevolge van een vaststelling van een inbreuk op de wet inzake het Dierenwelzijn betreft, werden de volgende maatregelen sedert 2004 genomen :


Waarschuwing

PV

2004

2

0

2005

5

1

2006

6

6

2007

5

6

2008

4

5

2009

3

2

2010

5

6

Totaal

30

26

6) De problematiek van legaten behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie. Ik heb geen weet van problemen of procedures terzake.

7) Dierenasielen zijn dikwijls inventief om fondsen te verwerven om hun asielactviteiten te ondersteunen. Zo is de financiële adoptie van dieren een middel om inkomsten te genereren. Hierbij moeten asielen zonder meer voldoen aan de regels die terzake opgelegd worden aan VZW’s of andere rechtsvormen die van toepassing zouden zijn. Ook deze materie behoort niet tot mijn bevoegdheid. Ik kan dan ook niet zeggen of er controleresultaten zijn en of deze problemen aan het licht gebracht hebben.

8) Over het asiel Folyfoot doen sinds enkele jaren allerlei geruchten de ronde maar tot op heden hebben mijn diensten bij meerdere inspecties nooit concrete vaststellingen kunnen doen noch aanwijzingen gevonden. Enkele kleinere inbreuken zijn geverbaliseerd.

Wat betreft de VZW KMDA (Koninklijke maatschappij voor dierenbescherming Antwerpen), voorheen gevestigd met asiel in de Bredastraat in Antwerpen: het asiel is sedert 2007 verhuisd naar de Vosseschijnstraat in Antwerpen. Deze VZW baat ook een tweede asiel uit in Kontich. Over dit laatste asiel zijn begin 2008 een groot aantal klachten van verwaarlozing ontvangen. Grondig onderzoek door mijn diensten heeft uitgewezen dat er iets fundamenteel fout zat in de werking van het asiel zodat ik in 2008 de erkenning van dit asiel heb ingetrokken. In dit dossier is een administratieve boete betaald waardoor de publieke vordering komt te vervallen.

Ondertussen heeft deze vereniging in 2008 een nieuwe erkenning gekregen, mits naleving van de door mijn diensten opgelegde voorwaarden met betrekking tot de algemene werking van het asiel. Sindsdien hebben wij geen ernstige klachten meer over dit asiel ontvangen. De klachten in voornoemde zaken waren in hoofdzaak gebaseerd op getuigenissen over het gedrag van verantwoordelijken van de verschillende asielen en hadden niets te maken met structurele tekortkomingen in deze inrichtingen. Het is dan ook niet nodig om veranderingen in de wetgeving aan te brengen.