Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1341

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 15 februari 2011

aan de minister van Justitie

Extreemrechtse manifestaties - Organisatoren - Vervolging

extreem rechts
nationaal-socialisme
racisme

Chronologie

15/2/2011Verzending vraag
18/7/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1341 d.d. 15 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De rechtbank van Veurne behandelde de zaak van drie extreemrechtse skinheads voor hun betrokkenheid bij het organiseren van neonaziconcerten. De klacht hieromtrent betreft het aanzetten tot racisme.

Het behoort niet tot de wetgevende macht om in dit specifieke geval te interfereren, maar wel om een bredere wettelijke context te verkennen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel dossiers met als klacht " aanzetten tot racisme " werden er per jaar in de periode van 2001 tot 2010 door Belgische rechtbanken behandeld? Tot welke veroordelingen leidden deze klachten? Hoe evalueert en duidt de geachte minister deze aantallen en de kwaliteit van de uitspraken?

2) Beoordeelt hij het instrumentarium van het openbaar ministerie als voldoende scherp, efficiënt en adequaat om toenemende tendensen van racisme, xenofobie en soortgelijke te bestrijden? Vindt hij dat onze Justitie op dit vlak voldoende prioriteiten legt? Zo ja, met welke argumenten kan hij dit staven? Zo niet, wat ondernam of plant hij om op dit vlak meer slagkrachtig op te treden?

3) Agendeerde hij dit onderwerp al op zijn besprekingen met de procureurs-generaal?

Antwoord ontvangen op 18 juli 2011 :

1) Wat statistieken betreft, gaat de vraag over het aantal dossiers ingeleid bij de parketten wegens aanzetten tot racisme tussen 2001 en 2010. Er wordt ook gevraagd tot welke veroordelingen deze feiten leiden.

Het computersysteem van de correctionele parketten REA/TPI bevat geen specifieke tenlasteleggingscode betreffende zaken met betrekking tot het aanzetten tot racisme.. De zaken die dit soort inbreuken bevatten kunnen dan ook niet opgespoord worden in de gegevensbanken.

2), 3) Het College van procureurs-generaal heeft aan de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid gevraagd om een of meer nieuwe omzendbrieven op te stellen inzake discriminatie, die de bestaande omzendbrieven moeten vervangen om zo beter in te spelen op de verschillende probleemgebieden.

Deze stap gebeurt in samenwerking met het College van procureurs-generaal, de Dienst voor het Strafrechtelijke Beleid en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen.

Een van de eerste doelstellingen van deze samenwerking is het afbakenen van de redenen van de kennelijke vertekening tussen de in de parlementaire vraag aangehaalde toename van racisme en xenofobie en de algemene statistieken die aan dit antwoord zijn toegevoegd.

1. Draagwijdte van de vraag naar informatie gesteld door het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding

Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding wenst kwantitatieve gegevens te bekomen over het aantal zaken ingeleid bij de correctionele parketten van België in de loop van 2010 inzake racisme, xenofobie en homofobie, alsook over het gevolg dat aan deze zaken werd gegeven. De vrager wil ook informatie krijgen over de leeftijd van de daders en van de slachtoffers van de feiten.

2. Voorafgaande opmerkingen - afbakening van het gevoerde onderzoek

De statistische analisten kunnen deze vraag beantwoorden op grond van de informatie uit de gegevensbank van het College van procureurs-generaal. Niettemin heeft de hieronder uiteengezette informatie enkel betrekking op de meerderjarige beklaagden. Hiervoor verwijzen wij de lezer naar algemene opmerking nummer 3.

De statistisch analisten van het College van procureurs-generaal hebben informatie kunnen distilleren inzake het aantal zaken van racisme, xenofobie en homofobie ingeleid bij de correctionele parketten sinds 1 januari 2010. De gegevensbank van het College van procureurs-generaal werkt immers met specifieke tenlasteleggingscodes aan de hand waarvan zaken van deze aard kunnen worden geselecteerd.

De statistisch analisten van het College van procureurs-generaal zijn er ook in geslaagd informatie te extraheren over de voortgangsstaat van deze zaken tot 10 januari 2011.

Alvorens de geëxtraheerde kwantitatieve gegevens van de statistisch analisten van het College van procureurs-generaal te onderzoeken, is het nuttig de volgende opmerkingen te formuleren om het onderzoeksveld af te bakenen:

  1. De cijfers in onderstaande tabellen zijn geëxtraheerd uit de gegevensbank van het College van procureurs-generaal, waarin de registraties van de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg worden ingevoerd (REA/TPI-systeem). Onderstaande gegevens komen overeen met de staat van de gegevensbank op 10 januari 2011.

  1. Van de 28 parketten van “eerste aanleg” in ons land (27 parketten van eerste aanleg + het federaal parket) zijn er 27 die de correctionele zaken invoeren in het REA/TPI-computersysteem. Enkel het parket te Eupen registreert zijn dossiers niet in het computersysteem omdat er geen Duitstalige versie bestaat.

  1. De gegevens die verwerkt zijn om op deze vraag te kunnen antwoorden, hebben enkel betrekking op misdrijven gepleegd door meerderjarige personen. De procedures aangespannen tegen minderjarigen worden behandeld door de jeugdsecties van de parketten, waarvoor de statistisch analisten nog niet over bruikbare gegevens beschikken.

  1. Het computersysteem biedt de mogelijkheid een voornaamste tenlastelegging en secundaire tenlasteleggingen te registreren. De in de tabellen opgenomen zaken betreffen de misdrijven vastgesteld op grond van de volgende voornaamste of secundaire tenlasteleggingscodes:

Het computersysteem REA/TPI biedt sinds 2006 de mogelijkheid bepaalde contexten waarin het misdrijf werd gepleegd, te registreren. Wij zullen dus ook de zaken tellen die geïdentificeerd zijn op basis van de registratie van de vermelding 'racisme en xenofobie' en 'homofobie' in het veld 'context'.

  1. De gegevens van de statistisch analisten van het College van procureurs-generaal worden hierna in drie tabellen weergegeven:


a

%

10A - Bendevorming

1

2,17

11A - Diefstal d.m.v. geweld of bedreiging

2

4,35

18A - Gewone diefstal

1

2,17

41A - Smaad

2

4,35

43A - Opzettelijke slagen en verwondingen

20

43,48

43D - Kindermishandeling

1

2,17

45C - Bedreigingen

7

15,22

45G - PV ter inlichting - zonder klacht

3

6,52

50B - Beschadigingen - vernielingen in het algemeen

2

4,35

52A - Beledigingen

3

6,52

52B - Laster

1

2,17

53B - Inbreuken op de persoonlijke levenssfeer

1

2,17

53D - Belaging/stalking

2

4,35

Totaal

46

100,00

De drie tabellen gebruiken de strafzaak als rekeneenheid, waarbij eenzelfde zaak een of meer beklaagden kan tellen. 3. Verzamelde gegevens en desbetreffende context

Tabel 1: Aantal zaken van racisme, xenofobie en homofobie die in de loop van 2010 bij de correctionele parketten van België werden ingeleid Gegevens weergegeven per rechtsgebied op grond van de tenlasteleggingscode of de geregistreerde context (aantal en percentage per lijn)


Selectie op basis van tenlasteleggingscode

Selectie op basis van het contextveld

Totaal


56

56A

56B

56C

Context homofobie

Context racisme



a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

ANTWERPEN

.

.

125

67,93

1

0,54

27

14,67

1

0,54

30

16,30

184

100,00

BRUSSEL

.

.

212

89,08

1

0,42

21

8,82

1

0,42

3

1,26

238

100,00

GENT

1

0,77

103

79,23

1

0,77

19

14,62

1

0,77

5

3,85

130

100,00

LUIK

1

0,49

163

79,90

8

3,92

27

13,24

1

0,49

4

1,96

204

100,00

BERGEN

3

2,91

74

71,84

13

12,62

13

12,62

.

.

.

.

103

100,00

FEDERAAL PARKET

.

.

1

100,00

.

.

.

.

.

.

.

.

1

100,00

Totaal

5

0,58

678

78,84

24

2,79

107

12,44

4

0,47

42

4,88

860

100,00

Bronnen: gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten

Tabel 1 telt het aantal zaken van racisme, xenofobie en homofobie die in de loop van 2010 bij de correctionele parketten werden ingeleid.

Er werd een onderscheid gemaakt op grond van de registratie van een tenlasteleggingscode inzake racisme/xenofobie of een context ter zake.

Er kan worden vastgesteld dat de velden die werden geselecteerd op grond van het veld 'context' slecht 5 % van het totaal zaken uitmaken. De zaken die het vaakst voorkomen zijn zaken met betrekking tot gevallen van 'racisme'. Zij zijn immers goed voor 79 % van alle zaken van racisme, xenofobie en homofobie die in de loop van 2010 bij de parketten werden ingeleid.

De 860 in de loop van het bestudeerde jaar geïnventariseerde zaken betreffen 781 beklaagden. Bepaalde zaken hebben dus geen gekende beklaagde op de datum van de extractie uit de gegevensbank (op 10 januari 2011). Er moet worden vermeld dat indien een beklaagde betrokken is bij meerdere zaken, hij voor ieder van deze zaken wordt geteld.

Bovendien is er in het kader van de 719 zaken sprake van 1 089 benadeelde personen. Bijgevolg kunnen er 141 zaken van racisme, xenofobie en homofobie naar voren worden geschoven die geen enkele benadeelde hebben. Zoals voor de beklaagden wordt het slachtoffer, als het betrokken is bij meerdere zaken, meermaals geteld op grond van het aantal zaken waarbij het betrokken is.

Wanneer we de leeftijd van de slachtoffers op het tijdstip van de feiten trachten te bepalen, krijgen we de volgende informatie: van 573 benadeelden zijn er 513 die meerderjarig waren op het tijdstip van de feiten en 60 die nog minderjarig waren. Jammer genoeg is voor 375 personen de geboortedatum niet geregistreerd in het REA/TPI-computersysteem.

Tabel 2: Voortgangsstaat vastgesteld op 10 januari 2011 van de zaken van racisme, xenofobie en homofobie die in de loop van 2010 bij de correctionele parketten werden ingeleid (aantal en percentage per kolom)


ANTWERPEN

BRUSSEL

GENT

LUIK

BERGEN

FEDERAAL PARKET

TOTAAL


a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

Opsporingsonderzoek

21

11,41

151

63,45

20

15,38

29

14,22

8

7,77

.

.

229

26,63

Geen gevolg

127

69,02

76

31,93

96

73,85

139

68,14

80

77,67

1

100,00

519

60,35

Terbeschikkingstelling

11

5,98

5

2,10

9

6,92

16

7,84

7

6,80

.

.

48

5,58

Minnelijke schikking

1

0,54

1

0,42

3

2,31

3

1,47

.

.

.

.

8

0,93

Bemiddeling in strafzaken

3

1,63

1

0,42

.

.

7

3,43

.

.

.

.

11

1,28

Gerechtelijk onderzoek

2

1,09

2

0,84

.

.

3

1,47

2

1,94

.

.

9

1,05

Raadkamer

1

0,54

.

.

.

.

5

2,45

.

.

.

.

6

0,70

Dagvaarding en vervolg

18

9,78

2

0,84

2

1,54

2

0,98

6

5,83

.

.

30

3,49

Totaal

184

100,00

238

100,00

130

100,00

204

100,00

103

100,00

1

100,00

860

100,00

Bronnen: gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten

De tweede tabel geeft de verschillende voortgangsstaten van de zaken weer die tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010 zijn ingeleid bij de correctionele parketten van België.

De zaken met de voortgangsstaat 'samenvoeging' zijn geanalyseerd teneinde enkel de voortgang van de ‘moederzaak’ te behouden. Over de bestudeerde periode is er sprake van samenvoeging van 41 zaken. Een nadere kijk op het voortgangsverslag van de 41 moederzaken waarmee de zaken van racisme, xenofobie en homofobie zijn samengevoegd, levert de volgende informatie op: 6 dossiers in opsporingsonderzoek, 16 dossiers sepot, 4 dossiers verwezen naar een procedure voor bemiddeling in strafzaken, 3 dossiers in onderzoek, 4 dossiers vastgesteld voor de raadkamer met het oog op de regeling van de rechtspleging en 8 dossiers waren het voorwerp van een dagvaarding of een beslissing na de dagvaarding.

Voor een beter begrip moet rekening worden gehouden met de ouderdom van het weergegeven cohort. In het licht van de extractiedatum (10 januari 2011) stemmen de vermelde kwantitatieve gegevens immers overeen met dossiers die tussen 0 en 12 maanden oud zijn. Daarom moeten bepaalde dossiers dan ook nog evolueren naar een andere voortgangsstaat.

Voor de zaken met de voortgangsstaat 'dagvaarding en vervolg' heeft de correctionele rechtbank in 11 dossiers een vonnis uitgesproken. In deze 11 dossiers is een veroordeling opgelegd (waarvan een met uitstel en een met probatie-uitstel). Wij herhalen dat de korte duur van de referentieperiode (januari tot december 2010) ertoe leidt dat veel dossiers nog niet tot het stadium vonnis geëvolueerd zijn.

De verschillende voortgangsfasen kunnen zijn:

Opsporingsonderzoek

Deze categorie omvat alle zaken die op 10 januari 2011 nog in het stadium van het opsporingsonderzoek verkeerden.

Seponering

Het sepot is de voorlopige beslissing af te zien van vervolging en maakt een einde aan het opsporingsonderzoek. De beslissing tot sepot is altijd voorlopig. Zolang de strafvordering niet is vervallen, kan de zaak worden heropend.

Terbeschikkingstelling

Deze rubriek bevat de zaken die op 10 januari 2011 ter beschikking zijn verzonden. Zolang de zaken niet worden teruggestuurd naar het parket-verzender, blijven zij in dit voortgangsverslag bij het parket van oorsprong. Voor dit parket kunnen zij dus als afgesloten worden beschouwd. Deze zaken worden bij het doelparket onder een ander nummer heropend.

Minnelijke schikking

Deze categorie bevat de zaken waarvoor een minnelijke schikking is voorgesteld en waarin op een eindbeslissing wordt gewacht (daaronder begrepen de gedeeltelijk betaalde minnelijke schikkingen), de zaken die zijn afgesloten door de betaling van de minnelijke schikking en waarvoor de strafvordering is vervallen en ten slotte de zaken waarvoor de minnelijke schikking geweigerd is, maar die sindsdien nog niet naar een nieuwe voortgangsfase zijn geëvolueerd.

Bemiddeling in strafzaken

Deze categorie bevat de zaken waarvoor strafbemiddeling is voorgesteld en waarin op een eindbeslissing wordt gewacht, de zaken die zijn afgesloten door het naleven van de voorwaarden van de bemiddeling en waarin de strafvordering is vervallen en ten slotte, de zaken waarvoor de bemiddeling mislukt is, maar die sindsdien nog niet naar een nieuwe voortgangsfase zijn geëvolueerd.

Gerechtelijk onderzoek

De rubriek onderzoek bevat de zaken ter zake waarvan een gerechtelijk onderzoek is ingesteld en waarvoor voor de raadkamer nog geen rechtsdag heeft bepaald met het oog op de regeling van de rechtspleging.

Raadkamer

De rubriek raadkamer bevat de zaken van de fase van de regeling van de rechtspleging tot op het tijdstip waarop eventueel een rechtsdag voor de correctionele rechtbank wordt bepaald. De zaken waarin is afgezien van vervolging behouden deze stand van zaken.

Dagvaarding en vervolg

De rubriek dagvaarding en vervolg bevat de zaken waarin er sprake is van een dagvaarding of een beslissing na de dagvaarding. Het betreft zaken waarvoor er een dagvaarding is, een rechtsdag voor de correctionele rechtbank bepaald is, een vonnis, verzet, hoger beroep, enz. is.Tabel 3: Aantal zaken van racisme, xenofobie en homofobie die tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010 bij de correctionele parketten werden ingeleid en geseponeerd op 10 januari 2011. Gegevens voorgesteld op grond van de reden voor sepot (aantal en percentage per kolom)


Racisme; Xenofobie

Racisme

Xenofobie

Discriminatie, behalve de gevallen van rassendiscriminatie en xenofobie.

Andere tenlasteleggingscodes

Totaal


a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

opportuniteit

(1) beperkte maatschappelijke weerslag

.

.

7

1,76

.

.

2

2,74

1

4,00

10

1,93


(2) toestand geregulariseerd

.

.

10

2,51

.

.

1

1,37

2

8,00

13

2,50


(3) misdrijf van relationele aard

.

.

14

3,52

2

10,53

3

4,11

.

.

19

3,66


(4) schade gering

1

25,00

6

1,51

.

.

.

.

.

.

7

1,35


(5) redelijke termijn overschreden

.

.

4

1,01

.

.

.

.

.

.

4

0,77


(6) afwezigheid van voorgaanden

.

.

9

2,26

1

5,26

1

1,37

1

4,00

12

2,31


(7) toevallige feiten met oorzaak in specifieke omstandigheden

.

.

16

4,02

2

10,53

3

4,11

1

4,00

22

4,24


(8) jeugdige leeftijd van de dader

.

.

1

0,25

.

.

.

.

.

.

1

0,19


(9) wanverhouding gevolgen - maatschappelijke verstoring

.

.

19

4,77

2

10,53

4

5,48

.

.

25

4,82


(10) houding van het slachtoffer

.

.

4

1,01

.

.

3

4,11

.

.

7

1,35


(11) vergoeding van het slachtoffer

.

.

.

.

.

.

.

.

1

4,00

1

0,19


(12) te weinig recherchecapaciteit

.

.

2

0,50

.

.

.

.

.

.

2

0,39


(13) andere prioriteiten

.

.

16

4,02

1

5,26

6

8,22

.

.

23

4,43


Totaal rubriek

1

25,00

108

27,14

8

42,11

23

31,51

6

24,00

146

28,13

Techniek

(14) geen misdrijf

.

.

36

9,05

2

10,53

6

8,22

3

12,00

47

9,06


(15) onvoldoende bewijzen

2

50,00

193

48,49

9

47,37

36

49,32

10

40,00

250

48,17


(17) gebrek aan klacht

.

.

1

0,25

.

.

.

.

1

4,00

2

0,39


(18) dader onbekend

.

.

47

11,81

.

.

5

6,85

.

.

52

10,02


Totaal rubriek

2

50,00

277

69,60

11

57,89

47

64,38

14

56,00

351

67,63

Andere

(19) pretoriaanse probatie

1

25,00

5

1,26

.

.

1

1,37

2

8,00

9

1,73


(20) seining van de dader

.

.

8

2,01

.

.

2

2,74

3

12,00

13

2,50


Totaal rubriek

1

25,00

13

3,27

.

.

3

4,11

5

20,00

22

4,24

Totaal

4

100,00

398

100,00

19

100,00

73

100,00

25

100,00

519

100,00

Bronnen: gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten

Tabel 3 vermeldt de redenen voor sepot van zaken van racisme, xenofobie en homofobie die bij de correctionele parketten zijn ingeleid in 2010, en die op 10 januari 2011 waren geseponeerd.

Het sepot is de voorlopige beslissing af te zien van vervolging en maakt een einde aan het opsporingsonderzoek. Zolang de strafvordering niet is vervallen, kan de zaak opnieuw geopend worden.

De parketten beschikken over een verfijnde categorisering van de redenen voor sepot, die als gevolg van de Franchimont-hervorming is geformaliseerd en eenvormig gemaakt.

In 68 % van de sepots wordt een technisch motief aangevoerd. Het motief 'onvoldoende bewijzen' wordt het vaakst aangevoerd: namelijk in 48 % van de geseponeerde dossiers. Daarna volgen 'dader onbekend' (10 %) en 'geen misdrijf' (9 %).

1Het gaat hier om een generieke code die wordt gebruikt door bepaalde parketten wanneer zij vanuit de beschikbare informatie in het eerste proces-verbaal de voornaamste tenlastelegging van de zaak niet kunnen verduidelijken.