Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-12

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 9 augustus 2010

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Pleegouderschap in België

pleegouder
ouderverlof

Chronologie

9/8/2010Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-11
Gelijkaardige vraag ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-13

Vraag nr. 5-12 d.d. 9 augustus 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op vrijdag 23 juli 2010 verscheen een artikel in Het Nieuwsblad en De Standaard waarin een pleegvader aanklaagt dat hij als pleegouder geen ouderschapsverlof kan opnemen voor zijn pleegkind, hoewel hij ten aanzien van het kind zeer veel verantwoordelijkheden opneemt. In het verleden werd hem dit wel toegestaan door de RVA, hoewel er ook op dat moment geen wettelijke basis voor was. Vandaag staat de RVA dit niet meer toe. De pleegvader vraagt voldoende mogelijkheden voor pleegouders om de opvoeding van hun pleegkind te kunnen waarmaken.

Om de vraag van de pleegvader te kunnen beantwoorden, moet men zich een genuanceerd beeld kunnen vormen over het hedendaagse pleegouderschap in België. Daarom zou ik volgende informatie willen vragen aan de ministers:

1. Hoeveel pleegouders maakten in 2008 en in 2009 gebruik van het pleegzorgverlof op basis van het koninklijk besluit van 27 oktober 2008 betreffende de afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen?

2. In hoeveel gevallen dient de plaatsingsdienst een attest af te leveren voor activiteiten die buiten de limitatieve lijst in de zin van artikel 4 van hetzelfde KB vallen?

3. Hoeveel aanvragen voor pleegzorgverlof worden geweigerd door de plaatsingsdiensten?

4. In hoeveel gevallen heeft de RVA de jongste 10 jaar ouderschapsverlof toegekend aan pleegouders?

Een soortgelijke vraag wordt tevens aan de minister van Justitie gesteld (nr. 5-13).