Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11280

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 27 maart 2014

aan de minister van Werk

De hervorming van het overlevingspensioen en de tewerkstellingsmaatregelen voor de overlevende echtgenoten

uitkering aan nabestaanden
weduwschap
werkgelegenheidsbevordering

Chronologie

27/3/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4731

Vraag nr. 5-11280 d.d. 27 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de hervorming van het overlevingspensioen. Het is de bedoeling om weduwen(aren) te activeren en hen aan te moedigen om aan het werk te gaan of te blijven. Daarom voorziet de hervorming erin dat weduwen(aren) een tijdelijke overgangsuitkering krijgen waarna zij kunnen terugvallen op de werkloosheidsuitkering. Hoofddoel is om niet-werkende weduwen(aren) aan te sporen om actief te worden op de arbeidsmarkt.

Die nieuwe situatie vraagt echter dat de tewerkstellingsmaatregelen worden aangepast en herbekeken. Door de staatshervorming en de bijhorende overgehevelde bevoegdheden, zullen de regio's bevoegd worden voor een belangrijk deel van de tewerkstellingsmaatregelen. Daarom is overleg tussen het federale en het regionale niveau van belang om de overheveling vlot te doen verlopen.

Het ligt volgens mij in de lijn van de vooropgestelde doelstellingen dat de niet-werkende weduwen(aren) niet alleen toegang krijgen tot de werkloosheid, maar ook tot de tewerkstellingsmaatregelen.

Dit is echter niet in de plannen van de minister van Pensioenen opgenomen, aangezien dat een bevoegdheid van de regio wordt. Indien de regering wil verzekeren dat dit alles rond is tegen 1 januari 2015, moet er nu al actie ondernomen worden.

Graag had ik van de minister het volgende vernomen:

1) Was er reeds overleg over de problematiek van de gelijkstelling van de weduwen(aren) voor de toegang tot bepaalde tewerkstellingsmaatregelen tussen u, de regionale collega's van Arbeid en Tewerkstelling en de federale minister van Pensioenen?

a) Zo ja, wanneer en welke afspraken werden gemaakt? Werd dit reeds besproken op een interministeriële conferentie?

b) Zo neen, plant u daaromtrent binnenkort overleg? Wanneer en met wie?

2) Heeft u voor de federale tewerkstellingsmaatregelen al initiatieven genomen om de problematiek van de gelijkstelling voor de tewerkstellingsmaatregelen te bekijken en te verbeteren?

a) Zo ja, welke?

b) Zo neen, plant u nog initiatieven en wat is de timing van die initiatieven?