RIZIV - Technische prestaties - Uitgaven - Evolutie
klinische biologie
medisch en chirurgisch materiaal
chirurgie
gynaecologie
officiële statistiek
geografische spreiding
kosten voor gezondheidszorg
28/4/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/5/2008) |
7/7/2008 | Antwoord |
In De Artsenkrant van 22 april 2008 kunnen we lezen dat volgens RIZIV-topman Jo De Cock de technische prestaties steeds duurder worden. Deze technische prestaties zouden de uitgaven in de gezondheidszorg zelfs meer omhoog stuwen dan pakweg de vergrijzing. Het moet dan ook de bedoeling zijn om de uitgaven van het RIZIV sterk onder controle te houden, en de middelen efficiënt te gebruiken.
In deze optiek had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:
1. Wat wordt door het RIZIV verstaan onder een “technische prestatie”, met andere woorden, hoe wordt dit gedefinieerd?
2. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor technische prestaties (totaal) in de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007?
3. Kan de geachte minister me de uitgaven voor technische prestaties bezorgen, opgesplitst per gewest en dit voor de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007?
Op vlak van geneesheren honoraria wordt regelmatig het onderscheid gemaakt tussen technische prestaties en intellectuele acten. De intellectuele acten zijn raadplegingen en bezoeken (artikel 2 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen) en toezicht (artikel 25). Alle andere nomenclatuurprestaties kunnen gegroepeerd worden onder de benaming technische prestaties. De technische prestaties kunnen worden onderverdeeld in klinische biologie, medische beeldvorming, speciale verstrekkingen, heelkunde en gynaecologie.
In bijgevoegde tabellen 1 en 2 (bijlage 1) wordt een overzicht gegeven van uitgaven en gevallen, voor technische prestaties voor de jaren 2004 tot en met 2007, aangevuld met de jaarlijkse procentuele evolutie.
De regionale kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio.
Deze niet-gestandaardiseerde regionale kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot :
— de leeftijdstructuur en geslacht;
— de aanwezigheid van verzekerden met de voorkeurregeling;
— de aanwezigheid van aktieven, invaliden, weduwen en wezen, ... (de zogenaamde sociale stand).
Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de kostprijzen van andere regio's, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio.
Vandaar dat het beter is om te werken met gestandaardiseerde regionale kostprijzen. Er wordt dan een standaardisering doorgevoerd op basis van leeftijd, geslacht, sociale stand en voorkeurregeling. Bij de vergelijking van gestandaardiseerde regionale kostprijzen houdt men dus wel rekening met specifieke kenmerken van een bepaalde regio, en op die manier wordt de vergelijking met andere regio's homogener en correcter. De specifieke kenmerken van een bepaalde regio (op het gebied van leeftijd, geslacht, ...) zullen dan niet meer aan de oorzaak liggen van verschillen met andere regio's ».
Het RIZIV werkt momenteel aan een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling) en zal hierover een rapport voorleggen aan de algemene raad tegen eind 2008, en vervolgens jaarlijks rapporteren.
In tabel 3 en tabel 4 (bijlage 1) worden de uitgaven 2006 en 2007 opgesplitst per gewest.
In bijlage 2 wordt een algemene opmerking opgenomen betreffende de betekenis en de draagwijdte van de hier meegedeelde regionale gegevens.
Bijlage 1
Tabel 1
Uitgaven 2004-2007 in duizenden euro
Uitgaven in duizenden euro — Dépenses en milliers d'euros | 2004-4 | 2005-4 | 2006-4 | 2007-4 | 05/04 % | 06/05 % | 07/06 % | Jaarlijks gemiddelde groei — Coissance annuelle moyenne | % groei over vier jaar — % croissance sur quatre ans |
Klinische biologie — Biologie clinique | 894 127 | 939 587 | 915 208 | 976 735 | 5,08 | -2,59 | 6,72 | 3,07 | 9,24 |
Medische beeldvorming — Imagerie médicale | 855 127 | 902 588 | 866 405 | 918 236 | 5,55 | -4,01 | 5,98 | 2,51 | 7,38 |
Speciale verstrekkingen — Prestations spéciales | 985 620 | 990 489 | 984 281 | 1 036 104 | 0,49 | -0,63 | 5,27 | 1,71 | 5,12 |
Heelkunde — Chirurgie | 802 311 | 805 940 | 820 464 | 881 328 | 0,45 | 1,80 | 7,42 | 3,22 | 9,85 |
Gynaecologie — Gynécologie | 69 248 | 69 169 | 71 674 | 74 490 | -0,11 | 3,62 | 3,93 | 2,48 | 7,57 |
Totaal — Total | 3 606 433 | 3 707 773 | 3 658 032 | 3 886 693 | 2,81 | -1,34 | 6,26 | 2,58 | 7,78 |
Tabel 2
Gevallen 2004-2007
Gevallen — Cas | 2004-4 | 2005-4 | 2006-4 | 2007-4 | 05/04 % | 06/05 % | 07/06 % | Jaarlijks gemiddelde groei — Croissance annuelle moyenne | % groei over vier jaar — % croissance sur quatre ans |
Klinische biologie — Biologie clinique | 329 647 828 | 335 034. 050 | 339 235 486 | 348 643 151 | 1,63 | 1,25 | 2,77 | 1,88 | 5,76 |
Medische beeldvorming — Imagerie médicale | 29 198 706 | 29 439 732 | 29 889 422 | 30 766 818 | 0,83 | 1,53 | 2,94 | 1,77 | 5,37 |
Speciale verstrekkingen — Prestations spéciales | 21 751 371 | 21 1449. 504 | 21 199 877 | 21 666 102 | -1,39 | -1,16 | 2,20 | -0,12 | -0,39 |
Heelkunde — Chirurgie | 15 491. 441 | 15 485 164 | 15 554 942 | 16 079 980 | -0,04 | 0,45 | 3,38 | 1,26 | 3,80 |
Gynaecologie — Gynécologie | 1 247 772 | 1 247 805 | 1 241 222 | 1 217 638 | 0,00 | -0,53 | -1,90 | -0,81 | -2,42 |
Totaal — Total | 397 337 118 | 402 656 255 | 407 120 949 | 418 373 689 | 1,34 | 1,11 | 2,76 | 1,74 | 5,29 |
Tabel 3
Uitgaven in duizenden euro per gewest
Uitgaven in duizenden euro — Dépenses en milliers d'euros | 2006-4 | 2007-4 |
Vlaanderen — Flandre | 2 056 857 | 2 193 535 |
Brussel — Bruxelles | 344 184 | 352 753 |
Wallonië — Wallonie | 1 252 023 | 1 334 387 |
Onverdeeld — Non-réparti | 4 968 | 6 218 |
Rijk — Royaume | 3 658 032 | 3 885 893 |
Tabel 4
Procentueel aandeel per gewest
Procentueel aandeel — Quote-part en pourcentage | 2006-4 | 2007-4 |
Vlaanderen — Flandre | 56,22 | 56,43 |
Brussel — Bruxelles | 9,41 | 9,08 |
Wallonië — Wallonie | 34,23 | 34,33 |
Onverdeeld — Non-réparti | 0,14 | 0,16 |
Rijk — Royaume | 100,00 | 100,00 |