Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-730

van Sfia Bouarfa (PS) d.d. 3 april 2008

aan de minister van Klimaat en Energie

Geisers - Koolstofmonoxide-emissie - Onderhoudskosten - Geplande economische acties

verwarming
verbrandingsgas
giftige stof
veiligheid van gebouwen
gastoestel

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
5/5/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-489

Vraag nr. 4-730 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

Er gaat geen jaar voorbij of koolstofmonoxide, een verraderlijk reuk- en kleurloos gas, maakt bij de eerste temperatuurdalingen nieuwe slachtoffers. Er waren de jongste drie maanden ten minste vier dodelijke ongevallen. De cijfers tonen aan dat de meeste gevallen van koolmonoxidevergiftiging veroorzaakt worden door geisers en dat geen enkel gewest ervan gespaard blijft.

Het onderhoud van die boilers wordt om financiële redenen echter vaak achterwege gelaten, ook al is het verplicht door de verzekeringspolissen voor brand en waterschade. Voor de gezinnen met een bescheiden inkomen vertegenwoordigt de prijs van dat onderhoud immers een belangrijke uitgave.

Defecte petroleumkachteltjes die als bijverwarming worden gebruikt, vormen de tweede, minder voorkomende, oorzaak van koolstofmonoxidevergiftigingen.

Bepaalde klimatologische omstandigheden kunnen de afvoer van verbrandingsgassen vertragen met een onvolledige verbranding van methaan tot gevolg, dat op zijn beurt koolstofmonoxide produceert.

Welke economische acties hebt u georganiseerd om te voorkomen dat gas vrijkomt dat schadelijk is voor de gezondheid en meestal het gevolg is van het slechte onderhoud van de geisers of van een niet-conforme installatie?

Antwoord ontvangen op 5 mei 2008 :

Gastoestellen die op de markt worden gebracht en in gebruik worden genomen, moeten met betrekking tot de veiligheid ervan beantwoorden aan de richtlijn 90/396/EEG die in Belgisch recht is omgezet door het koninklijk besluit van 3 juli 1992 betreffende het op de markt brengen van gastoestellen. Die richtlijn is van toepassing sinds 1 januari 1996. Sinds die datum moeten alle geisers die niet op een afvoerleiding zijn aangesloten beantwoorden aan de essentiële eisen van die richtlijn. Die richtlijn bepaalt in punt 3.4.4. : « Geisers en individuele verwarmingstoestellen die niet zijn aangesloten op een afvoerleiding voor verbrandingsproducten mogen geen koolmonoxydeconcentratie in het vertrek veroorzaken die, gelet op de te verwachten duur van blootstelling, van aard is een gevaar voor de gezondheid van personen kunnen opleveren ».

Ten einde deze bepaling na te leven hebben de fabrikanten de geisers uitgerust met een inrichting die ervoor zorgt dat het toestel in veiligheid komt te staan vooraleer er een gevaarlijke CO-concentratie ontstaat in het lokaal waar het toestel geplaatst is.

Hoewel de parketten mijn diensten niet informeren over de werkelijke oorzaken van de ongevallen met CO-intoxicatie kan men veronderstellen dat deze te wijten zijn aan onvoldoende verluchting bij het gebruik van die toestellen.

Ondanks de waarschuwingen via de pers en het weerbericht waarbij aangedrongen wordt op de nodige verluchting bij het gebruik van die toestellen, moet men echter constateren dat er nog steeds ongevallen en incidenten plaatsvinden met toestellen die waarschijnlijk dateren van voor de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot omzetting van de Europese richtlijn 90/396/EEG.

Voor kleine verwarmingstoestellen op aardolie die als bijverwarming worden gebruikt geldt dezelfde problematiek als voor de geisers maar daar komt nog een moeilijkheid bij, namelijk dat zij verplaatsbaar zijn en dat zij dus niet kunnen geacht worden deel uit te maken van een installatie.

Zelfs een goed onderhouden of degelijk geïnstalleerde geiser kan een ongeval of incident veroorzaken indien er enerzijds onvoldoende verluchting is of indien onderzijds de verluchtingsopeningen die bij de installatie van het toestel voorzien zijn, zijn dichtgemaakt (dat is vaak het geval want langs die openingen stroomt koude lucht de woning binnen). De enige echte oplossing bestaat erin de geisers te vervangen door elektrische toestellen (indien rechtstreekse verbinding met de buitenlucht onmogelijk is) of door beveiligde toestellen die ook degelijk geïnstalleerd worden en gebruikt worden overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant en de voorschriften van de Belgische norm voor binnenleidingen voor aardgas, namelijk de norm NBN D51-003.