Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7262

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 25 maart 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Hoge ambtenaren - Onkostenvergoeding - Rechtvaardiging

belastingadministratie
vergoedingen en onkosten
ambtenaar
ministerie

Chronologie

25/3/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/4/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Herkwalificatie van : mondelinge vraag 4-1163

Vraag nr. 4-7262 d.d. 25 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2007 vernietigde de Raad van State de benoeming van de voorzitter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën, zeg maar de topman van Financiën, omdat zijn aanstelling niet volgens het boekje was verlopen. Niet gewanhoopt echter, de betrokkene mocht intussen al de leiding nemen van de net opgerichte Waarnemingspost voor de Gewestelijke Fiscaliteit, in afwachting van een nieuwe aanstelling aan het hoofd van Financiën. Die aanstelling bleef echter uit, want hij slaagde niet voor de examens van Selor.

Later, in een arrest van 13 februari 2009, werd de samenstelling van het hele Directiecomité vernietigd. In dit arrest loog de kritiek van de Raad van State er niet om: de Raad stelde zich luidop de vraag of de Coperfin-hervorming de voorbije jaren al iets had verwezenlijkt en of er überhaupt nog concrete realisaties te verwachten waren. Volgens de Raad van State reikten de inspanningen binnen de FOD Financiën niet veel verder dan het uitdelen van rijkelijk betaalde topfuncties aan personen met bepaalde politieke " kleuren ", zonder dat hen verantwoordelijkheden of duidelijke opdrachten werden gegeven. Vorige maand nog toonde het duidingsprogramma Panorama aan dat de politisering binnen Financiën nog steeds even wijdverbreid is als vroeger, met wortels tot diep in de geledingen van de FOD.

Half maart 2010 brachten diverse kranten een nieuw staaltje " vriendjespolitiek " aan het licht. Volgens de krantenartikels zou een ministerieel besluit klaarliggen om aan de betrokkene, tevens een gewezen kabinetschef van de minister, een jaarlijkse forfaitaire onkostenvergoeding van 22 000 euro toe te kennen voor zijn voorzitterschap van de Waarnemingspost voor Gewestelijke Fiscaliteit.

1. Op welke administratieve en logistieke hulp kan de voorzitter van de Waarnemingspost rekenen voor de uitoefening van zijn taken?

2. Klopt het dat aan een besluit wordt gesleuteld om de betrokken een forfaitaire onkostenvergoeding van 22 000 euro toe te kennen?

3. Wat is de stand van zaken van het besluit? Heeft het Directiecomité van Financiën hierover al een positief advies gegeven? Wanneer wordt het aan de Ministerraad voorgelegd?

4. Hoe rechtvaardigt de geachte minister die onkostenvergoeding en waarom wordt ze nu pas aan de functie gekoppeld?

5. De voorzitter van de Waarnemingspost moet jaarlijks een activiteitenverslag uitbrengen aan de minister, en dit uiterlijk tegen 31 maart. Kan de minister mij de jaarverslagen bezorgen en is het jaarverslag 2009 al ingediend?