Schriftelijke vraag nr. 4-7131

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 9 maart 2010

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Genitale verminking - Studie - Evaluatie van het beleid

seksuele verminking
huiselijk geweld
gebruiken en tradities

Chronologie

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7132

Vraag nr. 4-7131 d.d. 9 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2006 bestelde voormalig staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, mevrouw Gisèle Mandaila-Malamba, een juridische studie over genitale verminking. Dat blijkt uit het antwoord van de minister van Justitie op vraag om uitleg nr. 3-1328 (Handelingen nr. 3-149 van 2 februari 2006, blz. 58). De resultaten van de studie zouden dan worden gebruikt om het beleid inzake de problematiek van genitale verminking te evalueren.

1. Over welke studie gaat het hier?

2. Welke instantie werd gevraagd de studie uit te voeren?

3. Zijn de resultaten van de studie, die drie jaar geleden werd besteld, al gekend?

4. Is het juridische beleid ter zake al geëvalueerd en zo ja, hoe luiden de conclusies?

Antwoord ontvangen op 4 mei 2010 :

Hoewel ik zeer gevoelig ben voor deze problematiek, waar snel een oplossing voor gevonden moet worden, behoort genitale verminking niet tot mijn bevoegdheden.

Ik raad u dus aan uw vraag te stellen aan mijn collega vice-Eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, die deze problematiek binnen haar bevoegdheden heeft.

Een Nationaal Actieplan tegen partnergeweld wordt er momenteel bestudeerd. Dit Plan krijgt drie bijkomende luiken :

- de strijd tegen de gedwongen huwelijken ;

- de strijd tegen eerwraak ;

- de strijd tegen genitale verminking.

Wat uw vraag betreft, kan ik u het volgende antwoorden :

1. Het kabinet van de Staatssecretaris voor Gezinsbeleid en Personen met een handicap, mevrouw Mandaïla, bestelde inderdaad een studie, meer bepaald bij de onderneming "CMS Debacker". Uit ingewonnen inlichtingen blijkt dat deze studie nooit bekendgemaakt werd. Het ontbreken van archieven laat ons niet toe om van deze studie kennis te nemen.

Ik kan geen uitgebreider antwoord op uw vraag geven, maar maak van deze gelegenheid gebruik om te pleiten voor de inrichting van een Observatorium van het gezamenlijke gezinsbeleid vóór het einde van de legislatuur, dat hopelijk een opvolging van dit gezamenlijke beleid mogelijk zal maken doorheen de verschillende legislaturen. Zonder dergelijk orgaan blijft de opvolging van de niet-legislatieve acties van de opeenvolgende kabinetten voor het gezin erg onzeker.