Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6067

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Autokeuring - Test ophanging kleine wagens

technische keuring
automobiel
Europese norm

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
17/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4975

Vraag nr. 4-6067 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onlangs bleek dat het recentste 500 model van de Italiaanse constructeur Fiat niet door de autokeuring kan geraken. De ophanging van het voertuig voldoet niet aan de eisen. Voor kleine wagens met een maximale belasting van 300 kg op de achteras wordt een uitzondering gemaakt, maar de Fiat 500 is net iets te zwaar om daarvoor in aanmerking te komen. Naar verluidt is de testprocedure van GOCA verouderd en wordt aan een nieuwe test gewerkt. De afkeuring van de Fiat 500 wekt verwondering, omdat de wagen in 2008 werd bekroond tot European Car of the Year en in 2007 vijf sterren haalde in de Euro NCAP test.

1.Hoeveel dergelijke Fiat 500 wagens werden tot nog toe gekeurd? Werden deze allemaal afgekeurd?

2.Waarom wordt in België een dergelijk strenge wielophangingstest uitgevoerd, terwijl dit in andere Europese landen niet het geval is? Welke zijn de redenen hiervoor?

3.Wordt een aanpassing van deze test in het vooruitzicht gesteld om een harmonisatie met de andere Europese landen te bekomen?

Antwoord ontvangen op 17 december 2009 :

1. Niet alle FIAT 500’s worden de facto afgekeurd. In de periode van september 2007, wanneer de eerste Fiat 500 ter keuring werd voorgereden, tot september 2009 werden in totaal 767 voertuigen Fiat 500 gekeurd. Van deze aangeboden voertuigen haalt 47  % het basiscriterium van de 20 % EUSAMA niet. In overleg met alle betrokken partijen werd een aangepaste procedure opgesteld die op 16 november 2009 van kracht werd. Deze testprocedure voorziet enerzijds dat de bandenspanning wordt aangepast in functie van de bandenmaat en waarbij anderzijds drie personen in het voertuig plaatsnemen.

2. Voor wat betreft de technische keuring is er sprake van een Europese harmonisatie door middel van Richtlijn 2009/40/EG. Deze Richtlijn schrijft ondermeer voor op welke punten een voertuig dient te worden gecontroleerd n.a.v. de technische keuring. Een van de te controleren punten is de vering (wielophanging). Echter wordt nergens in deze Richtlijn bepaald op welke wijze dit dient te gebeuren. België heeft er dan ook voor geopteerd om dit te doen aan de hand van een specifieke ophangingstest, nl. volgens de EUSAMA–methode. Daarnaast beschikken de lidstaten over een zekere vrijheid volgens artikel 5 van deze Richtlijn. Hierin wordt ondermeer uitdrukkelijk bepaald dat lidstaten “het aantal te controleren punten kunnen uitbreiden” alsook “aanvullende speciale controles kunnen voorschrijven”. Zo zullen bepaalde voertuigen in bepaalde lidstaten aan een technische controle worden onderworpen, terwijl zij hier niet aan zijn onderworpen in andere lidstaten. Ook zal de periodiciteit van de technische controles verschillen in bepaalde lidstaten en kunnen er verschillen zijn met betrekking tot de te controleren punten. Grotendeels zijn de principes dan ook vastgelegd, alleen wordt er een zekere vrijheid gelaten aan de lidstaten om met respect voor deze algemene principes te voorzien in een nadere uitvoering en specifieke voorschriften.

3. Momenteel wordt op Europees niveau gewerkt aan een herziening van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2009/40/EG. Bijlage II omvat een lijst met de te controleren punten n.a.v. de technische keuring van voertuigen. De kans bestaat evenwel dat bepalingen betreffende de manier van inspectie worden toegevoegd aan de te controleren punten, maar één en ander dient hieromtrent nog te worden uitgeklaard en te worden herbekeken op Europees niveau.