Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5342

van Franco Seminara (PS) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Alcohol - Verkoop aan minderjarigen - Wet van 28 december betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank - Artikel 13 - Niet-naleving - Enquête van Radio Contact en het OIVO - Gegevens - Toepassing van de wet Evaluatie - Verbetering

minderjarigheid
toepassing van de wet
kinderbescherming

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
20/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5071

Vraag nr. 4-5342 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Volgens een studie van Radio Contact en het Onderzoeks- en informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (OIVO) in 162 verkoopspunten van bier en alcopops zou de wet op de verkoop van alcoholische dranken aan jongeren onder 18 jaar totaal worden genegeerd (cf. artikel 13 van de wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank).

Het onderzoek, dat in de periode augustus-september 2009 werd uitgevoerd door kopers van 11 tot 15 jaar, toont aan dat in 79% van de verkooppunten bier en in 80% alcopops konden worden gekocht zonder dat der opmerkingen werden gemaakt of werd gevraagd naar de leeftijd van de koper.

Dat onderzoek toont eveneens aan dat de verkoop van alcohol aan minderjarigen meer voorkomt in Vlaanderen dan in Wallonië en dat het meer voorkomt in kleinere handelszaken dan in supermarkten.

Er moet bij dergelijke onderzoeken wel rekening worden gehouden met een zekere foutenmarge, maar toch blijven de conclusies zorgwekkend. Er moeten meer middelen worden ingezet om de wet te doen naleven.

Ik wens u dus volgende vragen te stellen :

1. Bevestigen de gegevens waarover u beschikt in verband met de uitvoering van de wet op het verbod van de verkoop van alcohol aan minderjarigen de conclusies van vermelde enquête?

2. Maakt u zich daar zorgen over?

3. Wordt de toepassing van de wet geëvalueerd?

4. Worden er maatregelen genomen om de toepassing van de wet te verbeteren en de oorspronkelijke doelstelling, namelijk de bescherming van minderjarigen tegen alcohol, te doen naleven?

Antwoord ontvangen op 20 januari 2010 :

1. Ik ben op de hoogte van de risico’s van drankgebruik bij minderjarigen en van de gezondheidsproblemen die hieraan verbonden zijn. De resultaten van het onderzoek van het Onderzoeks- en informatiecentrum van de verbruikersorganisaties (OIVO) bevestigt de noodzaak om maatregelen te nemen. De wetgeving inzake alcoholhoudende dranken valt momenteel a priori onder de bevoegdheid van de minister van Financiën. Indien u de resultaten van deze controles wenst te kennen, moet u zch dus tot hem wenden.

2-3-4. Ik ben mij volledig bewust van de problematiek van de verkoop van alcohol aan jongeren en van de problemen die dit stelt voor de volksgezondheid.

Daarom heb ik, in het kader van de gemeenschappelijke verklaring betreffende het toekomstige alcoholbeleid van 17 juni 2008, een wetsontwerp voorbereid. Dit ontwerp, opgenomen in een ruimere gezondheidswet, werd definitief goedgekeurd op datum van 10 december 2009. Het idee is om alle maatregelen betreffende het bestaande verbod op de verkoop van alcohol samen te bundelen en ook een verbod op te nemen betreffende de verkoop van bier en wijn aan min-zestienjarigen. De bevoegdheid op dit vlak werd dus overgeheveld naar de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid. Op die manier kan het debat over de verkoop van alcohol opnieuw worden teruggebracht tot de gezondheidsproblemen bij jongeren. Bovendien zal, wat de toepassing betreft, de controle op al deze maatregelen betreffende het verbod op de verkoop van alcohol aan minderjarigen, hier versterkt uitkomen, beter worden gecoördineerd en zal men gebruik kunnen maken van de ervaring die met name is opgedaan tijdens de controles van het verbod op de verkoop van tabaksproducten aan min-zestienjarigen door de dienst inspectie van het DG4 van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.