Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5335

van Ann Somers (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Holebi's - Discriminatie op de werkvloer - Situatie - Maatregelen

werkplek
seksuele minderheid
bestrijding van discriminatie
overheidsadministratie
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
geslachtsverandering

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
3/3/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5008

Vraag nr. 4-5335 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vorig jaar verschenen enkele studies over de situatie van holebi’s op de werkvloer. Meer bepaald gaat het om het onderzoek van prof. J. Vincke “ Discriminatie van holebi’s op de werkvloer: over inkomensverschillen, sectorsegregatie en het roze plafond “ en de studie “ (on)Zichtbaar Holebi. De situatie van homoseksuele, lesbische en biseksuele werknemers op de werkvloer van de Vlaamse overheid ’ van de dienst Emancipatiezaken. Uit de studies blijkt ontegensprekelijk dat holebi’s op de werkvloer een aantal problemen ervaren. De problemen blijken meer uitgesproken te zijn in technische diensten. Tevens ervaren holebi’s in het algemeen meer negativiteit bij jongere en oudere collega’s. Van de federale overheid mag verwacht worden dat ze zichzelf een voorbeeldfunctie oplegt met betrekking tot het creëren van een holebivriendelijke werkvloer.

1.Worden er binnen de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen, problemen gedetecteerd met betrekking tot de coming out van homo-, bi- of transseksuele werknemers?

2.Ervaart men een verschil in terughoudendheid van werknemers om voor hun geaardheid uit te komen naargelang er al dan niet oversten en andere collega’s op de betrokken diensten werken die al uit de kast zijn?

3.Werden binnen de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen het afgelopen jaar problemen op de werkvloer of pestgedrag gedetecteerd ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers?

4.Zo ja, hoe vaak is dit gebeurd en van welke aard waren deze problemen?

5.Zijn deze problemen gedetecteerd bij specifieke categorieën van werknemers (leeftijd, geslacht, religie, scholingsgraad, afkomst, …)?

6.Hoe vaak en op welke manier werd hier tegenop getreden?

7.Werden binnen de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen specifieke maatregelen genomen om een holebivriendelijke werkomgeving te creëren?

8.Zo ja, welke initiatieven werden genomen?

9.Zo neen, zal dat alsnog op korte termijn gebeuren?

Antwoord ontvangen op 3 maart 2010 :

A. Wat de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid betreft

1. De stafdienst P&O noch de preventieadviseurs en de vertrouwenspersonen van de FOD P&O hebben feiten gevonden van discriminatie ten aanzien van de homoseksuelen, biseksuelen of transseksuelen in ons departement.

2-6. Gezien het negatieve antwoord op vraag 1 vervallen deze vragen.

7-8. Daar er geen voorvallen van discriminatie werden gemeld, zijn er bij de FOD Sociale Zekerheid geen specifieke maatregelen genomen.

9. Op korte termijn zijn er bij de FOD Sociale Zekerheid geen initiatieven gepland. Wel zal de FOD elke campagne onderschrijven die wordt opgezet op interfederaal niveau, onder de hoede van de FOD P&O of van eender welke instantie om alle personeelsleden van de overheidsdiensten bewust te maken van deze problematiek.

B. Wat de openbare instellingen van sociale zekerheid betreft die onder mijn bevoegdheid staan.

Fonds voor de Beroepsziekten

1. In het FBZ werden geen problemen gedetecteerd met betrekking tot de seksuele geaardheid van de werknemers.

2. Gelet op het antwoord op vraag 1 is de vraag 2 dan ook niet van toepassing.

3. Bij het Fonds werden het afgelopen jaar geen problemen noch pestgedrag ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers gedetecteerd.

4 – 6. Gelet op het antwoord op vraag 3 zijn de vragen 4 tot en met 6 dan ook niet van toepassing.

7. Mede gelet op het antwoord op vraag 1, werden er geen specifieke maatregelen genomen.

8 en 9. Niet van toepassing.

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

1. De diensten van het RIZIV hebben tot op heden nog geen klachten of opmerkingen ontvangen met betrekking tot mogelijke discriminatie van homoseksuelen, bi- of transseksuelen op de werkvloer

2. Gelet op het antwoord op vraag 1 is de vraag 2 dan ook niet van toepassing.

3. Ten aanzien van anders geaarden werden nog geen gevallen van pestgedrag of negativiteit gedetecteerd vanwege collega’s, ongeacht hun achtergrond.

4 - 6. Gelet op het antwoord op vraag 3 zijn de vragen 4 tot en met 6 dan ook niet van toepassing.

7. In een ruimer kader is in het raam van een risicoanalyse gevraagd om de stressfactoren op te sporen en te evalueren en vervolgens passende maatregelen voor te stellen. Krachtens de Welzijnswetgeving van 4 augustus 1996 en het koninklijk besluit van 17 mei 2007 moet eveneens een risicoanalyse worden uitgevoerd. Aangezien het ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk één van de factoren is die ten grondslag ligt aan de psychosociale belasting en de analysemethoden gelijkaardig zijn, werd voorgesteld om beide analyses gelijktijdig te laten gebeuren door middel van een welzijnsenquête.

8. Een nieuwe welzijnsenquête zal georganiseerd worden in 2010. Op basis van de bekomen resultaten zullen de actiepunten voor het globaal preventieplan bepaald worden. Het globaal preventieplan zal opgesteld worden voor de periode 2010-2014 (in parallel met het strategisch plan).

9. Niet van toepassing.

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

1. Tot op heden werden er geen problemen gedetecteerd. De diversiteitsambtenaar en de vertrouwenspersonen van onze instelling werden op dit punt nog niet benaderd met klachten.

2. Dit heeft zeker een invloed. Het feit dat een chef of een andere collega haar of zijn geaardheid uitspreekt, maakt het voor iedereen makkelijker om dat ook te doen. De diversiteitsambtenaar zal in de nabije toekomst zelf het debat aangaan en persoonlijk gaan praten met vrouwen en mannen die zich geout hebben.

3. Neen

4 - 6. Gelet op het antwoord op vraag 3 zijn de vragen 4 tot en met 6 dan ook niet van toepassing.

7. Reglementair werden geen voorzieningen getroffen. Er werd in 2009 wel een diversiteitscharter ondertekend door het Directiecomité en leden van het Beheerscomité. Dit werd ook aan alle personeelsleden meegedeeld.

8. Niet van toepassing.

9. De discussie zal ter gepasten tijde gevoerd worden in de schoot van het directiecomité.

Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

1. Er werden tot nog toe binnen de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering geen problemen gedetecteerd met betrekking tot de "coming out" van homo-, bi- of transseksuele werknemers.

2. Neen

3. Er werden binnen de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering geen problemen noch pestgedrag gedetecteerd.

4 - 6. Gelet op het antwoord op vraag 3 zijn de vragen 4 tot en met 6 dan ook niet van toepassing.

7. Ja.

8. Met dit aspect wordt rekening gehouden in het ontvangstbeleid van de HZIV met als doel de diversiteit bij de aanwerving van haar personeel aan te moedigen, zodat het personeel van de HZIV een zo goed mogelijke weergave van onze maatschappij is.

9. Niet van toepassing.

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten

1. Binnen de RSZPPO zijn er tot op heden nog geen problemen gedetecteerd met betrekking tot de "coming out" van homo-, bi- of transseksuele werknemers.

2. Om deze reden merkt men geen enkel verschil in terughoudendheid van werknemers om voor hun geaardheid uit te komen naargelang er al dan niet oversten of andere collega’s op de betrokken dienst werken die reeds voordien voor hun geaardheid uitgekomen zijn.

3. Er werden binnen de Rijksdienst het afgelopen jaar geen problemen op de werkvloer of pestgedrag waargenomen ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers.

4 – 6. Gelet op het antwoord op vraag 3 zijn de vragen 4 tot en met 6 dan ook niet van toepassing.

7. Gelet op het ontbreken van discriminerende situaties zijn geen specifieke maatregelen genomen.

8. Niet van toepassing.

9. Niet van toepassing.

Indien er zich in de toekomst alsnog problemen zouden stellen, dan zal de noodzaak tot het nemen van maatregelen op dat ogenblik geëvalueerd worden.

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

1. Overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de maatregelen ter bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, beschikt de RKW over twee vertrouwenspersonen (één van elke taalrol) en een externe preventieadviseur (bevoegd op het vlak van de psychosociale aspecten van het werk). Medewerkers van de Rijksdienst die zich het slachtoffer voelen van ongewenst gedrag op het werk kunnen bij deze personen terecht voor hulp. Tot op heden werden noch bij de vertrouwenspersonen, noch bij de preventieadviseur problemen met betrekking tot de "coming out" van homo- , bi- of transseksuele werknemers gemeld.

2. Bij de RKW gaat men ervan uit dat de beslissing van een homoseksueel, bi- of transseksueel om al dan niet uit te komen voor zijn geaardheid een strikt persoonlijke keuze is, die te allen tijde gerespecteerd dient te worden.

3. Er werden binnen de Rijksdienst het afgelopen jaar geen problemen op de werkvloer of pestgedrag waargenomen ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers.

4 en 6. Gelet op het antwoord op vraag 3 zijn de vragen 4 en 6 dan ook niet van toepassing.

7. Gelet op de afwezigheid van discriminerende situaties werd geen specifieke maatregelen genomen.

8. Niet van toepassing.

9. De Rijksdienst streeft steeds een gelijke behandeling van al haar medewerkers na, ongeacht hun statuut, leeftijd, geslacht, geaardheid, …

Specifieke maatregelen ter bescherming van homoseksuelen zouden bovendien tot een stigmatisering kunnen leiden, wat natuurlijk absoluut vermeden moet worden.

Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden

1. Er werden tot nog toe binnen de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden geen problemen gedetecteerd met betrekking tot de "coming out" van homo-, bi- of transseksuele werknemers.

2. Het is bijzonder moeilijk terughoudendheid te ervaren gezien niemand van de personeelsleden tot op heden de behoefte voelde om zich te outen.

3. Er werden binnen de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden geen problemen noch pestgedrag gedetecteerd.

4 – 6. Gelet op het antwoord op vraag 3 zijn de vragen 4 tot en met 6 dan ook niet van toepassing.

7. Er werden geen specifieke maatregelen genomen gelet op het ontbreken van discriminerende situaties.

8. Niet van toepassing.

9. De Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden neemt alle nodige maatregelen om een aangename werkomgeving te creëren voor alle werknemers. Door de ontmoeting met allerlei groepen en culturen is het zeemansmilieu doorgaans bijzonder verdraagzaam en ook de personeelsleden genieten die invloed.

Dienst voor de Overzeese sociale zekerheid

1. Bij de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid werden tot op heden geen problemen gedetecteerd met betrekking tot de "coming out" van homo-, bi- of transseksuele werknemers.

2. Hierover zijn geen gegevens bekend.

3. Bij de DOSZ werden het afgelopen jaar geen problemen noch pestgedrag ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers gedetecteerd.

4 - 6. Gelet op het antwoord op vraag 3 zijn de vragen 4 tot en met 6 dan ook niet van toepassing.

7. Er werden tot op heden geen specifieke maatregelen genomen om een holebi-vriendelijke werkomgeving te creëren.

8. Niet van toepassing.

9. De DOSZ plant geen specifieke maatregelen, maar neemt zich wel voor om kordaat op te treden bij elke vorm van discriminatie of pestgedrag ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers die aan het licht zou komen.

Controledienst voor de Ziekenfondsen en de Landsbonden van Ziekenfondsen

1. De Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen heeft nooit problemen gehad met betrekking tot de "coming out" van homo-, bi- of transseksuele werknemers.

2. Gelet op het antwoord op vraag 1 is de vraag 2 dan ook niet van toepassing.

3. De Controledienst heeft nooit problemen op de werkvloer of pestgedrag gedetecteerd ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers.

4 - 6. Gelet op het antwoord op vraag 3 zijn de vragen 4 tot en met 6 dan ook niet van toepassing.

7. Ingevolge het antwoord op de vragen 1 en 3, heeft de Controledienst, tot op heden, terzake geen specifieke maatregelen genomen.

8.) Niet van toepassing.

9. Indien er zich in de toekomst alsnog problemen zouden stellen, dan zal de noodzaak tot het nemen van maatregelen op dat ogenblik geëvalueerd worden.

Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

1. Binnen de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid worden geen problemen vastgesteld met betrekking tot de "coming out"van homo-, bi- of transseksuele werknemers.

2. Gelet op het antwoord op vraag 1 is de vraag 2 dan ook niet van toepassing.

3. Evenmin is er sprake van problemen op de werkvloer of van pestgedrag ten aanzien van dergelijke werknemers.

4 - 6. Gelet op het antwoord op vraag 3 zijn de vragen 4 tot en met 6 dan ook niet van toepassing.

7. Gelet op het ontbreken van discriminerende situaties werden geen specifieke maatregelen genomen.

8. Niet van toepassing.

9. Indien er zich in de toekomst alsnog problemen zouden stellen, dan zal de noodzaak tot het nemen van maatregelen op dat ogenblik geëvalueerd worden.

Voor wat de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu betreft

1. In onze administratie zijn er nooit problemen geweest inzake een coming out vanwege één van onze personeelsleden.

2. De werkomgeving is een leefruimte zoals een andere waar bepaalde personen niet over hun privéleven wensen te praten. Zo spreken bepaalde van onze personeelsleden hier open over terwijl andere er niets over zeggen.

3. Indien één van onze personeelsleden het slachtoffer van discriminatie op grond van zijn seksuele geaardheid zou worden, dan heeft die de mogelijkheid (zoals het geval is voor andere soorten discriminaties) hierover informeel te spreken met een vertrouwenspersoon of de psychosociaal preventieadviseur. Deze persoon kan, indien hij dit wenst, ook een formele klacht indienen.

4. Het indienen van een informele klacht blijft helemaal vertrouwelijk. Het is dus niet mogelijk om het aantal klachten wegens discriminatie op grond van seksuele geaardheid te evalueren.

5. Het onderzoek over dit thema is niet specifiek gericht op een bijzondere doelgroep. De populatie van de FOD is nogal homogeen, veel administratieve krachten en experts (artsen, ingenieurs,…), maar dit heeft geen invloed op mogelijke discriminaties.

6. Als er klachten zouden zijn, zouden er vanzelfsprekend preventiemaatregelen worden genomen die worden opgevolgd door de dienst van Preventie en Bescherming op het Werk, de aanklager alsook de aangeklaagde personen zouden worden gevolgd. Er zou eventueel kunnen worden voorgesteld dat deze laatsten een opleiding “diversiteit” zouden volgen.

7. De administratie werkt met de dienst van Preventie en Bescherming op het Werk op het vlak van het respect op het werk, de rechten en de plichten van de ambtenaren. De FOD Volksgezondheid maakt bovendien deel uit van de focusgroep van de studie “vertegenwoordiging van homoseksualiteit in de Belgische overheidsdiensten” waarvan het eindverslag in maart 2007 is gepubliceerd dat u kan consulteren op:

http://www.diversite.be/?action=publicatie detail&id=26&thema=2

8. Sommige personeelsleden hebben deel uitgemaakt van de focusgroepen en het verslag bevindt zich op het intranet.

9. Alles wat betrekking heeft op psychosociale belasting wordt momenteel voorbereid om op het intranet van de FOD te worden geplaatst. Dit thema wordt net zoals andere in het kader van het onthaal van nieuwe medewerkers behandeld.