Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5205

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Aandelenopties - Voorafbetaling van belastingen - Zakken van het aandeel onder de aankoopprijs - Verlies

participatie van de werknemers
belasting van natuurlijke personen

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
20/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5061

Vraag nr. 4-5205 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Aandelenopties worden vaak gebruikt als vergoeding voor kaderpersoneel, maar ook werknemers kunnen bij bepaalde bedrijven dit voordeel genieten.

Aandelenopties geven het recht om aandelen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs gedurende een welbepaalde periode. Als de waarde van het aandeel na de sperperiode boven de uitoefenprijs ligt, realiseert de werknemer een meerwaarde bij het lichten van de opties.

Als de waarde van het aandeel onder de uitoefenprijs zakt, schiet de werknemer de voorafbetaalde belasting erbij in.

Momenteel noteren ongeveer 73 % van de sinds 2003 uitgegeven werknemersopties “ out of money “, wat betekent dat de koers van het aandeel een stuk onder de uitoefenprijs van de optie ligt.

De beurscrash van 2008 maakte de aandelenopties, die heel wat werknemers bovenop hun basisloon ontvingen, een stuk minder waard. Hierdoor leiden ze niet enkel loonverlies en dus koopkrachtverlies, maar tevens moest er belasting worden betaald op het aldus niet verdiende loon.

Daarom deze vragen:

1.Is de geachte minister op de hoogte van deze financiële problemen van de werknemers die aandelenopties kregen?

2.Wat zijn de voor- en nadelen van ons systeem?

3.Is hij het er mee eens dat door de ineenstorting van de beurs men een voordeel belast heeft, dat er misschien nooit één zal worden voor de betrokken werknemers?

4.Heeft hij een zicht op het aantal gedupeerde werknemers?

5.Hoeveel belasting werd er geïnd naar aanleiding van de uitgifte van aandelenopties sinds het begin van deze legislatuur? Graag kreeg ik een opsplitsing per jaar en per gewest.

6.Zal hij maatregelen nemen om de onrechtvaardig geïnde belastingen op waardeloos geworden aandelenopties terug te betalen aan de gedupeerde werknemers?

7.Is hij van plan dat systeem na tien jaar te evalueren en te herzien? Zo ja, wanneer dan?

Antwoord ontvangen op 20 januari 2010 :

Het belastingstelsel van aandelen-opties toegekend uit hoofde of naar aan-leiding van de beroepswerkzaamheid van de begunstigde, wordt bepaald door de artikelen 41 tot 47 en 49, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, zoals gewijzigd door de artike-len 403 tot 407 van de Programmawet (I) van 24 december 2002.

Daaruit blijkt ondermeer dat wanneer de begunstigde het aanbod ten laatste op de zestigste dag die volgt op de datum van het aanbod, schriftelijk heeft aanvaard, de optie uit fiscaal oogpunt geacht wordt op die zestigste dag te zijn toegekend, zelfs indien aan de uitoefening van de optie opschortende of ontbindende voorwaarden zijn verbonden. De begunstigde die vóór het verstrijken van die termijn de aanbieder niet schriftelijk de aanvaarding van het aanbod heeft medegedeeld, wordt geacht het aanbod te hebben geweigerd.

Overeenkomstig artikel 42 van voornoemde wet vormen dergelijke aandelenopties voor de begunstigde een beroepsinkomen dat belastbaar is op het ogenblik van de toekenning ervan.

Gelet op het voorgaande is het zo dat, wanneer de aandelenopties vanuit fiscaal standpunt zijn toegekend en naderhand waardeloos zouden worden, omwille van bijvoorbeeld een waardedaling van de onderliggende aandelen, die omstandigheid geen weerslag heeft op de belastbaarheid van de aan de opties verbonden voordelen op het ogenblik van de toekenning ervan. De toekenning ervan geeft in principe aanleiding tot een verplichting van betaling van bedrijfsvoorheffing. Deze bedrijfsvoorheffing maakt een verrekenbare voorheffing uit in de personenbelasting of in de belasting van niet-inwoners / natuurlijke personen die ten name van de begunstigde zal worden ingekohierd.

De naar aanleiding hiervan gevestigde belasting is dus definitief en kan niet worden gerecupereerd.

Bij de invoering van het belastingstelsel met betrekking tot aandelenopties werd destijds gestreefd naar een regeling die soepel en eenvoudig was en die ter beschikking stond van alle ondernemingen, ongeacht hun omvang, het aantal werknemers, de sector en de omstandigheid of de aandelen ervan al dan niet op de beurs zijn genoteerd. De wetgever heeft hierbij geopteerd voor een aanslagregime waarbij de aandelenopties forfaitair worden belast op het ogenblik van hun toekenning, met dien verstande evenwel dat de voordelen die later in voorkomend geval worden verwezenlijkt, in principe geen belastbare inkomsten uitmaken. Er mag inderdaad niet uit het oog worden verloren dat de aandelenopties een waarde op zich hebben en het is die waarde die de wetgever heeft willen belasten.

De verkrijger van de optie beschikt overigens over een bedenktijd van zestig dagen, te rekenen vanaf de datum van het aanbod, om dit aanbod te aanvaarden of te weigeren, waarbij hij met name rekening kan houden met de fiscale last en met de vooruitzichten op winst. Het risico dat is verbonden aan het gebrek aan zekerheid op toekomstige winsten maakt integraal deel uit van het mechanisme van aandelenopties. In dit verband leg ik nogmaals de nadruk op het feit dat, voor een aanbod van opties vanaf 10 januari 2003, een schriftelijke aanvaarding vanwege de begunstigde is vereist opdat een aanbod van opties tot een belastbare toe-kenning van opties zou kunnen leiden, zodat een dergelijke toekenning dus voortvloeit uit een uitdrukkelijke keuze van de begunstigde.

Er wordt momenteel dan ook niet overwogen om de wetgeving ter zake te wijzigen.

Niettemin ben ik zeer goed op de hoogte van de realiteit van de financiële markten. In dit opzicht vestig ik de aandacht van het geachte lid dan ook op het feit dat, nadat artikel 407 van de Programmawet (I) van 24 december 2002 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2002, 1° Ed.) reeds eerder een mogelijkheid voorzag tot verlenging van de uitoefenperiode (met hoogstens drie jaar) van aandelenoptieplannen afgesloten tussen 1 januari 1999 en 31 december 2002 zonder bijkomende fiscale last, ook art. 21 van de Economische Herstelwet van 27 maart 2009 (Belgisch Staatsblad van 7 april 2009) een gelijkaardige mogelijkheid voorziet tot verlen-ging van de uitoefenperiode (met hoogstens vijf jaar) van aandelenoptieplannen afgesloten tussen 1 januari 2003 en 31 augustus 2008.

De onderstaande tabel biedt tenslotte een overzicht van de opbrengst van de belasting van aandelenopties per begrotingsjaar. Teneinde de fundamentele trend beter te kunnen inschatten, is de evolutie sinds het jaar 2005 weergegeven.

Voor de jaren 2005 tot 2008 zijn de definitieve opbrengsten opgenomen in de tabel.

Voor het jaar 2009 gaat om vermoedelijke ontvangsten gezien de definitieve toestand op heden nog niet gekend is. Dit cijfer kan dus nog het voorwerp uitmaken van wijzi-gingen. Het vrij substantiële bedrag, vermeld in de tabel, vloeit voort uit het gecombineerde effect van enerzijds, de boom van de hoogconjunctuur in 2007 en, anderzijds, de versnelde inkohiering in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2009.

Wat het jaar 2010 betreft, gaat het om de ramingen weerhouden bij de opmaak van de initiële begroting voor 2010.

Jaar

Bedrag

2005

33 557 134 euro

2006

37 438 018 euro

2007

38 751 395 euro

2008

51 849 576 euro

2009

87 501 776 euro1)

2010

50 000 000 euro(2)

  1. vermoedelijke ontvangsten

  2. ramingen

Er dient evenwel opgemerkt dat een gewestelijke opdeling van deze statistiek niet beschikbaar is.

Mijn administratie beschikt evenmin over gegevens met betrekking tot het aantal uit hoofde of naar aanleiding van de beroepswerkzaamheid toegekende aandelenopties die daadwerkelijk worden gelicht.