Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5193

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Personenbelasting - Controle van de aangiften - Criteria

inkomstenbelasting
belasting van natuurlijke personen
belastingaangifte
fiscale controle

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
9/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4888

Vraag nr. 4-5193 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De controle van de honderdduizenden aangiften in de personenbelasting is geen sinecure voor de belastingsadministratie. Alle aangiften controleren is dan ook volstrekt onmogelijk.

Dat veronderstelt dat er in de praktijk een selectie wordt gemaakt van de te controleren aangiftes.

Graag had ik van u het volgende geweten:

1. Op basis van welke criteria wordt beslist om deze of gene personen, groep of categorie van personen te controleren?

2. Bestaan er al dan niet jaarlijkse veranderlijke criteria? Is er met andere woorden een soort van " roulatiesysteem " zodat zoveel mogelijk mensen tijdens hun leven toch eens aan een controle worden onderworpen? Of kiest men telkens voor dezelfde personen, groep of categorie van personen?

3. Wie beslist desgevallend over de te volgen criteria voor controle?

Antwoord ontvangen op 9 december 2009 :

  1. De controle van de aangiften in de personenbelasting gebeurt door de controlecentra en de klassieke diensten van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit (AOIF). Het principe is dat alle grondige verificaties door de controlecentra worden uitgevoerd en de overige verificaties door de klassieke diensten.

    De selectie van de te onderzoeken aangiften door de controlecentra en de klassieke diensten wordt voorzien in het jaarlijkse controleprogramma. Deze selectie gebeurt deels op centraal niveau en deels op lokaal niveau. Een interne instructie inzake selectie wordt jaarlijks verspreid onder de betrokken ambtenaren.

    Het belangrijkste deel van het jaarlijkse controleprogramma (85 %) wordt geselecteerd op centraal niveau.

    Deze centrale selectie van de te onderzoeken dossiers bestaat enerzijds uit lijsten met de te controleren dossiers en anderzijds uit opdrachten van de centrale diensten. Deze opdrachten van de centrale diensten worden geselecteerd onder andere door de dienst doelgroepenstrategie van de AOIF (gerichte acties, sectorale acties, thematische acties in het kader van risicobeheer), door de hogere overheid en door multilaterale controles.

    Het systeem van zo'n gecentraliseerde selectie is objectief en draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de controle-inspanning.

    De dossiers van het resterende deel van het jaarlijkse controleprogramma (15 %) worden geselecteerd op lokaal vlak door de bevoegde controlecentra en klassieke diensten. Deze selectie van de te onderzoeken dossiers noemt men het aanvullend programma.

    De bedoeling hier is dossiers die een hoog frauderisico vertonen te selecteren op basis van onder andere plaatselijke kennis, ontvangen klachten, vaststellingen die werden gedaan door de opsporingsdiensten, enz

    Toezicht op de selectieactiviteiten binnen het aanvullend programma in de controlecentra en de klassieke diensten gebeurt respectievelijk door de gewestelijk directeur van het controlecentrum en de directeur taxatie van de klassieke diensten.

    Het geachte lid zal wel begrijpen dat om evidente redenen niet verder in detail kan worden ingegaan op de gebruikte selectiecriteria.

  2. Het jaarlijkse controleprogramma en de selectiecriteria worden regelmatig geëvalueerd en aangepast op basis van bekomen feedback, analyses en vaststellingen.

    Het is geenszins de bedoeling van de AOIF om jaar na jaar steeds opnieuw dezelfde dossiers te selecteren. Jaarlijkse verificaties van dossiers mogen evenwel niet uitgesloten worden indien er redenen zijn om dit te doen.

  3. De selectie van de te onderzoeken dossiers is, zoals blijkt uit voorgaande, een verantwoordelijkheid van enerzijds de centrale diensten en anderzijds de controlecentra en de lokale klassieke taxatiediensten.