Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4994

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 10 november 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Notionele intrest - Concurrentie door de Nederlandse "Groepsrentebox" - Effecten op onze werkgelegenheid

steun aan ondernemingen
multinationale onderneming
Nederland
belastingaftrek
vennootschapsbelasting
schepping van werkgelegenheid
investeringshulp

Chronologie

10/11/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5197

Vraag nr. 4-4994 d.d. 10 november 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Nederland werd onlangs een fiscale maatregel goedgekeurd die als expliciet doel heeft om de Belgische regeling inzake de notionele intrest te counteren.

De Europese Commissie zette onlangs het licht op groen voor minimale taxatie (5 %) van “ intercompany ” groepsrente in Nederland. Op die manier zet Nederland openlijk de aanval in op de Belgische notionele interestaftrek. In 2007 trof de Nederlandse regering een eerste batterij maatregelen om de leegloop van Nederlandse multinationals naar ons land stop te zetten. Aldus liet de Nederlandse regering weten aan de Nederlandse ondernemingen dat Nederlandse bedrijven die naar België vertrekken geen aanspraak meer kunnen maken op vrijstelling van de Nederlandse dividendbelasting. Met de zogenaamde “ Groepsrentebox ” steekt Nederland een tandje bij.

Ik heb dan ook volgende vragen:

1.Klopt mijn informatie als zou deze Nederlandse maatregel vooral bedoeld zijn om de hoofdzetels van onder meer Nederlandse multinationals terug in eigen land te krijgen?

2.Kan de geachte minister toelichten welke voordelen de Nederlandse “ groepsrentebox “ heeft en kan hij deze fiscale voordelen vergelijken met de voordelen tengevolge de huidige notionele intrest-regeling?

3.Meent hij dat de Nederlandse doelstelling om de hoofdzetels van multinationals uit ons land weg te lokken kans op slagen heeft en zo ja, moet de notionele intrestregeling dan niet worden geoptimaliseerd? Kan u dit uitvoerig toelichten?

4.Kan hij aangeven welke rechtstreekse en onrechtstreekse tewerkstelling gecreëerd werd in ons land tengevolge de notionele intrest-regeling? Zijn deze jobs heden in gevaar?

5.Welke maatregelen acht hij opportuun om de zetels van multinationale ondernemingen naar ons land te doen verhuizen alsook de huidige zetels in ons land te houden?