Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4779

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 15 oktober 2009

aan de minister van Klimaat en Energie

Labeling van elektrische huishoudapparaten - CO2-uitstoot - Geraamde effecten

huishoudelijk apparaat
etiketteren
energieverbruik
Europese norm
vermindering van gasemissie
energiebesparing
Protocol van Kyoto

Chronologie

15/10/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 20/11/2009)
18/11/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4779 d.d. 15 oktober 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het Federaal Klimaatplan wordt geschat dat de uitbreiding van de labeling voor elektrische huishoudapparaten zal leiden tot een besparing van 100 000 ton CO2. Deze maatregel gaat over de uitbreiding van het bestaande Europese labelsysteem voor huishoudtoestellen door invoering van de energieklassen A+ en A++ voor koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan. Het gaat om de Europese richtlijn 2003/66/EG van de Commissie van 3 juli 2003 tot w?ziging van richtl?n 94/2/EG houdende uitvoeringsbepalingen van richtl?n 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van huishoudel?ke elektrische koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan betreft, die in Belgisch recht werd omgezet via een ministerieel besluit. Behalve de omzetting naar Belgisch recht en het toezicht op de toepassing van de richtlijn is er geen specifieke Belgische maatregel. Het Rekenhof merkt dan ook terecht op dat het onduidelijk is op basis van welke cijfergegevens de federale overheid door betere labeling hoopt te komen tot een besparing van 100 000 ton CO2 per jaar.

1.Welke schattingen liggen aan de basis van dit getal van 100 000 ton?

2.Werd hier gebruikt gemaakt van analogieën met buitenlandse besparingsmaatregelen? Zo ja, welke?

Antwoord ontvangen op 18 november 2009 :

1. Het Rekenhof vermeldt inderdaad een reductie van 100 000 ton CO2-equivalent voor de federale maatregel in verband met de labelling van de elektrische huishoudtoestellen. Dit cijfer werd vastgesteld in het kader van de uitbreiding van het systeem van labels door de minister van Leefmilieu, consumentenzaken en duurzame ontwikkeling tijdens de tweede zitting van de 51ste zittingsperiode, op 21 april 2004, in aansluiting op de akkoorden van Oostende van 20 en 21 maart 2004. De recente studie in verband met de evaluatie van de impact van de federale beleidsmaatregelen kon dit cijfer niet bevestigen (noch weerleggen)

Tijdens de ministerraad van 18 maart 2007 te Leuven, werd beslist om deze maatregel te versterken door de toestellen uit een lagere klasse (B, C, D…) te vervangen door toestellen van klasse A of hoger (A+ et A++), via het uit de markt halen in België van de meest energieverslindende toestellen. Het effectieve verbod om toestellen uit de lagere klassen op de markt te brengen werd echter afgewezen door de Europese Commissie. In het nationaal klimaatplan is de overeenstemmende emissiereductie trouwens niet opgenomen tengevolge van deze beslissing.

In het kader van de ecolabel richtlijn, heeft het Zweeds voorzitterschap een veeleisende tekst voorgesteld die tegemoetkomt aan zowel de belangrijke technologische evolutie van de toestellen als de noodzaak aan voorlichting van de verbruiker.

Toch zet de regering haar inspanningen verder om de consument aan te sporen tot het nemen van meer verantwoorde en milieuvriendelijkere keuzes, conform de beleidsrichtingen bepaald in het kader van de Lente van het Leefmilieu; dit wordt onder meer gepromoot via de campagne energievreters. Er zijn trouwens werkzaamheden aan de hand met de betrokken partijen om de beschikbare milieu-informatie te rationaliseren en de daaraan gekoppelde methodes uit te werken. Er zouden binnenkort pilootprojecten in die zin moeten van start gaan.

2. Bij mijn weten werd de impact van deze maatregel niet vergeleken met gelijkaardige maatregelen in het buitenland.