Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-275

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 30 januari 2008

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Beveiliging tegen inbraak of brand - Belastingvermindering - Eigenaars appartementen

brandbestrijding
diefstal
belastingaftrek
mede-eigendom
belasting van natuurlijke personen

Chronologie

30/1/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
19/3/2008Dossier gesloten

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-274
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-595

Vraag nr. 4-275 d.d. 30 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Met ingang van het aanslagjaar 2008 werd een belastingvermindering gecreëerd voor beveiliging tegen inbraak of brand (artikel 145/31 van het Wetboek van de inkomsten belastingen 1992).

Wat betreft de maatregelen die in aanmerking komen voor brandpreventie, lijken er mij nog een aantal leemtes te bestaan (artikel 63/16 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomsten belastingen 1992). Zo lijkt het alsof er nogal wordt uitgegaan van de brandveiligheid voor een doorsnee alleenstaande woning, terwijl de wettelijke verplichte maatregelen voor brandpreventie in bijvoorbeeld een appartementsgebouw nauwelijks onder de regeling valt:

1. de plaatsing van pictogrammen voor het aanduiden van de vluchtweg/uitgang;

2. de plaatsing van noodverlichting voor het verlichten van de evacuatiewegen;

3. de brandblussers worden meestal niet aangekocht, maar gehuurd via een onderhoudscontract met een gespecialiseerde firma;

4. de deur tussen het appartement en de trappenhal moet een brandweerstand hebben van minstens een half uur.

Hierdoor lijkt het als de eigenaars van een appartement fiscaal worden benadeeld ten opzichte van de eigenaars van alleenstaande woningen.

1. Is de geachte minister gewonnen voor het idee om de maatregelen die in aanmerking komen voor de belastingvermindering uit te breiden tot de wettelijke verplichte brandpreventienormen die gelden voor appartementsgebouwen?

2. Een vereniging van mede-eigenaars wordt fiscaal als een feitelijke vereniging beschouwd, en dus rechtstreeks in hoofde van de eigenaars belast. Zal men dan een regeling uitwerken zoals bij de belastingvermindering voor energievriendelijke investeringen waarbij de eigenaar van elk appartement verhoudingsgewijs met zijn aandeel in de mede-eigendom van de belastingvermindering kan genieten?