Defensie - Prestaties aan derden - Criteria
officiële statistiek
geografische spreiding
krijgsmacht
12/1/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009) |
13/2/2009 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2087
Het komt voor dat Defensie middelen ter beschikking stelt aan derden. Ik denk hierbij aan het uitlenen van stroomgroepen, tribunes, podia, transport voor verenigingen, …
Kan de geachte minister mij melden wat de criteria zijn die gevolgd worden bij het al dan niet ingaan op dergelijke vragen ?
Wie beslist hier uiteindelijk over ?
Kan ik een overzicht krijgen van het aantal vragen die hem werden voorgelegd in 2007 en in het lopend jaar 2008, en dit opgesplitst per provincie, waarbij tevens wordt meegegeven op welke vragen positief dan wel negatief werd geantwoord ?
Klopt het dat hij in deze een strenger beleid voert dan zijn voorganger en graag had ik geweten wat de eventuele verschillen zijn qua toekenning ?
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
Het al dan niet ingaan op een aanvraag hangt af van volgende elementen:
- De aanvraag moet passen in het wettelijk kader, momenteel beperkt tot artikel 151 van de programmawet van 2 augustus 2002;
- De gevraagde steun moet haalbaar zijn, zonder de werking van Defensie te verstoren;
- Er moet een opportuniteit zijn voor Defensie onder de vorm van bijvoorbeeld PR-return, imago, trainingsmogelijkheden, in ere houden van militaire tradities.
Van zodra het inzetten of uitlenen van militair materieel kosten meebrengt voor Defensie neem ik de beslissing op basis van een dossier opgesteld door de Defensiestaf. Mijn Kabinet is momenteel in samenspraak met de Defensiestaf een Ministerieel Besluit aan het opstellen ten einde juridisch op een correcte wijze uitvoering te geven aan artikel 151 van de programmawet. Dit Ministerieel Besluit zal de essentiële uitvoeringsbepalingen bevatten. Het zal na het inwinnen van de nodige adviezen, in maart 2009 worden gepubliceerd. Een eerste werkvergadering heeft al plaatsgevonden met de Inspectie van Financiën aan wie het ontwerp MB nu ter advies voorligt.
In bijlage vindt u een overzicht per provincie van het aantal dossiers in 2007 en 2008.
Mijn beleid is gebaseerd op het strikt respecteren van artikel 151 van de programmawet en de wetgeving inzake oneerlijke concurrentie.
Dossiers Uitvoering 2007 – Dossiers Exécution 2007 |
|
Positief Positif |
Negatief Négatif |
Totaal Total |
Over Prov heen – Plusieurs Prov. |
18 |
0 |
18 |
Antwerpen - Anvers |
19 |
0 |
19 |
Limburg - Limbourg |
18 |
2 |
20 |
Vlaams-Brabant – Brabant Flamand |
21 |
1 |
22 |
Oost-Vlaanderen – Flandre Orientale |
21 |
2 |
23 |
West-Vlaanderen – Flandre Occidentale |
49 |
0 |
49 |
Brussel Hoofdstad – Bruxelles Capitale |
53 |
5 |
58 |
Waals-Brabant – Brabant Wallon |
54 |
5 |
59 |
Henegouwen - Hainaut |
37 |
1 |
38 |
Luik - Liège |
41 |
3 |
44 |
Luxemburg -Luxembourg |
31 |
6 |
37 |
Namen - Namur |
20 |
6 |
26 |
|
382 |
31 |
413 |
Dossiers Uitvoering 2008 - Dossiers Exécution 2007 |
|||
|
Positief Positif |
Negatief Négative |
Totaal Total |
Over Prov heen – Plusieurs Prov. |
18 |
5 |
23 |
Antwerpen - Anvers |
13 |
6 |
19 |
Limburg - Limbourg |
19 |
4 |
23 |
Vlaams-Brabant – Brabant Flamand |
8 |
9 |
17 |
Oost-Vlaanderen – Flandre Orientale |
22 |
14 |
36 |
West-Vlaanderen – Flandre Occidentale |
33 |
8 |
41 |
Brussel Hoofdstad – Bruxelles Capitale |
22 |
15 |
37 |
Waals-Brabant – Brabant Wallon |
6 |
13 |
19 |
Henegouwen - Hainaut |
7 |
8 |
15 |
Luik - Liège |
13 |
9 |
22 |
Luxemburg -Luxembourg |
13 |
9 |
22 |
Namen - Namur |
8 |
9 |
17 |
|
182 |
109 |
291 |