Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2239

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Vennootschapsrecht - Fiscaal recht - Neerlegging van de jaarrekening - Verhouding tussen de termijnen

vennootschapsrecht
fiscaal recht
balans
inkomstenbelasting
vennootschapsbelasting
verificatie van de rekeningen

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
5/2/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-511

Vraag nr. 4-2239 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De termijnen van artikel 310, eerste lid, van het Wetboek van de inkomsten belastingen 1992 zijn nagenoeg dezelfde als die van het vennootschapsrecht inzake de neerlegging van de jaarrekening.

Als de jaarrekening niet tijdig ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de algemene vergadering bestaat het risico dat niet voldaan kan worden aan de toepassing van beide wetgevingen.

Daarom kreeg ik graag een antwoord op deze vragen.

1) Mag de rechtsonderhorige een niet goedgekeurde jaarrekening neerleggen en later een verbeterde versie van de goedgekeurde jaarrekening na de fiscale aanpassing te hebben verwerkt?

2) Indien niet, is het vennootschapsrecht hierin van dwingend recht?

Antwoord ontvangen op 5 februari 2009 :

Vooreerst wens ik op te merken dat de door het geachte lid gestelde vraag erg onduidelijk is, zodat geen eenduidig antwoord kan worden verstrekt en meerdere hypothesen in aanmerking zouden kunnen worden genomen.

Op het algemene vlak zou kunnen worden verondersteld dat het geval wordt bedoeld waarbij een niet goedgekeurde jaarrekening aan de aangifte in de vennootschapsbelasting wordt toegevoegd en nadien de jaarrekening door de algemene vergadering van de aandeelhouders wordt goedgekeurd en neergelegd waarbij deze laatste verschilt van de bij de aangifte in de vennootschapsbelasting toegevoegde "voorlopige" jaarrekening.

Ik meen er dan ook best aan te doen het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat werd verstrekt op de vraag nr. 50-454 van 18 september 2000, gesteld door volksvertegenwoordiger Servais Verherstraeten (Kamer, Vragen en Antwoorden nr. 50-143, blz. 18104). Bovendien wens ik eraan te herinneren dat op basis van artikel 311 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) de directeur-generaal van de Directe Belastingen of zijn gedelegeerde afwijkingen kunnen toestaan van inzonderheid de in artikel 310, WIB 92, gestelde termijnen.

Wanneer het geachte lid evenwel een concreet geval beoogt, ben ik bereid deze zaak door mijn diensten te laten onderzoeken indien mij het adres en de identiteit van de betrokken vennootschap, alsmede de noodzakelijke beoordelingselementen worden meegedeeld.