Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-114

van Michel Delacroix (FN) d.d. 20 december 2007

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie

Justitiepaleis van Brussel - Kerstversiering - Beslissing tot verwijdering - Instructies

openbaar gebouw
gebruiken en tradities
islam
christendom
scheiding tussen kerk en staat

Chronologie

20/12/2007Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 25/1/2008)
20/12/2007Antwoord

Vraag nr. 4-114 d.d. 20 december 2007 : (Vraag gesteld in het Frans)

Het dagblad La Dernière Heure meldde onlangs dat de kerstversieringen aan de ingang van het justitiepaleis op het – ongelukkige – initiatief van een overijverige ambtenaar door de dienstdoende gerechtsboden illico presto moesten worden verwijderd, om “een deel van de mensen die het paleis binnengaan” niet te choqueren. Hij voegde eraan dat men “neutraal moest blijven voor de moslims”.

Naast het feit dat de motivatie voor die verwijdering inhoudt dat er in het justitiepaleis meer moslims komen dan elders, wat racistisch en discriminerend is, betekent dit ook dat we in België niet langer kunnen leven volgens onze eigen tradities die, of men dat nu graag heeft of niet, een hoofdzakelijk christelijke oorsprong hebben. Kerstmis maakt daar integraal deel van uit.

Het dagblad maakte bovendien gewag van een heuse terroristische houding vanwege de ambtenaar die de censuur heeft uitgevaardigd. De gerechtsboden hadden namelijk ook formeel verbod gekregen om te praten met journalisten en werden zelfs bij hun oversten op het matje geroepen omdat ze geantwoord hadden op – overigens terechte – vragen die hen werden gesteld.

Het is in een democratisch land onaanvaardbaar dat men de persvrijheid aan banden legt door ambtenaren het zwijgen op te leggen en met tuchtrechtelijke sancties te dreigen.

Het verheugde me evenwel dat u het initiatief om de kerstdecoratie te verwijderen volgens de pers niet goedkeurde en dat u opkwam voor het recht om de gebouwen te versieren conform de gewoonten van het land.

Ik had graag vernomen of u van plan bent instructies te geven om de tradities te eerbiedigen in de gebouwen van Justitie en of u tuchtrechtelijke stappen overweegt ten opzichte van de ambtenaar die het initiatief genomen heeft voor de verwijdering en de onaanvaardbare beperking van de vrije meningsuiting.

Antwoord ontvangen op 20 december 2007 :

Ik stel vast dat uw vraag een zeer lange uiteenzetting van sommige feiten, evenals commentaren bevat, om te eindigen met een beperkte vraag. Uit mijn antwoord op uw vraag mag u niet afleiden dat ik instem met de uitgedrukte opinies in de afwikkeling van de vraag.

De instructies inzake decoraties van gebouwen zijn gegeven in de omzendbrief nr. 025 die ruimschoots voldoet. Ik ben niet van plan extra maatregelen te nemen en ik verwijs u voor het overige naar de gegeven uitleg in het kader van de schriftelijke vragen nrs. 4-187 en 4-189 die al over dit onderwerp gesteld werden. Wat mij betreft, beschouw ik dit incident als definitief gesloten.