SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2019-2020 Zitting 2019-2020
________________
26 mai 2020 26 mei 2020
________________
Question écrite n° 7-575 Schriftelijke vraag nr. 7-575

de Carina Van Cauter (Open Vld)

van Carina Van Cauter (Open Vld)

au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé du Commerce extérieur

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel
________________
Prisons - Suicides - Chiffres - Prévention - Directives - Concertation avec les Communautés Gevangenissen - Zelfmoorden - Cijfers - Preventie - Richtlijnen - Overleg met de Gemeenschappen 
________________
établissement pénitentiaire
détenu
suicide
statistique officielle
strafgevangenis
gedetineerde
zelfmoord
officiële statistiek
________ ________
26/5/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/6/2020)
25/6/2020Antwoord
26/5/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/6/2020)
25/6/2020Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 7-574 Aussi posée à : question écrite 7-574
________ ________
Question n° 7-575 du 26 mai 2020 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-575 d.d. 26 mei 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Entre 2000 et 2016, 262 détenus ont mis fin à leurs jours dans nos prisons.

Une étude de l'Université de Gand a affiné les chiffres. En 2017, 13 détenus se sont suicidés. En Belgique, le taux de suicide des détenus (nombre de suicides par 100 000 détenus) était de 136 en 2014 (cf. Conseil de l'Europe, 2017). C'est six fois plus que dans l'ensemble de la population belge.

Les pensées suicidaires et les tentatives de suicide sont également plus fréquentes chez les détenus que dans la population générale. Un détenu sur quatre a pensé au suicide (24,9 %) et 9,5 % ont fait une tentative en cours de détention (cf. Favril, 2017).

Pour la population flamande en général, la «prévalence vie entière» est respectivement de 14 % et de 4,2 % (cf. Gisle, 2014).

En prison, un décès sur trois est dû à un suicide.

Un suicide sur cinq survient au cours du premier mois d'incarcération et un sur dix se produit dans une cellule de sécurité ou d'isolement (cf. Favril, 2017).

Cette question concerne une matière communautaire transversale: la prévention du suicide est une matière complexe impliquant diverses instances; l'autorité fédérale a un rôle à jouer, de même que les Communautés dans le cadre de l'aide aux personnes. Je souhaiterais dès lors poser, à ce sujet, les questions suivantes:

1) Combien de détenus se sont-ils suicidés dans nos établissements pénitentiaires au cours des trois dernières années (2017, 2018 et 2019)? Le ministre pourrait-il ventiler les chiffres en trois catégories: prévenus, condamnés et internés?

2) Combien de tentatives de suicide ont-elles eu lieu dans nos établissements pénitentiaires au cours des trois dernières années (2017, 2018 et 2019)? Le ministre pourrait-il ventiler les chiffres en deux catégories: prévenus et condamnés?

3) Combien de détenus par an ont-ils été victimes de meurtre dans nos prisons au cours des années 2017, 2018 et 2019?

4) Existe-t-il des directives générales relatives à la prévention du suicide dans les prisons? Dans l'affirmative, le ministre pourrait-il les énoncer brièvement et les commenter? Dans la négative, pour quelle raison et quand ces directives seront-elles disponibles?

5) Le ministre peut-il commenter ces chiffres? Se concerte-t-il régulièrement à ce sujet avec les Communautés, compétentes pour la prévention du suicide? Peut-il expliquer les résultats de cette concertation?

 

Tussen 2000 en 2016 hebben 262 gedetineerden zelfmoord gepleegd binnen de gevangenismuren.

Een onderzoek van de Universiteit van Gent ging dieper in op de cijfers. In 2017 overleden 13 gedetineerden door zelfdoding. De «suïciderate» van gevangenen (aantal zelfdodingen per 100 000 gedetineerden) in België bedroeg 136 in 2014 (cf. Raad van Europa, 2017). Dit is zes keer hoger dan in de algemene populatie in België.

Ook zelfmoordgedachten en -pogingen komen meer voor bij gedetineerden dan bij de algemene populatie. Tijdens de huidige detentie dacht één op de vier aan zelfmoord (24,9 %) en 9,5 % ondernam tijdens hun detentie een poging (cf. Favril, 2017).

De «lifetime» preventie in Vlaanderen is respectievelijk 14 % en 4,2 % (cf. Gisle, 2014).

Eén op drie overlijdens in de gevangenis is een zelfdoding.

Een vijfde van alle zelfmoorden gebeurt binnen de eerste maand na opsluiting en één op de tien vindt plaats in een veiligheids- of isolatiecel (cf. Favril, 2017).

Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen: zelfmoordpreventie is een complexe materie waar verschillende instanties bij betrokken zijn, waaronder naast de federale overheid de Gemeenschappen in het kader van hulp aan personen.

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Hoeveel gedetineerden pleegden zelfmoord in een penitentiaire instelling de jongste drie jaar (2017, 2018 en 2019)? Kan de geachte minister indien mogelijk de cijfers opsplitsen al naargelang de betrokkenen beklaagden, veroordeelden of geïnterneerden betrof?

2) Hoeveel pogingen tot zelfmoord vonden plaats de jongste drie jaar (2017, 2018 en 2019) in een penitentiaire instelling? Kan hij indien mogelijk de cijfers opsplitsen al naargelang de betrokkenen beklaagden of veroordeelden waren?

3) Hoeveel gedetineerden het slachtoffer werden van moord in de gevangenissen en dit respectievelijk op jaarbasis voor 2017, 2018 en 2019?

4) Bestaan er overkoepelende richtlijnen over zelfmoordpreventie in de gevangenissen? Zo ja, kan hij deze overlopen en toelichten? Zo neen, waarom niet en wanneer kunnen we deze verwachten?

5) Kan hij deze cijfers duiden? Heeft hij hieromtrent regelmatig overleg met de Gemeenschappen gezien zij bevoegd zijn voor zelfmoordpreventie? Kan hij de resultaten van dit overleg toelichten?

 
Réponse reçue le 25 juin 2020 : Antwoord ontvangen op 25 juni 2020 :

En réponse à cette question, je me réfère à la réponse à la question écrite no 7-574 adressée au ministre de la Justice.

Voor het antwoord op de vraag verwijs ik naar het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 7-574 gesteld aan de minister van Justitie.