SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2023-2024 Zitting 2023-2024
________________
9 février 2024 9 februari 2024
________________
Question écrite n° 7-2205 Schriftelijke vraag nr. 7-2205

de Rik Daems (Open Vld)

van Rik Daems (Open Vld)

au secrétaire d'État à la Digitalisation, chargé de la Simplification administrative, de la Protection de la vie privée et de la Régie des bâtiments, adjoint au Premier Ministre

aan de staatssecretaris voor Digitalisering, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en de Regie der gebouwen, toegevoegd aan de Eerste Minister
________________
Infox - Rapport d'information du Sénat en matière de lutte contre les infox (fake news) - Médias sociaux - Désinformation - Chiffres et tendances Fake news - Informatieverslag van de Senaat inzake de bestrijding van fake news - Sociale media - Desinformatie - Cijfers en tendensen 
________________
désinformation
médias sociaux
statistique officielle
suivi rapport d'information
desinformatie
sociale media
officiële statistiek
opvolging informatieverslag
________ ________
9/2/2024Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/3/2024)
9/2/2024Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/3/2024)
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 7-1837 Herindiening van : schriftelijke vraag 7-1837
________ ________
Question n° 7-2205 du 9 février 2024 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-2205 d.d. 9 februari 2024 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le vendredi 19 novembre 2021, l'assemblée plénière du Sénat a adopté le rapport d'information concernant la nécessaire collaboration entre l'autorité fédérale et les Communautés en matière de lutte contre les infox (fake news) (doc. Sénat, nº 7 110/3).

Ces dernières années, l'utilisation de l'internet, et plus particulièrement celle des médias sociaux, a connu un essor sans précédent. Grâce aux médias sociaux, les gens sont beaucoup plus en contact les uns avec les autres et, par ce canal, ils échangent des informations et des opinions. Les médias sociaux contribuent ainsi à une démocratisation accrue de notre société, en brisant les structures de pouvoir existantes (voir https://www.senate.be/www/?MIval=index_senate&MENUID=28000&LANG=fr ).

Mais cette médaille a aussi un revers. Les infox, les fausses informations et même la manipulation des images, des actualités et du son deviennent des instruments utilisés dans le but délibéré d'influencer et de manipuler le citoyen et la société.

Les phénomènes tels que la désinformation et le trucage de vidéos prennent de plus en plus d'ampleur dans les médias mais également dans la vie politique. Il s'agit d'un phénomène tant national qu'international. Ces procédés engendrent de grands risques de radicalisation, de polarisation et de manipulation par des autorités étrangères ou par des groupements extrémistes qui menacent notre société.

Leur objectif est clair: par l'utilisation systématique de la désinformation, ils veulent semer la discorde, miner la confiance dans nos institutions démocratiques et, ainsi, déstabiliser et affaiblir notre société tout entière.

Les menaces grandissent à mesure que les armes de désinformation se perfectionnent, qu'il s'agisse d'usines à trolls financées par des États, d'armées de robots ou de contenus malveillants, dont le seul but est de semer la dissension.

La désinformation croissante et la gravité de la menace qu'elle représente ont suscité une prise de conscience et une préoccupation croissantes au sein de la société civile, aussi bien dans les États membres de l'Union européenne qu'à l'échelle internationale.

Il est en effet capital de tenir compte de la dimension éminemment internationale du phénomène. En effet, si la désinformation apparaît sur un site accessible en Belgique ou a des effets néfastes en Belgique, l'auteur se trouve généralement dans un autre pays, et la diffusion de la désinformation se fait depuis une plateforme dont le siège est situé dans un pays différent et dont les employés se trouvent dans un autre pays encore.

Le rapport d'information visait, d'une part, à lister tous les dangers et priorités auxquels nos services de sécurité et les différentes autorités doivent être attentifs et, d'autre part, à formuler des recommandations axées sur la recherche de solutions en vue de la mise en œuvre d'une politique efficace.

Il s'agit d'une matière transversale qui concerne principalement les Communautés, vu le rôle que jouent les médias, le journalisme et l'enseignement dans ce domaine.

Mes questions au secrétaire d'État sont les suivantes.

1) Pourriez-vous indiquer, pour chacune des 53 recommandations du rapport d'information sur les infox, dans quelle mesure elles ont déjà été (partiellement) mises en œuvre?

2) Quels points ont déjà été mis en œuvre et quel était le calendrier fixé? Quelle suite leur a-t-on déjà donnée?

3) Pouvez-vous indiquer pour quelles recommandations vous avez rencontré des obstacles qui vous ont empêché de les mettre en œuvre? Pouvez-vous en préciser la raison? Pouvez-vous indiquer dans quel délai vous pourriez éventuellement mettre en œuvre ces recommandations?

4) En ce qui concerne la résilience de la population, pourriez-vous préciser à quelles recommandations en la matière vous avez déjà donné suite? À quels niveaux collabore-t-on? Pouvez-vous indiquer quelles recommandations doivent encore être mises en œuvre dans ce domaine? Dans quel délai espérez-vous pouvoir le faire?

5) Pourriez-vous indiquer lesquelles des 53 recommandations ont déjà été mises en œuvre en ce qui concerne la lutte active contre la désinformation par une détection, divulgation et réfutation intensives? Quelles recommandations devez-vous toujours mettre en œuvre dans ce domaine? Dans quel délai espérez-vous pouvoir le faire? Pouvez-vous indiquer pour quelles recommandations vous avez rencontré des obstacles qui vous ont empêché de les mettre en œuvre?

6) Pouvez-vous expliquer de quelle manière vous avez, lors de la mise en œuvre des 53 recommandations, préservé l'équilibre entre la lutte contre la désinformation, d'une part, et le respect des droits fondamentaux et en particulier la liberté d'expression, d'autre part? Pouvez-vous mentionner systématiquement les recommandations qui, selon vous, ne pourront être mises en œuvre pour ce motif et expliquer pourquoi?

 

De plenaire vergadering van de Senaat heeft op vrijdag 19 november 2021 het informatieverslag aangenomen betreffende de noodzakelijke samenwerking tussen de federale overheid en de Gemeenschappen inzake de bestrijding van fake news (doc Senaat, nr. 7-110/3).

De voorbije jaren nam het internetgebruik, en meer specifiek het gebruik van sociale media, een ongeziene vlucht. Via sociale media komen mensen veel meer met elkaar in contact. Ze wisselen informatie en meningen uit, waardoor sociale media bijdragen tot een verdere democratisering van onze samenleving, waarbij bestaande machtsstructuren worden opengebroken (zie https://www.senate.be/informatieverslagen/7-110/Senaat_verslag_fake_news-2021.pdf).

Maar er is ook een keerzijde. Fake news, valse informatie en zelfs manipulatie van beelden, nieuws en geluid worden een instrument dat doelbewust wordt gebruikt om mens en samenleving te beïnvloeden en te manipuleren.

Verschijnselen als desinformatie en deepfakes zijn steeds nadrukkelijker aanwezig in de media en in de politiek en dit zowel op nationaal als internationaal niveau. Hierin schuilen grote gevaren van radicalisering, polarisering en beïnvloeding door zowel buitenlandse overheden als extremistische groeperingen die een gevaar vormen voor onze samenleving.

Hun doel is duidelijk: door het systematisch inzetten van desinformatie wil men tweedracht zaaien, het vertrouwen in onze democratische instellingen ondergraven en zo onze hele samenleving destabiliseren en verzwakken.

De bedreigingen nemen toe naarmate de desinformatiewapens worden verfijnd, van door staten gefinancierde trollenfabrieken tot legers van bots en kwaadaardige content die enkel gericht zijn op het zaaien van verdeeldheid.

Deze toenemende desinformatie en de ernstige gevaren die daarmee gepaard gaan, hebben tot een groeiende bewustwording en bezorgdheid geleid bij het maatschappelijk middenveld van de Europese lidstaten en op internationaal niveau.

Er moet immers rekening mee gehouden worden dat dit een bij uitstek internationaal verschijnsel is. Wanneer desinformatie op een in België toegankelijke website verschijnt of voor België nefaste gevolgen heeft, bevindt de auteur ervan zich immers meestal in een ander land, wordt de desinformatie verspreid op een platform dat in nog een ander land is gevestigd, en zijn de werknemers ervan in weer een ander land werkzaam.

Het informatieverslag had enerzijds tot doel de verschillende gevaren en aandachtspunten waar onze veiligheidsdiensten en de respectieve overheden op moeten focussen op te lijsten en anderzijds, oplossingsgerichte aanbevelingen te formuleren om te komen tot een doeltreffend beleid.

Het betreft een transversale aangelegenheid waarbij het zwaartepunt bij de Gemeenschappen ligt, met name bij de journalistiek, de rol van de media en het onderwijs.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte staatssecretaris:

1) Zou u systematisch voor elk van de 53 aanbevelingen bij het informatieverslag inzake fake news kunnen aangeven in hoeverre ze reeds (deels) geïmplementeerd zijn?

2) Welke punten zijn reeds geïmplementeerd en met welke timing in het vooruitzicht? Welke opvolging werd hier reeds aan gegeven?

3) Kan u meedelen bij welke van deze aanbevelingen u belemmeringen ondervond en ze dus (nog) geen opvolging heeft kunnen geven? Kan u de reden specifiëren? Kan u een eventueel tijdsbestek noemen wanneer deze aanbevelingen mogelijkerwijs wel geïmplementeerd zouden kunnen worden?

4) Op het vlak van weerbaarheid bij de bevolking, zou u kunnen duiden welke aanbevelingen hieromtrent u reeds opvolging gegeven heeft? Met welke niveaus wordt er samengewerkt? Kan u meedelen welke aanbevelingen u nog moet implementeren hieromtrent? Binnen welk tijdsbestek hoopt u dit te kunnen doen?

5) Kan u meedelen welke van de 53 aanbevelingen reeds in voege zijn omtrent actieve desinformatie bestrijding, met een doorgedreven opsporing, onthulling en ontkrachting hiervan? Welke aanbevelingen moet u nog implementeren hieromtrent? Binnen welk tijdsbestek hoopt u dit te kunnen doen? Kan u meedelen bij welke van deze aanbevelingen u belemmeringen ondervond en ze dus (nog) geen opvolging heeft kunnen geven?

6) Zou u kunnen duiden bij de implementatie van de 53 aanbevelingen, op welke manier u het evenwicht bewaart tussen, enerzijds, de strijd tegen desinformatie en, anderzijds, het respect voor de grondrechten, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting? Kan u ook systematisch duiden welke aanbevelingen hierdoor volgens u niet geïmplementeerd kunnen worden en waarom?