Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1837

van Tom Ongena (Open Vld) d.d. 23 december 2022

aan de staatssecretaris voor Digitalisering, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en de Regie der gebouwen, toegevoegd aan de Eerste Minister

Fake news - Informatieverslag van de Senaat inzake de bestrijding van fake news - Sociale media - Desinformatie - Cijfers en tendensen

desinformatie
sociale media
officiële statistiek
opvolging informatieverslag

Chronologie

23/12/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/1/2023)

Heringediend als : schriftelijke vraag 7-2205

Vraag nr. 7-1837 d.d. 23 december 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De plenaire vergadering van de Senaat heeft op vrijdag 19 november 2021 het informatieverslag aangenomen betreffende de noodzakelijke samenwerking tussen de federale overheid en de Gemeenschappen inzake de bestrijding van fake news (doc Senaat, nr. 7-110/3).

De voorbije jaren nam het internetgebruik, en meer specifiek het gebruik van sociale media, een ongeziene vlucht. Via sociale media komen mensen veel meer met elkaar in contact. Ze wisselen informatie en meningen uit, waardoor sociale media bijdragen tot een verdere democratisering van onze samenleving, waarbij bestaande machtsstructuren worden opengebroken (zie https://www.senate.be/informatieverslagen/7-110/Senaat_verslag_fake_news-2021.pdf).

Maar er is ook een keerzijde. Fake news, valse informatie en zelfs manipulatie van beelden, nieuws en geluid worden een instrument dat doelbewust wordt gebruikt om mens en samenleving te beïnvloeden en te manipuleren.

Verschijnselen als desinformatie en deepfakes zijn steeds nadrukkelijker aanwezig in de media en in de politiek en dit zowel op nationaal als internationaal niveau. Hierin schuilen grote gevaren van radicalisering, polarisering en beïnvloeding door zowel buitenlandse overheden als extremistische groeperingen die een gevaar vormen voor onze samenleving.

Hun doel is duidelijk: door het systematisch inzetten van desinformatie wil men tweedracht zaaien, het vertrouwen in onze democratische instellingen ondergraven en zo onze hele samenleving destabiliseren en verzwakken.

De bedreigingen nemen toe naarmate de desinformatiewapens worden verfijnd, van door staten gefinancierde trollenfabrieken tot legers van bots en kwaadaardige content die enkel gericht zijn op het zaaien van verdeeldheid.

Deze toenemende desinformatie en de ernstige gevaren die daarmee gepaard gaan, hebben tot een groeiende bewustwording en bezorgdheid geleid bij het maatschappelijk middenveld van de Europese lidstaten en op internationaal niveau.

Er moet immers rekening mee gehouden worden dat dit een bij uitstek internationaal verschijnsel is. Wanneer desinformatie op een in België toegankelijke website verschijnt of voor België nefaste gevolgen heeft, bevindt de auteur ervan zich immers meestal in een ander land, wordt de desinformatie verspreid op een platform dat in nog een ander land is gevestigd, en zijn de werknemers ervan in weer een ander land werkzaam.

Het informatieverslag had enerzijds tot doel de verschillende gevaren en aandachtspunten waar onze veiligheidsdiensten en de respectieve overheden op moeten focussen op te lijsten en anderzijds, oplossingsgerichte aanbevelingen te formuleren om te komen tot een doeltreffend beleid.

Het betreft een transversale aangelegenheid waarbij het zwaartepunt bij de Gemeenschappen ligt, met name bij de journalistiek, de rol van de media en het onderwijs.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte staatssecretaris:

1) Zou u systematisch voor elk van de 53 aanbevelingen bij het informatieverslag inzake fake news kunnen aangeven in hoeverre ze reeds (deels) geïmplementeerd zijn?

2) Welke punten zijn reeds geïmplementeerd en met welke timing in het vooruitzicht? Welke opvolging werd hier reeds aan gegeven?

3) Kan u meedelen bij welke van deze aanbevelingen u belemmeringen ondervond en ze dus (nog) geen opvolging heeft kunnen geven? Kan u de reden specifiëren? Kan u een eventueel tijdsbestek noemen wanneer deze aanbevelingen mogelijkerwijs wel geïmplementeerd zouden kunnen worden?

4) Op het vlak van weerbaarheid bij de bevolking, zou u kunnen duiden welke aanbevelingen hieromtrent u reeds opvolging gegeven heeft? Met welke niveaus wordt er samengewerkt? Kan u meedelen welke aanbevelingen u nog moet implementeren hieromtrent? Binnen welk tijdsbestek hoopt u dit te kunnen doen?

5) Kan u meedelen welke van de 53 aanbevelingen reeds in voege zijn omtrent actieve desinformatie bestrijding, met een doorgedreven opsporing, onthulling en ontkrachting hiervan? Welke aanbevelingen moet u nog implementeren hieromtrent? Binnen welk tijdsbestek hoopt u dit te kunnen doen? Kan u meedelen bij welke van deze aanbevelingen u belemmeringen ondervond en ze dus (nog) geen opvolging heeft kunnen geven?

6) Zou u kunnen duiden bij de implementatie van de 53 aanbevelingen, op welke manier u het evenwicht bewaart tussen, enerzijds, de strijd tegen desinformatie en, anderzijds, het respect voor de grondrechten, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting? Kan u ook systematisch duiden welke aanbevelingen hierdoor volgens u niet geïmplementeerd kunnen worden en waarom?