SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2015-2016 Zitting 2015-2016
________________
16 février 2016 16 februari 2016
________________
Question écrite n° 6-834 Schriftelijke vraag nr. 6-834

de Lode Vereeck (Open Vld)

van Lode Vereeck (Open Vld)

au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude
________________
Universités et hautes écoles - Collaborateurs scientifiques - Statut de boursier - Taxation Universiteiten en hogescholen - Wetenschappelijke medewerkers - Bursaalstatuut - Fiscale heffing 
________________
enseignant
allocation d'étude
travail des jeunes
université
enseignement supérieur
exonération fiscale
impôt des personnes physiques
leerkracht
studietoelage
jongerenarbeid
universiteit
hoger onderwijs
belastingontheffing
belasting van natuurlijke personen
________ ________
16/2/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/3/2016)
19/5/2016Rappel
16/11/2016Rappel
6/12/2017Rappel
23/10/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
16/2/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/3/2016)
19/5/2016Rappel
16/11/2016Rappel
6/12/2017Rappel
23/10/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2073 Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2073
________ ________
Question n° 6-834 du 16 février 2016 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-834 d.d. 16 februari 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Au sein des universités et des hautes écoles, travaillent des assistants sous le statut d'assistant chargé d'exercices, d'assistant sous mandat ou de boursier. La première catégorie est exclusivement chargée de l'assistance aux tâches d'enseignement; les deux autres dispensent, d'une part, des cours d'enseignement scientifique et travaillent, d'autre part, à une étude doctorale en tant que doctorants. Les hautes écoles et universités paient un précompte professionnel et des charges sociales sur les revenus des assistants, excepté pour les boursiers qui bénéficient d'une exonération fiscale. Par contre, des charges sociales sont bien payées sur les revenus des boursiers.

Le caractère transversal de la présente question découle du fait que la fiscalité des revenus est une matière fédérale alors que l'enseignement supérieur est une compétence régionale.

Je souhaite poser la question suivante au ministre.

1) Le revenu d'une boursier ne fait pas partie des revenus imposables. En principe, c'est également le cas des revenus provenant d'un flexi-job. L'administration fiscale peut-elle déduire de la mention de deux revenus (ou plus) sur la déclaration fiscale d'un doctorant (boursier) que les conditions d'exonération fiscale ne sont plus remplies?

En d'autres termes, le revenu est-il encore imposé comme celui d'un boursier si l'intéressé a un flexi-job ?

2) Un boursier peut-il de temps en temps exercer une activité accessoire sans se voir supprimer l'exonération fiscale ?

a) Dans l'affirmative, cette activité accessoire relève-t-elle d'un job d'étudiant ou d'un salaire d'appoint (le cas échéant, un flexi-job) ?

b) Dans la négative, pourquoi? Le principe d'égalité n'est-il pas ainsi enfreint (par rapport à un assistant sous mandat) ?

 

Aan de universiteiten en hogescholen werken assistenten onder het statuut van praktijkassistent, mandaatassistent of bursaal. De eerste categorie is uitsluitend verantwoordelijk voor assistentie bij onderwijstaken ; de laatste twee categorieën verschaffen enerzijds wetenschappelijk onderwijs en werken anderzijds als doctoraatsstudent aan een doctoraatsonderzoek. De hogescholen en universiteiten betalen over het inkomen van de assistenten bedrijfsvoorheffing en sociale bijdragen, behalve voor de bursalen die van een fiscale vrijstelling genieten. Over het inkomen van bursalen worden dus wel sociale bijdragen betaald.

Het transversale karakter van onderhavige vraag vloeit voort uit het feit dat de inkomensfiscaliteit een federale materie is, terwijl het hoger onderwijs een regionale bevoegdheid is.

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister:

1) Het inkomen van een bursaal valt niet onder het belastbaar inkomen. Ook het inkomen uit een flexi-job valt in principe niet onder het belastbaar inkomen. Mag de fiscus uit de opgave van twee (of meer) inkomens op de belastingaangifte van een doctoraatsstudent (bursaal) afleiden dat de voorwaarden voor belastingvrijstelling niet langer voldaan zijn ? Met andere woorden, wordt het inkomen als bursaal alsnog belast indien hij / zij een flexi-job uitoefent ?

2) Kan en mag een bursaal sporadisch bijverdienen zonder de belastingvrijstelling kwijt te spelen ?

a) Zo ja, valt deze bijkomende activiteit onder een studentenjob of onder een bijverdienste (casu quo flexi-job) ?

b) Zo nee, waarom niet ? Wordt hiermee het gelijkheidsbeginsel (ten aanzien van een mandaatassistent) niet geschonden ?