SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
27 janvier 2011 27 januari 2011
________________
Question écrite n° 5-848 Schriftelijke vraag nr. 5-848

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Agressions commises contre des travailleurs de la santé - Assignations - Soins des victimes - Données chiffrées Agressie tegen hulpverleners - Dagvaardingen - Zorg voor slachtoffers - Cijfergegevens 
________________
agression physique
violence
premiers secours
transport de malades
lutte anti-incendie
aide aux victimes
statistique officielle
répartition géographique
poursuite judiciaire
lichamelijk geweld
geweld
eerste hulp
ziekentransport
brandbestrijding
slachtofferhulp
officiële statistiek
geografische spreiding
gerechtelijke vervolging
________ ________
27/1/2011Verzending vraag
18/7/2011Antwoord
27/1/2011Verzending vraag
18/7/2011Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-847
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-849
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-847
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-849
________ ________
Question n° 5-848 du 27 janvier 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-848 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les agressions à l'égard des professionnels de la santé sont un problème récurrent dans notre société. C'est ce que l'on peut déduire des nombreuses avis d'agressions ou d'incidents qui paraissent dans les médias. On pouvait notamment lire dans un communiqué de presse paru au printemps que les ambulanciers d'Anvers tiraient la sonnette d'alarme. Depuis la mi-janvier 2011, on aurait enregistré pas moins de 40 cas d'agressions commises contre des travailleurs de la santé dans la province d'Anvers.

À la suite de quatre agressions commises sur du personnel soignant durant les vacances de Noël, le gouverneur d'Anvers a envoyé fin de l'année dernière une circulaire demandant de communiquer d'urgence tous les faits d'agression. Durant cette courte période, on a enregistré en moyenne un cas d'agression par jour. Il ne s'agit ici que de la partie visible de l'iceberg.

Ces chiffres ne surprennent pas les ambulanciers d'Anvers. Selon eux, ils sont de plus en plus souvent victimes de violences. Les professionnels de la santé sont également de plus en plus souvent confrontés à des agressions. Ils craignent des incidents pratiquement chaque jour. Naturellement, les ambulanciers ne sont pas les seuls professionnels de la santé à être de plus en plus confrontés à cette problématique. C'est également le cas des pompiers.

La détection et des mesures préventives et curatives permettront de s'attaquer aux causes du problème. En outre, une étroite collaboration entre la police, le parquet et le secteur des soins de santé est indispensable.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Les ministres disposent-ils de données chiffrées relatives aux agressions commises en 2007, 2008, 2009 et 2010 contre des professionnels de la santé, en particulier contre des ambulanciers et des pompiers, ventilées par région et en fonction de la nature et de la gravité des faits ?

2) Les ministres peuvent-ils indiquer dans combien de cas il y a eu assignation devant le tribunal ? À combien et à quelles condamnations cela a-t-il donné lieu ? Les ministres peuvent-ils donner un profil précis des auteurs des faits ?

3) Disposent-ils de données chiffrées relatives aux soins qui ont été administrés aux professionnels de la santé victimes d'agressions durant la période ci-dessus ? De quels traitements s'agit-il précisément ? Quels sont les problèmes rencontrés par les victimes ? Les ministres peuvent-ils donner un profil précis des victimes ?

4) Les ministres peuvent-ils indiquer les mesures qui ont été prises ces trois dernières années pour lutter contre les violences commises à l'égard des travailleurs de la santé ? Estiment-ils que ces mesures sont suffisantes ou d'autres initiatives peuvent-elles encore être prises et lesquelles ? Peuvent-ils motiver leur réponse ?

 

Agressie tegen hulpverleners is een vaak voorkomend probleem in onze samenleving. Dit kan worden afgeleid uit de regelmatige aanwezigheid van agressie-incidenten in de media. In een persbericht in het voorjaar viel bijvoorbeeld te lezen dat ambulanciers in Antwerpen aan de alarmbel trokken. Sinds midden januari 2011 bleken er in de provincie Antwerpen op minder dan twee maanden negenenveertig gevallen van agressie tegen hulpverleners te zijn geregistreerd.

De Antwerpse gouverneur stuurde eind vorig jaar een omzendbrief met de dringende vraag om alle feiten van agressie te melden in de nasleep van een viertal aanvallen op verplegend personeel tijdens de kerstvakantie. De geregistreerde feiten in de korte periode betekenen wel gemiddeld één geval per dag. Het gaat hier slechts om het topje van de ijsberg.

De ambulanciers in Antwerpen schrokken blijkbaar niet van die cijfers. Volgens hen worden zij steeds vaker het slachtoffer van geweld. De hulpverleners worden ook steeds vaker geconfronteerd met steekincidenten. Ze vrezen bijna dagelijks. Uiteraard zijn de ambulanciers niet de enige hulpverleners die met deze stijgende problematiek te maken krijgen. Eenzelfde evolutie valt te verwachten voor brandweermannen.

Om het probleem bij de wortel aan te pakken zijn preventie, detectie en curatieve maatregelen nodig. Daarbij is een gedreven samenwerking tussen de politie, het parket en de gezondheidszorgsector onontbeerlijk.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beschikken de geachte ministers over cijfergegevens betreffende agressie tegen hulpverleners, in het bijzonder tegen ambulanciers en brandweermannen voor 2007, 2008, 2009 en 2010, opgesplitst per gewest en naar aard en ernst van de feiten?

2) Kunnen de geachte ministers meedelen in hoeveel gevallen er werd gedagvaard voor de rechtbank? Tot hoeveel en welke veroordelingen heeft dit aanleiding gegeven? Kunnen de geachte ministers een gedetailleerde profielschets van de daders geven?

3) Beschikken de geachte ministers over cijfergegevens betreffende de zorg die aan slachtoffers van agressie tegen hulpverleners werd gegeven in voornoemde periode? Om welke behandelingen gaat het precies? Met welke problematiek kampten de slachtoffers? kunnen de geachte ministers een gedetailleerde profielschets van het slachtoffer geven?

4) Kunnen de ministers, elk binnen hun bevoegdheidsdomein, aangeven welke maatregelen de afgelopen drie jaar werden genomen om aan de problematiek van geweld tegen hulpverleners het hoofd te bieden? Achten zij deze maatregelen voldoende of zien zij nog ruimte voor andere initiatieven en dewelke? Kunnen zij hun antwoord motiveren?

 
Réponse reçue le 18 juillet 2011 : Antwoord ontvangen op 18 juli 2011 :

Sur la base des renseignements transmis par le Collège des Procureurs généraux et le Service de la Politique criminelle, voici les éléments de réponse pouvant être fournis.

1 et 2. La banque de données du Collège des Procureurs généraux ne permet pas d’encoder les données sur la base de la profession de la victime. En outre, aucune information ne peut être demandée concernant les poursuites dans le cadre d’un dossier d’agression contre les professionnels de la santé.

Le Casier judiciaire central ne permet pas non plus d’encoder les infractions sur la base de la qualité de la victime. Il est dès lors impossible de fournir des statistiques de condamnation.

3. Aucun chiffre n’est disponible concernant cette question.

4. Il convient de rappeler que l’article 410bis, alinéa 1er, du Code pénal, introduit par la loi du 20 décembre 2006 modifiant le Code pénal en vue de réprimer plus sévèrement la violence contre certaines catégories de personnes prévoit une protection spéciale pour les personnes qui remplissent une mission de service public fonctionnel ou d’intérêt général si elles sont victimes des faits visés aux articles 398 à 405 du Code pénal. Les professionnels de la santé font partie de cette catégorie de personnes protégées.

Ensuite, la Circulaire commune du Collège des Procureurs généraux (COL 3/2008) relative aux violences à l'égard de personnes investies de mandats ou de charges publics, ainsi qu'à l'égard de personnes remplissant une mission de service public ou d'intérêt général en contact avec le public prévoit des directives pour le ministère public. Il faut éviter qu’un sentiment de frustration ne se développe chez les catégories professionnelles visées à l’article 410bis du Code pénal, provoqué par l’impression que les acteurs restent impunis. La réaction judiciaire consistera dès lors à rappeler rapidement aux auteurs les normes de conduite en vigueur. Ce rappel pourra prendre la forme de chacun des moyens d’actions dont dispose le ministère public.

Dans les cas graves, le magistrat considérera sérieusement la possibilité de priver l’auteur des faits de sa liberté et de le faire amener à sa disposition pour l’entendre personnellement.

Les faits peuvent donner lieu à une détention préventive ou à des mesures alternatives.

Op grond van de inlichtingen die mij door het College van Procureurs-generaal en de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid werden overgemaakt, kan ik de volgende elementen van antwoord meedelen.

1 & 2 De databank van het College van Procureurs-generaal laat niet toe om de gegevens te coderen op basis van het beroep van het slachtoffer. Vervolgens kan geen informatie opgevraagd worden inzake de vervolgingen in het kader van een dossier betreffende agressie tegen hulpverleners.

Ook het centraal strafregister laat niet toe om de inbreuken op basis van de hoedanigheid van het slachtoffer te coderen. Aldus kan ik u geen veroordelingsstatistieken bezorgen.

3 Ik beschik over geen cijfers betreffende deze vraag.

4 Ten eerste wil ik u graag herinneren dat art. 410bis, lid 1 Strafwetelijk Wetboek ingevoerd door de wet van 20 december 2006 “tot wijziging van het Strafwetboek met het oog op het strenger bestraffen van geweld tegen bepaalde categorieën van personen” een bijzondere bescherming voorziet voor personen die een opdracht van functionele openbare dienst of een opdracht van algemeen belang vervullen wanneer ze slachtoffer worden van de door de artikelen 398 tot 405 Strafwetelijk Wetboek beoogde feiten. Hulpverleners behoren tot deze categorie van beschermde personen.

Ten tweede voorziet de Gemeenschappelijke omzendbrief van het College van Procureurs-generaal (COL 3/2008) betreffende gewelddaden t.a.v. personen die bekleed zijn met een openbaar ambt of mandaat of die een taak van openbare dienst of algemeen belang waarnemen en in contact komen met het publiek, richtlijnen voor het openbaar ministerie. Er dient vermeden te worden dat zich gevoelens van frustratie zouden ontwikkelen bij de door artikel 410bis Strafwetelijk Wetboek beoogde beroepscategorieën door de indruk dat de daders ongestraft zouden blijven. De gerechtelijke reactie dient de daders dus snel aan de geldende gedragsnormen te herinneren. Deze herinnering kan elke mogelijke vorm aannemen die ter beschikking van het openbaar ministerie staat.

In de meest ernstige gevallen overweegt de magistraat ernstig de mogelijkheid om de dader van de feiten van zijn vrijheid te beroven en hem voor te laten leiden teneinde hem persoonlijk te kunnen verhoren.

De feiten kunnen ook aanleiding geven tot een voorlopige hechtenis of alternatieve maatregelen.