SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
16 décembre 2010 16 december 2010
________________
Question écrite n° 5-563 Schriftelijke vraag nr. 5-563

de Lieve Maes (N-VA)
van Lieve Maes (N-VA)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques
aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) - Réseau express régional (RER) - Projet 0711 - Gares et points d'arrêt sur la ligne 36 Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Gewestelijk ExpresNet (GEN) - Project 0711 - Stations en stopplaatsen voor de lijn 36 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
transport de voyageurs
transport public
gare ferroviaire
 Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
openbaar vervoer
spoorwegstation
________ ________
16/12/2010Verzending vraag
23/3/2011Herkwalificatie
27/9/2011Antwoord
16/12/2010Verzending vraag
23/3/2011Herkwalificatie
27/9/2011Antwoord
________ ________
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-715 Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-715
________ ________
Question n° 5-563 du 16 décembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-563 d.d. 16 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ce projet vise, dans le cadre du Réseau express régional (RER), à équiper les points d'arrêt et les gares sur la ligne 36 et à offrir ainsi aux voyageurs davantage de confort que celui prévu par la norme usuelle Revalor.

Le coût total du projet était estimé à 51 043 000 euros. L'achèvement des travaux était prévu pour mai 2010.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) Le projet a-t-il été terminé dans les délais ?

2) Quel a été finalement son coût total ?

3) Quel a été son coût total par gare et par point d'arrêt situé sur cette ligne ?

4) À quelles études préliminaires a-t-on procédé en vue de déterminer, par gare, le nombre d'emplacements pour vélos ?

5) Y a-t-il un suivi de l'utilisation efficiente de ces emplacements pour vélos ?

6) Pour les installations lumineuses, a-t-on considéré des solutions peu énergivores ? Lesquelles ?

 

Dit project heeft als doel de stopplaatsen en stations langs lijn 36 in het kader van het Gewestelijk ExspresNet (GEN) uit te rusten en zo het comfort van de reizigers naar een hoger niveau te brengen dan bepaald in de gangbare Revalor-norm.

De totale kostprijs van het project was geraamd op 51 043 000 euro. De beëindiging van de werken was gepland voor mei 2010.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Is het project tijdig beëindigd?

2) Hoeveel bedroeg de uiteindelijk totale kostprijs van dit project?

3) Hoeveel bedroeg de kostprijs per station en per stopplaats langs deze lijn?

4) Welke onderzoeken gebeurden voorafgaandelijk om het aantal fietsenstallingen per station te bepalen?

5) Wordt er gevolgd hoe efficiënt deze fietsenstallingen nu gebruikt worden?

6) Werd er bij de verlichtingsinstallaties ook rekening gehouden met energiezuinige oplossingen? Met welke?

 
Réponse reçue le 27 septembre 2011 : Antwoord ontvangen op 27 september 2011 :

Le Groupe Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) communique ce qui suit :

  1. Tous les travaux sont terminés.

  2. Le coût final est de 27 245 000 euros.

3. Coût par gare et par point d’arrêt le long de cette ligne :

- Diegem : 4 015 516 euros

- Zaventem : 7 176 330 euros

- Nossegem : 1 938 151 euros

- Kortenberg : 5 306 987 euros

- Erps-Kwerps : 2 193 490 euros

- Veltem : 2 288 465 euros

- Herent : 4 326 061euros .

  1. Le nombre de râteliers pour vélos et vélomoteurs des gares et points d’arrêt le long de la ligne 36 a été déterminé sur la base d’une estimation du nombre de voyageurs effectuée par la (SNCB).

  2. L’occupation des abris pour vélos dans les gares de Kortenberg et Zaventem est suivie par la SNCB (gare SNCB). L’occupation des abris pour vélos aux points d’arrêt (Herent, Veltem, Erps-Kwerps…) est suivie par la SNCB Holding.

Aucune plainte quant à des problèmes de capacité des abris pour vélos dans les gares et aux points d’arrêt de la ligne 36 rénovée n’a été adressée au Groupe SNCB. La capacité des abris pour vélos semble répondre aux besoins.

  1. Il s’agit en l’espèce des installations d’éclairage extérieur sur les quais, à savoir l’éclairage sur poteaux basculants et celui des marquises.

Il faut tout d’abord savoir que, pour l’éclairage extérieur, des lampes à haute efficacité énergétique ont été utilisées :

  • Pour la partie non couverte du quai, des lampes au sodium à haute pression ont été choisies;

  • Pour la partie couverte, ce sont des lampes TL qui ont été prévues.

Le flux lumineux spécifique se situe pour les deux types de lampes entre 85 et 90 lm/W.

Les réflecteurs des armatures pour l’éclairage des quais ont été spécialement conçus pour cette application spécifique. La lumière est ainsi dirigée vers l’endroit souhaité, et de ce fait, la quantité de lumière diffusée est ramenée à un minimum.

L’intensité de l’éclairage a été déterminée en fonction des exigences REVALOR :

  • 30 lux pour la partie non couverte des quais;

  • 50 lux pour la partie couverte.

Enfin, la consommation énergétique des installations d’éclairage a également été sensiblement réduite du fait de la commande automatique dudit éclairage. L’éclairage installé est actuellement piloté par une horloge astronomique, et ne s’allume par conséquent que lorsque tombe l’obscurité. En outre, l’éclairage est automatiquement éteint après les heures d’exploitation.

De Nationale maatschappij der belgische spoorwegen (NMBS)-Groep deelt het volgende mee :

  1. Alle werken zijn beëindigd.

  2. De uiteindelijke kostprijs bedraagt 27 245.000 euro.

  3. De kostprijs per station en per stopplaats langs deze lijn :

- Diegem : 4 015 516 euro

- Zaventem : 7 176 330 euro

- Nossegem : 1 938 151 euro

- Kortenberg : 5 306 987 euro

- Erps-Kwerps : 2 193 490 euro

- Veltem : 2 288 465 euro

- Herent : 4 326 061 euro.

  1. Het aantal fiets- en bromfietsrekken van de stations en stopplaatsen langs de lijn 36 werd bepaald aan de hand van een reizigersprognose uitgevoerd door de NMBS.

  2. De bezetting van de fietsenstallingen in de stations van Kortenberg en Zaventem wordt opgevolgd door de NMBS (NMBS-station). De bezetting van de fietsenstallingen bij de stopplaatsen (Herent, Veltem, Erps-Kwerps...) wordt opgevolgd door de NMBS-Holding.

De NMBS-Groep heeft nog geen klachten ontvangen over capaciteitsproblemen in de

fietsenstallingen in de stations en stopplaatsen van de vernieuwde lijn 36. De capaciteit aan fietsenstallingen blijkt te voldoen aan de behoeften.

  1. Het betreft hier de buiten-verlichtingsinstallaties op de perrons namelijk de verlichting op de kantelbare palen en de luifelverlichting.

Vooreerst kan gesteld worden dat voor de buitenverlichting lampen met een grote energie-efficiëntie werden aangebracht :

  • Voor het niet-overdekte perrongedeelte werd gekozen voor hoge druk natrium lampen;

  • Voor het overdekte gedeelte werden TL-lampen voorzien.

De specifieke lichtstroom bedraagt voor beide lamptypes tussen de 85 en 90 lm/W
De spiegels van de armaturen voor de perronverlichting zijn speciaal voor deze specifieke toepassing ontworpen. Hierdoor wordt het licht naar de gewenste plaats gestuurd en bijgevolg wordt de hoeveelheid strooilicht tot een minimum herleid.
De verlichtingssterkte werd bepaald volgens de in de REVALOR gestelde eisen:

  • 30 lux op het niet-overdekte perron-gedeelte;

  • 50 lux op het overdekte perrongedeelte.

Ten slotte kan het energieverbruik van de verlichtingsinstallatie ook sterk verminderd worden door het automatisch sturen van de verlichting. De geïnstalleerde verlichting wordt momenteel door een astronomische klok gestuurd waardoor de verlichting pas werkt als het donker wordt. Bovendien wordt de verlichting na de exploitatie-uren automatisch uitgeschakeld.