SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Session 2011-2012 | Zitting 2011-2012 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
16 janvier 2012 | 16 januari 2012 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Question écrite n° 5-5267 | Schriftelijke vraag nr. 5-5267 | ||||||||||||
de Sabine de Bethune (CD&V) |
van Sabine de Bethune (CD&V) |
||||||||||||
au ministre de la Défense |
aan de minister van Landsverdediging |
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Organes consultatifs fédéraux - Composition - Quota légal - Nombre d'hommes et de femmes - 2011 | Federale adviesorganen - Samenstelling - Wettelijk quotum - Aantal mannen en vrouwen - 2011 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
intégration des questions d'égalité entre les hommes et les femmes pouvoir consultatif égalité homme-femme |
gendermainstreaming consultatieve bevoegdheid gelijke behandeling van man en vrouw |
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
|
|
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3192 | Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3192 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Question n° 5-5267 du 16 janvier 2012 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-5267 d.d. 16 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||||||
Depuis la loi du 20 juillet visant à promouvoir la présence équilibrée d'hommes et de femmes dans les organes possédant une compétence d'avis, modifiée en 1997 et en 2003, un quota légal est en vigueur en ce qui concerne les organes consultatifs fédéraux. Ceux-ci ne peuvent comprendre plus de deux tiers de membre du même sexe. Si cette condition n'est pas remplie, l'organe ne peut plus émettre d'avis valable. L'article 2bis de la loi susmentionnée permet toutefois au Conseil des ministres d'accorder une dérogation lorsque le ministre de tutelle de l'organe fait savoir au ministre chargé de l'égalité des chances entre hommes et femmes qu'il est impossible de respecter le quota et motive cette impossibilité. Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes : 1) Quels organes consultatifs relèvent de votre compétence ? Pouvez-vous en donner la liste ? 2) En cette année 2011, quelle est la composition, ventilée par sexe, de chacun de ces organes consultatifs ? Puis-je vous demander de distinguer les membres effectifs, les membres suppléants et la présidence ? 3) Pour quels organes consultatifs a-t-on demandé une dérogation en vertu de l'article 2bis, et quand ? |
Sinds de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, gewijzigd in 1997 en 2003, geldt er een wettelijk quotum wat de samenstelling van de federale adviesorganen betreft. Die adviesorganen mogen in principe uit niet meer dan twee derde leden van hetzelfde geslacht bestaan. Bij niet vervulling van die voorwaarde kan het orgaan in kwestie geen geldig advies meer uitbrengen. Bovenvermelde wet laat in artikel 2bis evenwel een afwijking door de Ministerraad toe als de voogdijminister van het orgaan de onmogelijkheid om de quota na te leven laat weten aan de minister die bevoegd is voor het gelijke kansenbeleid voor mannen en vrouwen en die onmogelijkheid motiveert. Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen: 1) Welke adviesorganen ressorteren onder uw bevoegdheid? Kan u er een lijst van geven? 2) Wat is anno 2011 de samenstelling van elk van die adviesorganen, rekening houdende met het aantal mannen en vrouwen? Mag ik u verzoeken een onderscheid te maken tussen de effectieve leden, de plaatsvervangende leden en het voorzitterschap? 3) Voor welke adviesorganen werd op basis van bovenvermeld artikel 2bis een uitzondering gevraagd en wanneer? |
||||||||||||
Réponse reçue le 17 février 2012 : | Antwoord ontvangen op 17 februari 2012 : | ||||||||||||
L'honorable présidente est priée de trouver ci-après la réponse à ses questions. 1. Au sein de la Défense, la Chambre de recours départementale et la Commission des stages sont soumises aux dispositions de la loi du 20 juillet 1990 visant à promouvoir la présence équilibrée d’hommes et de femmes dans les organes possédant une compétence d’avis. 2. Ces deux organes consultatifs sont composés conformément à l’arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l’État et sont chacun constitués d’une section néerlandophone et d’une section francophone. Les sections sont renouvelées lorsqu’un des assesseurs ou un des membres ne peut plus y siéger suite à une mutation vers un autre département, à la mise à la retraite ou en cas de décès. Le cas échéant, les sections sont recomposées conformément au même arrêté royal. Les données demandées relatives à ces deux organes d’avis sont reprises dans le tableau en annexe à cette réponse. 3. Étant donné que la composition de ces organes répond au prescrit de la loi précitée du 20 juillet 1990, aucune dérogation n’a été demandée en application de l’article 2bis de cette loi. Annexe à la réponse à la question parlementaire N° 5-5267 du 16 janvier 2012
* La section est présidée par un magistrat lorsqu’elle siège en matière de discipline. Lorsqu’elle siège en matière d’évaluation, elle est présidée par un fonctionnaire du niveau A appartenant à un autre département. |
Mevrouw de Voorzitter, gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door u gestelde vragen. 1. Binnen Defensie zijn de Departementale Raad van beroep en de Stagecommissie onderworpen aan de bepalingen van de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid. 2. Beide adviesorganen zijn samengesteld zoals voorzien in het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel en bestaan uit een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling. De afdelingen worden hernieuwd indien één der assessoren of leden niet langer kan zetelen ten gevolge van een overplaatsing naar een ander departement, door oppensioenstelling of door overlijden. In voorkomend geval worden de afdelingen opnieuw samengesteld volgens de bepalingen van hetzelfde koninklijk besluit. De gevraagde elementen betreffende deze twee adviesorganen zijn hernomen in de tabel in bijlage bij dit antwoord. 3. Gezien de samenstelling van deze adviesorganen aan de voorwaarden van voornoemde wet van 20 juli 1990 beantwoordt, werden geen afwijkingen gevraagd op basis van artikel 2bis van deze wet. Bijlage aan het antwoord op de parlementaire vraag Nr 5-5267 van 16 januari 2012
* Wanneer de afdeling tuchtzaken behandelt, wordt zij voorgezeten door een magistraat. Indien zij zaken betreffende een evaluatie behandelt, wordt zij voorgezeten door een ambtenaar van niveau A behorend tot een ander departement. |