SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
30 aôut 2010 30 augustus 2010
________________
Question écrite n° 5-50 Schriftelijke vraag nr. 5-50

de Sabine de Bethune (CD&V)

van Sabine de Bethune (CD&V)

à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid
________________
Indépendants - Domicile - Insaisissabilité - Évaluation Zelfstandigen - Woning - Onbeslagbaarheid - Evaluatie 
________________
profession indépendante
domicile légal
saisie de biens
zelfstandig beroep
domicilie
beslag op bezittingen
________ ________
30/8/2010Verzending vraag
19/10/2010Antwoord
30/8/2010Verzending vraag
19/10/2010Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-49 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-49
________ ________
Question n° 5-50 du 30 aôut 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-50 d.d. 30 augustus 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La loi du 25 avril 2007 portant des dispositions diverses (IV) (articles 72 à 83) a introduit une mesure légale qui offre à un indépendant (en activité principale) la faculté de soustraire, par une déclaration notariée, son domicile familial (privé) à une éventuelle saisie par des créanciers.

Cette déclaration contient la description détaillée de l’immeuble et l’indication du caractère propre, commun ou indivis des droits réels que le travailleur indépendant détient sur l’immeuble. En outre, le consentement du conjoint de l'indépendant est requis.

Lorsque l'immeuble est à usage mixte professionnel et d’habitation, la description distingue clairement la partie affectée à chacun de ces usages. Si la surface affectée à usage professionnel représente moins de 30 % de la surface totale de l’immeuble, la totalité de l’immeuble peut être déclarée insaisissable. Si la surface de la partie affectée à un usage professionnel représente 30 % ou plus de la surface totale de l’immeuble, seuls les droits sur la partie affectée à la résidence principale peuvent être déclarés insaisissables.

Cette déclaration est inscrite dans un registre destiné à cette fin, au bureau du conservateur des hypothèques de l’arrondissement où le bien est situé. Avant cette inscription, elle ne peut pas être opposée aux tiers.

La disposition prévoyant l'insaisissabilité du domicile privé de l'indépendant a été adoptée début 2007 afin de stimuler l'entrepreneuriat en déchargeant le logement familial du risque lié à l'entreprise.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes:

1) Quel a été le succès de cette mesure jusqu'à présent ? Depuis que la possibilité existe, combien d'indépendants ont-ils déposé chez le notaire une déclaration d'insaisissabilité de leur logement privé ?

2) Le caractère passablement compliqué de la procédure de déclaration ne fait-il pas obstacle au succès de la mesure ?

3) La mesure a-t-elle une influence sur la propension des fournisseurs et/ou bailleurs de fonds à souscrire un contrat ou à accorder des crédits, ce qui nuit aux possibilités de financement de l'entrepreneur ?

4) Le ministre est-il au courant d'autres points délicats qui entraveraient la présente réglementation ?

5) Lors de l'introduction de la mesure, a-t-on prévu que celle-ci soit évaluée au bout d'un certain laps de temps ?

 

Met de wet houdende diverse bepalingen (IV) van 25 april 2007 (artikels 72 tot 83) werd een wettelijke regeling ingevoerd waardoor de zelfstandige (in hoofdberoep), door middel van een verklaring voor de notaris, de mogelijkheid verkreeg om de gezinswoning (privéwoning) te onttrekken aan een eventueel beslag van zijn schuldeisers.

Deze verklaring bevat de gedetailleerde beschrijving van het onroerend goed en de aanduiding van de eigen, gemeenschappelijke of onverdeelde aard van de zakelijke rechten die de zelfstandige op het onroerend goed bezit. Naast de verklaring is ook de instemming van de echtgeno(o)t(e) van de zelfstandige vereist.

Wanneer het onroerend goed tegelijk gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden en als woning, wordt in de beschrijving een duidelijk onderscheid gemaakt tussen beide gedeelten. Indien de oppervlakte die gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden minder dan 30 % beslaat van de totale oppervlakte van het onroerend goed, slaat de onbeslagbaarheid op het hele onroerend goed. Indien de oppervlakte die gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden 30 % of meer beslaat van de totale oppervlakte van het onroerend goed, kunnen alleen de rechten op het gedeelte dat als hoofdverblijfplaats gebruikt wordt onbeslagbaar worden verklaard.

De verklaring wordt ingeschreven in een hiertoe bestemd register, op het kantoor van de hypotheekbewaarder van het arrondissement waarin het goed gelegen is. Vóór deze inschrijving kan de verklaring niet aan derden worden tegengeworpen.

De maatregel tot onbeslagbaarheid van de privéwoning van de zelfstandige werd begin 2007 genomen om het ondernemerschap te stimuleren door de gezinswoning vrij te kunnen stellen van het ondernemersrisico.

Graag had ik een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Welk succes had deze maatregel tot nu toe? Hoeveel zelfstandigen legden bij de notaris reeds een verklaring tot onbeslagbaarheid van de privé-woning af sinds de invoering van deze mogelijkheid?

2) Staat de eerder omslachtige verklaringsprocedure het succes van de maatregel niet in de weg?

3) Heeft de maatregel een invloed op de bereidheid van leveranciers en/of kredietverleners om te contracteren of krediet te verlenen, wat nadelig is voor de financieringsmogelijkheden van de ondernemer?

4) Bevat de huidige regelgeving eventueel nog andere knelpunten die de maatregel ondermijnen en waar de minister kennis van heeft ?

5) Werd op het ogenblik van de invoering van de maatregel voorzien in een evaluatie van deze maatregel na verloop van tijd?

 
Réponse reçue le 19 octobre 2010 : Antwoord ontvangen op 19 oktober 2010 :

1. Selon le Service public fédéral (SPF) Finances, entre la date d'entrée en vigueur de la loi, soit le 18 mai 2007, et le 9 septembre 2010, 2 720 actes notariés de déclarations d'insaisissabilité ont été présentés à l'inscription aux bureaux des conservateurs des hypothèques. Considérant que cette législation ne concerne que des entrepreneurs en personne physique, ce chiffre, qui correspond à plus de deux déclarations par jour, est encourageant.

2. La présente législation est le résultat d'un équilibre entre la nécessaire stimulation de la création d'entreprise, qui s'opère ici par une mise à l'abri du logement familial du candidat entrepreneur, et la protection des tiers, fournisseur, banquiers, etc. qui voient leurs moyens de poursuivre le remboursement de leurs créances ainsi limités. Pour atteindre cet équilibre, le passage obligé est la parfaite information des tiers de la protection juridique dont bénéficient leurs débiteurs. Cette information comprenant, le cas échéant, la description exacte de la partie du bâtiment restant saisissable, ne peut se concrétiser actuellement qu'à l'intervention d'un notaire et d'une inscription au registre des hypothèques.

Dès lors, si cette procédure peut apparaître comme pouvant faire obstacle au succès de cette législation, elle constitue aussi la garantie de son existence.

3. En ce qui concerne l'impact négatif que pourrait avoir la déclaration d'insaisissabilité sur l'accès au crédit des entrepreneurs, que ce soit vis-à-vis de leur banquier ou de leurs fournisseurs, les créanciers sont conscients qu'une saisie immobilière sur le logement familial est peu efficace, voire contreproductive, dès lors que ce bien est dans la plupart des cas hypothéqué en faveur d'un autre créancier qui aura priorité sur le produit de la vente du logement. Par ailleurs, si ce bien est le siège de l'activité, sa revente privera le débiteur de revenus et ses créanciers de remboursements. Les fournisseurs disposent, quant à eux, de mécanismes plus adaptés pour récupérer leurs créances que la saisie immobilière, notamment la clause de réserve de propriété, le privilège sur le prix des marchandises non payées, etc.

Il est dés lors raisonnable de considérer que l'impact négatif redouté reste marginal.

4. Mes services ont pris contact avec la Chambre nationale des notaires qui est l'organe le plus à même de nous transmettre les remarques relatives aux éventuelles difficultés qui seraient rencontrées dans l'utilisation de cette législation.

5. Cette législation fait l'objet d'un suivi qui a d'ailleurs conduit, en concertation avec tous les acteurs concernés, à des adaptations mineures de la législation initiale par une loi du 6 mai 2009.


1. Volgens de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën werden er tussen de inwerkingtreding van de wet op 18 mei 2007 en 9 september 2010, 2 720 notariële akten van verklaringen van onbeslagbaarheid voorgelegd ter inschrijving bij de kantoren van de hypotheekbewaarders. Overwegende dat deze wetgeving enkel de ondernemers in de hoedanigheid van natuurlijke persoon betreft, is dit cijfer, dat overeenkomt met meer dan twee verklaringen per dag, bemoedigend.

2. De huidige wetgeving is het resultaat van een evenwicht tussen de noodzakelijke stimulatie van het ondernemerschap, dat zich hier uit in het veiligstellen van de gezinswoning van de kandidaat-ondernemer, en de bescherming van derden, leveranciers, bankiers, enz. die hun mogelijkheden tot terugbetaling van hun vordering aldus zien verminderen. De enige manier om dit evenwicht te bereiken is een perfecte voorlichting voor derden over de rechtsbescherming waarover hun schuldenaars beschikken. Deze voorlichting, die ook een exacte beschrijving van de oppervlakte van het gebouw dat beslagbaar blijft kan omvatten, kan momenteel enkel gerealiseerd worden bij tussenkomst van een notaris en via inschrijving in het hypotheekregister.

Hoewel indien deze procedure een obstakel kan lijken voor het succes van deze wetgeving, garandeert ze eveneens haar bestaan.

3. Wat betreft de negatieve impact die een verklaring van onbeslagbaarheid zou kunnen hebben op de toegang tot ondernemerskrediet of het nu ten aanzien is van hun bankier of leveranciers, zijn de schuldeisers er zich van bewust dat een onroerend beslag op de gezinswoning weinig efficiënt en zelfs contraproductief is omdat er op dit goed in het merendeel van de gevallen een hypotheek gevestigd is ten voordele van een andere schuldeiser die voorrang heeft op de verkoopprijs van de woning. Voorts zal de verkoop van het goed, als het de zetel van activiteit is, de schuldenaar van inkomsten en de schuldeiser van terugbetalingen beroven.

De leveranciers beschikken daarenboven over meer aangepaste mechanismen om hun vorderingen op te eisen dan het onroerend beslag, met name de clausule tot eigendomsvoorbehoud, het voorrecht op de prijs van niet betaalde goederen, enz. Het is aldus redelijk te stellen dat de gevreesde negatieve impact marginaal blijft.

4. Mijn diensten hebben contact opgenomen met de Nationale kamer van notarissen dat het orgaan is dat het best geplaatst is om ons de opmerkingen over te brengen betreffende eventuele moeilijkheden die zouden zijn ondervonden bij het gebruik van de wetgeving.

5. Deze wetgeving wordt opgevolgd, wat trouwens, in overleg met alle betrokken actoren, heeft geleid tot minder belangrijke aanpassingen van de oorspronkelijke wetgeving door de wet van 6 mei 2009.