SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
12 juillet 2011 12 juli 2011
________________
Question écrite n° 5-2707 Schriftelijke vraag nr. 5-2707

de Dominique Tilmans (MR)

van Dominique Tilmans (MR)

au ministre pour l'Entreprise et la Simplification

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
________________
Les réductions continuelles octroyées par des mutualités à des magasins d'optique De voortdurende kortingen toegekend door de ziekenfondsen aan optieken 
________________
assurance maladie
profession paramédicale
industrie optique
prix réduit
ziekteverzekering
paramedisch beroep
optische industrie
gereduceerde prijs
________ ________
12/7/2011Verzending vraag
9/9/2011Antwoord
12/7/2011Verzending vraag
9/9/2011Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1045 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1045
________ ________
Question n° 5-2707 du 12 juillet 2011 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-2707 d.d. 12 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

J'ai été interpellé par plusieurs opticiens qui dénoncent des pratiques de certaines mutualités qui accordent des remises à leurs affiliés à la condition qu'ils se rendent dans des magasins d'optique précis et qu'ils aient préalablement souscrit à une cotisation supplémentaire.

Pour exemple, la mutualité Solidaris offre des réductions de 20 à 30 % selon qu'il s'agit de patient de moins ou de plus de dix-huit ans, et des réductions exceptionnelles (où les taux sont portés à 30 ou 40 %) sont également offertes durant tout un mois bien précis.

Dans la mesure où ces réductions semblent continuelles, n'est-on pas face à une atteinte à la législation réglementant les soldes et fixant la durée limitée de celles-ci et, partant, face à une pratique déloyale de commerce ?

 

Ik werd door verschillende opticiens aangesproken over de praktijken van bepaalde ziekenfondsen die kortingen toekennen aan hun leden als ze zich wenden tot welbepaalde optieken centra en vooraf een bijkomende bijdrage betalen.

Zo biedt het ziekenfonds Solidaris kortingen van 20 tot 30% aan naargelang de patiënt jonger of ouder is dan achttien jaar, en uitzonderlijke kortingen van 30 tot 40% gedurende een welbepaalde maand.

De wetgeving op de koopjes legt onder andere een maximumduur op voor de koopjesperiode. Overtreedt men die wetgeving dan niet door die kortingen voortdurend toe te kennen? Of is er zelfs sprake van een oneerlijke handelspraktijk?

 
Réponse reçue le 9 septembre 2011 : Antwoord ontvangen op 9 september 2011 :

Les pratiques au sujet desquelles l’honorable membre me questionne, concernent des promotions continuelles et des réductions temporaires sur des lunettes offertes par une chaîne d’opticiens. Il me paraît vraisemblable qu’il s’agit ici d’une activité commerciale d’une entreprise distincte d’une mutuelle.

En permettant à ses membres d’obtenir, moyennant certaines conditions, des prix avantageux auprès d’entreprises déterminées, la mutuelle propose des services qui ne relèvent pas de sa mission publique. La mutuelle doit être dès lors considérée comme une « entreprise » pour de telles actions promotionnelles. Les dispositions de la loi du 6 avril 2010 relative aux pratiques du marché et la protection du consommateur (ci-après la LPMC) lui sont applicables.

Pour ce qui concerne l’octroi de réductions, je voudrais rappeler que chaque entreprise est libre de sa politique de fixation des prix et qu’elle peut, par exemple, attribuer de manière continue un prix plus avantageux à certaines catégories de clients, comme par exemple aux membres affiliés d’une mutuelle ou d’un club de sport.

Si une entreprise annonce des réductions temporaires, elle doit respecter la LPMC. Les règles spécifiques quant au prix de référence (le prix le plus bas appliqué au cours du mois précédant le premier jour de l’action), et la durée de la réduction d’au maximum une période n’excédant pas un mois, sont applicables (art. 20 et 21 de la LPMC), tout comme l’interdiction de publicité trompeuse visée par les articles 88 à 91 de la LPMC.

Au cas où ces règles ne sont pas respectées, les opticiens lésés peuvent porter plainte auprès de la Direction Générale Contrôle & Médiation du Service public fédérale (SPF) Economie, la Direction qui s’occupe de la recherche et de la constatation d’infractions à cette législation.

De praktijken waarover het geachte lid mij bevraagt, betreffen continue promoties en tijdelijke kortingen op brillen, aangeboden door een optiekketen. Het lijkt me waarschijnlijk dat het hier gaat om een commerciële activiteit van een andere onderneming dan de mutualiteit.

Door aan haar leden toe te laten om onder bepaalde voorwaarden voordelige prijzen bij bepaalde ondernemingen te verkrijgen, stelt de mutualiteit diensten voor die niet tot haar publieke opdracht behoren. De mutualiteit dient bijgevolg beschouwd te worden als een “onderneming” voor dergelijke commerciële acties. De bepalingen van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (hierna de WMPC) zijn hierop van toepassing.

Voor wat het toekennen van kortingen betreft, wil ik in herinnering brengen dat elke onderneming vrij is in zijn prijzenpolitiek en dat zij bijvoorbeeld op continue basis een meer voordelige prijs kan toekennen aan bepaalde categorieën van klanten, zoals de leden aangesloten bij een mutualiteit of een sportclub.

Kondigt een onderneming tijdelijke kortingen aan, dan dient ze de WMPC te respecteren. Er gelden dan specifieke regels voor wat de referentieprijs betreft (de laagste prijs die de onderneming heeft toegepast in de loop van de maand voorafgaand aan de eerste dag waarvoor de nieuwe prijs wordt aangekondigd), en de duur van de korting bedraagt maximaal een periode van één maand (art. 20 en 21 van de WMPC). Ook geldt het verbod van misleidende reclame dat valt onder de artikelen 88 tot 91 van de WMPC.

Indien deze regels niet gerespecteerd worden, dan kunnen de benadeelde opticiens klacht indienen bij de Algemene Directie Controle & Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, de Directie die belast is met de opsporing en vaststelling van inbreuken op deze wetgeving.