SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
8 octobre 2010 8 oktober 2010
________________
Question écrite n° 5-227 Schriftelijke vraag nr. 5-227

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) - Flandre occidentale - Réouverture de points d'arrêt Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - West-Vlaanderen - Heropening van stopplaatsen 
________________
transport de voyageurs
Société nationale des chemins de fer belges
province de Flandre occidentale
reizigersvervoer
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
provincie West-Vlaanderen
________ ________
8/10/2010Verzending vraag
20/6/2011Antwoord
8/10/2010Verzending vraag
20/6/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-227 du 8 octobre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-227 d.d. 8 oktober 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La ligne 66 qui relie Courtrai à Bruges constitue l'épine dorsale du trafic ferroviaire en Flandre occidentale. Un service ommibus bien développé y fait toutefois défaut. L'ASBL TreinTramBus souhaiterait que la ligne soit desservie par de fréquents trains omnibus qui s'arrêteraient également à Loppem, à Lendelede et à Heule. Alors que la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) a déjà ouvert ou annoncé de nouveaux points d'arrêt dans d'autres provinces (Beervelde, Zonhoven, Haasrode), la Flandre occidentale comptera prochainement encore un point d'arrêt de moins, avec la disparition de l'arrêt de Zwankendamme.

La réouverture de plusieurs gares sur la ligne 66 peut alléger le trafic entre Courtrai et Bruges et la création de nouveaux points d'arrêt à Oudenburg, Jabbeke (ligne 50A), Courtrai-Est (ligne 75), Deerlijk (ligne 89), Pittem et Ardooie-Koolskamp (ligne 73) pourrait encourager le transport en commun dans la province de Flandre occidentale.

Je souhaiterais une réponse à la question suivante.

La SNCB envisage-t-elle de remettre en service certains points d'arrêt bien situés dans la province de Flandre occidentale ? Dans l'affirmative, lesquels et quel est le calendrier prévu ?

 

Lijn 66 tussen Kortrijk en Brugge vormt de ruggengraat van het spoorverkeer in de provincie West-Vlaanderen. Hier ontbreekt echter een goed uitgebouwde stoptreindienst. Trein Tram Bus vzw wil graag frequente stoptreinen op deze lijn zien, die ook Loppem, Lendelede en Heule aandoen. De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) heeft al verschillende nieuwe stopplaatsen in andere provincies geopend of aangekondigd (Beervelde, Zonhoven, Haasrode), terwijl West-Vlaanderen met het verdwijnen van Zwankendamme binnenkort opnieuw een stopplaats minder telt.

De heropening van enkele stations op de lijn 66 kan de verkeersdrukte tussen Kortrijk en Brugge doen verminderen en ook nieuwe halteplaatsen in Oudenburg, Jabbeke (lijn 50A), Kortrijk-Oost (lijn 75), Deerlijk (lijn 89), Pittem en Ardooie-Koolskamp (lijn 73) zouden een stimulans kunnen betekenen voor het openbaar vervoer in de provincie West-Vlaanderen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vraag:

Overweegt de NMBS om in de provincie West-Vlaanderen enkele goed gelegen stopplaatsen te heropenen? Indien ja, welke en wat is de timing?

 
Réponse reçue le 20 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 20 juni 2011 :

Le Groupe Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) communique ce qui suit :

L'optimisation à long terme de l'offre ferroviaire sur les lignes assurant la desserte de la Flandre occidentale fera l'objet d'un examen approfondi dans le cadre de l'étude d'un nouveau plan de transport, prévue à l'article dix de l’actuel contrat de gestion.

De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)-Groep deelt het volgende mee:

De optimalisering op lange termijn van het spoorwegaanbod op de lijnen die West-Vlaanderen bedienen zal grondig worden bestudeerd in het raam van de studie van een nieuw vervoerplan, voorzien bij artikel tien van het huidige beheerscontract.