SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
20 septembre 2010 20 september 2010
________________
Question écrite n° 5-169 Schriftelijke vraag nr. 5-169

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Hôpitaux - Grèves - Réquisitions - Application de la loi  "prestations" du 19 août 1948 Ziekenhuizen - Stakingen - Opvorderingen - Toepassing van de prestatiewet van 19 augustus 1948 
________________
établissement hospitalier
grève
réquisition des travailleurs
service d'intérêt général
ziekenhuis
staking
rekwisitie van arbeidskrachten
dienst van algemeen belang
________ ________
20/9/2010Verzending vraag
21/6/2011Antwoord
20/9/2010Verzending vraag
21/6/2011Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-170 Aussi posée à : question écrite 5-170
________ ________
Question n° 5-169 du 20 septembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-169 d.d. 20 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En raison de grèves parfois organisées dans les hôpitaux publics, des opérations urgentes ne peuvent être pratiquées, certaines sections doivent être fermées et des problèmes se posent sur le plan des soins médicaux.

Les bourgmestres des communes concernées réquisitionnent parfois plusieurs membres du personnel, mais les syndicats prétendent alors que ces mesures sont illégales, arguant de la non-applicabilité, en l’espèce, de la

loi du 19 août 1948 relative aux prestations d’intérêt public en temps de paix.

La continuité du service ne peut donc être assurée, avec toutes les conséquences qui en découlent. La loi « prestations » n'est effectivement applicable qu'au secteur privé.

J'aimerais poser les questions suivantes :

1. a) La ministre de l’Emploi confirme-t-elle que la loi précitée n’est pas applicable en l’espèce et qu’aucun membre du personnel infirmier, soignant ou autre (tant statutaire que contractuel) ne peut être mobilisé pour assurer les besoins vitaux en matière de soins médicaux ?

b) Quels sont les motifs exacts de cette situation ?

2. Dans l’affirmative, la ministre de l'Emploi peut-elle donner l’ordre ou l’autorisation au gouverneur de faire réquisitionner des membres du personnel par le biais des bourgmestres ?

3. La ministre de l’Emploi est-elle disposée à modifier la loi relative aux prestations d’intérêt public en temps de paix ou à appuyer une telle initiative en vue de rendre ce texte également applicable au secteur public en général ou au secteur public médical en particulier ?

4. a) Quelle est la position de la ministre de la Santé publique face au constat selon lequel le manque de moyens de réquisition peut avoir des conséquences dramatiques pour les patients en attente de traitement?

b) De quels autres moyens la ministre dispose-t-elle pour garantir la santé publique à l'échelon local dans de telles circonstances ?

5. Depuis l’entrée en vigueur de la loi relative aux prestations d’intérêt public en temps de paix, quels besoins vitaux ont-ils déjà été reconnus par le biais de la concertation sociale et des commissions paritaires, d’une part, et par les pouvoirs publics, d’autre part ?

6. a) Dans combien de cas de grèves et de lock-out a-t-on eu recours à la loi relative aux prestations d’intérêt public en temps de paix au cours des cinq dernières années ?

b) La ministre a-t-elle connaissance de licenciements pour motif grave qui seraient intervenus à la suite du refus injustifié de travailleurs d’effectuer certaines prestations ?

 

Soms wordt in openbare ziekenhuizen gestaakt, waardoor sommige dringende operaties niet kunnen worden uitgevoerd, een aantal afdelingen moeten worden gesloten en de medische dienstverlening problematisch wordt.

De burgemeesters van de betrokken gemeenten vorderen soms een aantal personeelsleden op, maar de vakbonden houden dan voor dat dit onwettig is omdat de wet van 19 augustus 1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in Vredestijd (de zogenaamde "Prestatiewet") in casu niet toepasselijk is.

De continuïteit van de dienstverlening komt dan in gevaar, met alle gevolgen van dien. De Prestatiewet van 19 augustus 1948 is namelijk uitsluitend van toepassing op de private sector.

In dit kader volgende vragen:

1. a) Bevestigt de minister van Werk dat hogervermelde wet in dergelijke gevallen niet van toepassing was en geen enkel verpleegkundig, verzorgend of ander personeel (zowel statutairen, als contractuelen) kan worden opgeroepen om de vitale dienstverlening, namelijk de verstrekking van geneeskundige zorgen te verzekeren?

b) Wat zijn de juiste redenen daarvoor?

2. In bevestigend geval, kan de minister van Werk aan de gouverneur bevel of machtiging verlenen om personeelsleden via de burgemeesters te laten opvorderen?

3. Is de minister van Werk bereid een wetswijziging voor te stellen of te ondersteunen, waarbij de Prestatiewet ook van toepassing wordt verklaard op de openbare sector in het algemeen of op de openbare medische sector in het bijzonder?

4. a) Hoe gaat de minister van Volksgezondheid om met de vaststelling dat het gebrek aan opvorderingsmogelijkheden dramatische effecten kan hebben voor de te behandelen patiënten?

b) Over welke middelen beschikt de minister om in gevallen zoals deze de lokale volksgezondheid te vrijwaren?

5. Welke vitale behoeften werden sedert de inwerkingtreding van de bovenvermelde Prestatiewet al erkend via het sociaal overleg en de paritaire comités, en welke via de overheid?

6. a) In hoeveel en welke gevallen van staking en lock-out werd de voorbije vijf jaar gebruik gemaakt van de Prestatiewet?

b) Heeft de minister kennis van ontslagen die om dringende redenen werden gegeven als gevolg van een ongerechtvaardigde weigering van de werknemer om prestaties te verrichten?

 
Réponse reçue le 21 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 21 juni 2011 :

Mon prédecesseur, Monsieur Demotte, avait proposé, lors de l’élaboration de la loi du 13 décembre 2006 portant dispositions diverses en matière de santé, de prendre une disposition visant à combler le vide juiridique existant pour les institutions publiques. Il s’agissait de permettre aux gouverneurs des provinces de réquisitionner du personnel si la continuité des soins de santé était mise en péril.

Cependant, cette disposition a été retirée du projet lors des travaux parlementaires, par la Commission de la santé publique, de l’environnement et du renouveau de la société, en raison de l’existence d’un groupe de travail, créé à l’initiative du ministre de l’Emploi, qui se penchait sur l’élaboration d’une réglementation analogue pour les secteurs privés et publics.

Je me permets par conséquent de vous référer à ce sujet, à la ministre de l’Emploi.

Mijn voorganger, de heer Demotte, had bij het opstellen van de wet van 13 december 2006 houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid voorgesteld om een maatregel in te lassen bedoeld om het bestaande juridisch vacuüm bij de openbare instellingen op te vullen. Het ging erom dat de provinciegouverneurs de mogelijkheid kregen om personeel op te vorderen wanneer de zorgcontinuïteit in het gedrang kwam.

Deze maatregel werd echter tijdens de parlementaire werkzaamheden teruggetrokken door de Commissie voor de Volksgezondheid, het leefmilieu en de maatschappelijke hernieuwing, omwille van het bestaan van een werkgroep, opgericht op initiatief van de minister van Tewerkstelling, die de uitwerking van een analoge reglementering voor de privé-sector en de overheidssector bestudeerde.

Bijgevolg ben ik zo vrij u hieromtrent door te verwijzen naar de minister van Tewerkstelling.