SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
15 février 2011 15 februari 2011
________________
Question écrite n° 5-1360 Schriftelijke vraag nr. 5-1360

de Bart Tommelein (Open Vld)
van Bart Tommelein (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale
aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Expériences animales - Chiffres - Alternatives Proeven op dieren - Aantallen - Alternatieven 
________________
expérimentation animale
recherche médicale
statistique officielle
proefneming met dieren
medische research
officiële statistiek
________ ________
15/2/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
15/2/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5014 Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5014
________ ________
Question n° 5-1360 du 15 février 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1360 d.d. 15 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En 2007, 779 860 animaux ont servi à la recherche biomédicale dans notre pays, soit un peu plus qu'en 2006. On utilise les animaux de laboratoire principalement dans le développement et le contrôle de la qualité des médicaments et des appareils médicaux. En 2007, la plupart des expériences ont été effectuées sur des rongeurs et des lapins (91,97 %). Viennent ensuite les poissons, reptiles et batraciens (5,72 %) et les oiseaux (1,66 %). Les chiens, les chats et les singes représentent respectivement 0,096 %, 0,006 % et 0,005 % des animaux utilisés.

Je souhaiterais poser au ministre les questions suivantes :

1) Peut-elle indiquer, pour les années 2008, 2009 et 2010, combien d'animaux ont servi à la recherche biomédicale ? Peut-elle commenter ces chiffres ?

2) Peut-elle indiquer, en chiffres et en pourcentage, combien d'expériences ont été réalisées, respectivement en 2008, 2009 et 2010, sur :

a) des rongeurs et des lapins ;

b) des poissons, des reptiles et des batraciens ;

c) des oiseaux ;

d) des chiens ;

e) des chats ;

f) des singes ?

3) Dans le cadre de la recherche contractuelle au Service public fédéral (SPF) Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnement, on a étudié des alternatives ou des améliorations des expériences animales. Quel montant y a-t-on alloué ? Quels sont les résultats, et ont-ils déjà été transposés en réglementation concrète ? Dans l'affirmative, les résultats se traduisent-ils déjà par une diminution du nombre d'animaux de laboratoire ?

 

In 2007 werden in totaal 779 860 dieren gebruikt voor biomedisch onderzoek in ons land. Dat is een lichte stijging van het aantal dieren ten opzichte van 2006. De proefdieren worden voornamelijk gebruikt voor de ontwikkeling en de kwaliteitscontrole van geneesmiddelen en medische apparatuur. In 2007 zijn de meeste proeven uitgevoerd op knaagdieren en konijnen (91,97 %). Daarna volgen vissen, reptielen en amfibieën (5,72 %) en vogels (1,66 %). Honden, katten en apen vertegenwoordigen respectievelijk 0,096 %, 0,006 % en 0,005 % van de gebruikte proefdieren.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Kan zij aangeven en dit respectievelijk voor de jaren 2008, 2009 en 2010 hoeveel dieren werden gebruikt voor biomedisch onderzoek in het totaal? Kan zij deze cijfers duiden?

2) Kan zij in cijfers alsook procentueel aangeven hoeveel proeven respectievelijk in 2008, 2009 en 2010 werden uitgevoerd op:

a) knaagdieren en konijnen;

b) vissen reptielen en amfibieën;

c) vogels;

d) honden;

e) katten;

f) apen?

3) In het kader van het contractueel onderzoek bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu werd onderzoek gevoerd naar alternatieven of verbeteringen van dierproeven. Welk bedrag werd hiervoor uitgetrokken? Wat zijn de resultaten en werden deze reeds omgezet in concrete regelgeving? Zo ja, ziet men reeds de resultaten ineen daling van het aantal desbetreffende proefdieren?