SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
24 octobre 2013 24 oktober 2013
________________
Question écrite n° 5-10211 Schriftelijke vraag nr. 5-10211

de Willy Demeyer (PS)

van Willy Demeyer (PS)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken
________________
Conventions de prévention de la double imposition - Pays en voie de développement - Impact sur les rentrées fiscales - Initiatives Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting - Ontwikkelingslanden - Weerslag op de fiscale inkomsten - Initiatieven 
________________
convention fiscale
double imposition
pays en développement
belastingovereenkomst
dubbele belasting
ontwikkelingsland
________ ________
24/10/2013Verzending vraag
5/12/2013Antwoord
24/10/2013Verzending vraag
5/12/2013Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-10212 Aussi posée à : question écrite 5-10212
________ ________
Question n° 5-10211 du 24 octobre 2013 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-10211 d.d. 24 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Les conventions de prévention de la double imposition (CPDI) sont l'une des deux grandes catégories de traités internationaux (l'autre étant les accords d'échanges de renseignement) auxquels on doit s'en remettre - dans l'attente d'un système de taxation unitaire - pour la taxation des multinationales.

Les CPDI conclues entre pays développés et les pays en développement sont souvent dénoncées comme contraires aux intérêts de ces derniers (FMI, OCDE, ONU et Banque Mondiale, Supporting the development of more effective tax systems, 2011, p. 28).

Les statistiques officielles démontrent à cet égard que le ratio "recettes fiscales/PIB" des pays développés est beaucoup plus élevé que celui des pays en développement (PED).

Selon une récente étude de la CNCD-11.11.11 (Point Sud, n° 8, mai 2013, p. 16), au moins trois dispositions du modèle belge de CPDI, daté de juin 2010, semblent d'emblée particulièrement défavorables aux rentrées fiscales des pays en développement :

- Le taux de 0 % sur les royalties ;

- Le taux de 0 % sur les intérêts sur prêts entre société ;

- Le taux de 0 % sur les dividendes d'entreprises détenues à hauteur d'au moins 10 % du capital.

Mes questions sont dans ce contexte les suivantes :

1° Comment évaluez-vous les effets du modèle belge de CPDI sur les rentrées fiscales des PED ?

2° Quelles sont les initiatives que vous avez prises pour réformer ce modèle dans un sens qui affecte (et lequel ?) les rentrées fiscales des PED ?

3° Quelles sont les initiatives qui ont été prises au niveau du Conseil de l'Europe ou de l'OCDE susceptible d'affecter (et de quelle manière ?) les rentrées fiscales des PED ?

 

Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting vormen één van de twee categorieën van internationale verdragen ( de andere is die van de overeenkomsten tot uitwisseling van informatie) waarop men zich in afwachting van een gemeenschappelijk belastingsysteem moet baseren inzake de belastingheffing voor multinationals.

Van dubbelbelastingverdragen die tussen ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden wordt vaak gezegd dat ze in strijd zijn met de belangen van die laatste (IMF, OESO, VN, en Wereldbank, Supporting the development od more effective tax systems, 2011, p. 28).

Officiële statistieken tonen aan dat de ratio fiscale ontvangsten/bbp van ontwikkelde landen veel hoger is dan die van ontwikkelingslanden.

Volgens een recente studie van het CNCD- 11.11.11 (Point Sud, nr 8, mei 2013, p.16) lijken minstens drie bepalingen van het Belgisch standaardmodel van overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting van juni 2010 al meteen in het nadeel van de fiscale ontvangsten van de ontwikkelingslanden:

- het tarief van 0 % op royalties;

- het tarief van 0 % op intresten van leningen tussen vennootschappen;

- het tarief van 0 % op dividenden van bedrijven die minstens 10 % van het kapitaal bezitten;

In deze context wil ik de volgende vragen stellen:

1) Hoe evalueert de minister de gevolgen van het Belgische standaardmodel van overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting op de fiscale ontvangsten van ontwikkelingslanden?

2) Welke initiatieven heeft hij genomen om dit model te herwerken zodat de weerslag op de fiscale ontvangsten van ontwikkelingslanden wordt gewijzigd en in welke zin?

3) Welke initiatieven heeft de Raad van Europa of de OESO genomen die een invloed kunnen hebben op de fiscale ontvangsten van ontwikkelingslanden en welke?

 
Réponse reçue le 5 décembre 2013 : Antwoord ontvangen op 5 december 2013 :

J’informe l’honorable membre que sa question relève des compétences du ministre des Finances, Monsieur Koen Geens.

Ik informeer het geachte lid dat zijn vraag onder de bevoegdheid valt van de minister van Financiën, de heer Koen Geens.