SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
12 janvier 2009 12 januari 2009
________________
Question écrite n° 4-2511 Schriftelijke vraag nr. 4-2511

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
SPF Justice - Statistiques - Absence d’un système informatique intégré FOD Justitie - Statistieken - Ontbreken van geïntegreerd informaticasysteem 
________________
statistique officielle
informatique documentaire
réseau informatique
système informatique
ministère
officiële statistiek
informatie en documentatie
computernetwerk
informatieverwerkend systeem
ministerie
________ ________
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
26/1/2009Antwoord
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
26/1/2009Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-681 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-681
________ ________
Question n° 4-2511 du 12 janvier 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2511 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Par le passé, je me suis rendu compte, en tant que parlementaire, que les statistiques émanant du SPF Justice ne sont pas toujours faciles à obtenir. Les questions posées à ce sujet sont souvent restées sans réponse. Dans un rapport du Conseil supérieur de la Justice intitulé « Rapport sur le fonctionnement général de l’ordre judiciaire. Années 2004 et 2005 », approuvé par l’assemblée générale du 27 juin 2007, j’apprends que les statistiques de l’auditorat du travail ne sont pas publiées par le SPF Justice. Et beaucoup déplorent l’absence d’un système informatique intégré.

Je souhaite dès lors poser les questions suivantes au ministre :

1. Quelles démarches compte-t-il entreprendre pour développer un système informatique intégré ? Ou ne juge-t-il pas cela prioritaire ?

2. S’il veut remédier à la situation, quels délais compte-t-il fixer pour la réalisation ?

3. Est-il d’accord avec le SPF Justice d’accéder à la demande de l’auditorat du travail de publier les chiffres de ce dernier ? Ou ne souhaite-t-il pas les publier ? Si tel est le cas, pourquoi ?

 

In het verleden heb ik als parlementslid ondervonden dat statistieken vanuit de FOD Justitie niet altijd even makkelijk te bekomen zijn. Vaak bleven vragen hieromtrent onbeantwoord. In een verslag van de Hoge Raad voor de Justitie getiteld “Verslag over de algemene werking van de rechterlijke orde. Jaren 2004 en 2005” dat goedgekeurd werd door de algemene vergadering op 27 juni 2007 leer ik dat de statistieken van het arbeidsauditoraat niet door de FOD Justitie worden gepubliceerd. En velen “betreuren dat een geïntegreerd informaticasysteem ontbreekt”.

Vandaar mijn vragen aan de geachte minister:

1. Welke stappen wil de geachte minister ondernemen om een geïntegreerd informaticasysteem te ontwikkelen? Of vindt hij dit geen prioriteit?

2. Indien hij hieraan iets wil doen, welke termijnen wil hij daar op kleven om dit te realiseren?

3. Gaat hij met de FOD Justitie in op de vraag van het arbeidsauditoraat om diens cijfers te publiceren? Of verkiest hij deze niet te publiceren? Zo ja, waarom?

 
Réponse reçue le 26 janvier 2009 : Antwoord ontvangen op 26 januari 2009 :

1) La modernisation du fonctionnement de l’Ordre judiciaire (OJ) constitue effectivement une priorité majeure du service d'encadrement ICT du Service public fédéral (SPF) Justice. Une approche graduelle est actuellement en cours d’élaboration. La première étape de celle-ci est l’application « MACH » dans les justices de paix, les parquets de police et les tribunaux de police. Au cours de cette année, nous espérons entamer la modernisation des applications des tribunaux de 1re instance. Suivront ensuite les autres juridictions.

Ces applications offrent une mise en service plus rapide et engendrent moins de risques. L’objectif final englobe également la procédure par voie électronique, mais dans un premier temps, il sera veillé à rendre d’abord les nouvelles applications opérationnelles au plan interne.

2) Le timing s’étend évidemment sur plusieurs années :

  • mi-2008 : « MACH » dans les justices de paix ;

  • fin 2008 : « MACH » dans les parquets de police et les tribunaux de police ;

  • mi-2009 : nouvelles applications dans les tribunaux de 1re instance ;

  • les autres juridictions suivront progressivement au cours de la période 2009-2012;

  • les domaines restants englobent également la finalisation de la procédure par voie électronique.

3. Les compétences des analystes statistiques près le Collège des procureurs généraux et les parquets généraux ont récemment été étendues à toutes les composantes du ministère public. Ceci implique qu’en plus des statistiques actuelles des parquets correctionnels et du parquet fédéral, ils établiront également à l’avenir des statistiques pour les parquets de police et de la jeunesse, pour les auditorats du travail et les auditorats généraux, ainsi que pour les parquets généraux.

Les auditorats du travail ne disposent pas encore de système d’enregistrement uniforme. La mission des analystes statistiques se limite donc pour l’instant à l’exploitation statistique des données de la base de données « Laurence ».

« Laurence » est une application informatique commune à tous les auditorats de travail et qui a pour objectif l’enregistrement obligatoire, à des fins statistiques et à partir du 1er janvier 2007, d’un minimum de données dans des matières relevant des cinq priorités définies dans la note-cadre de sécurité intégrale qui a été approuvée par le Conseil des ministres le 30 mars 2004.

La « Circulaire commune de la ministre de la Justice et du Collège des procureurs généraux relative à la politique criminelle des auditorats » du 18 janvier 2007 (COL 3/2007), confie aux analystes statistiques la mission d'établir des statistiques annuelles sur la base des données issues de la base de données « Laurence ».

Le rapport quantitatif des analystes statistiques constitue un élément du rapport annuel qui, aux termes de la circulaire, doit être remis au ministre de la Justice le 15 janvier de chaque année par l’auditeur du travail.

En application de cette directive, les analystes statistiques ont produit début 2008 les premières « statistiques Laurence » portant sur l’année civile 2007. L’année 2007 doit donc être considérée comme l’année 0 et les chiffres actuellement disponibles ne peuvent en aucun cas être considérés comme représentatifs. Les problèmes, défauts et points névralgiques répertoriés lors de l'élaboration de ces statistiques doivent servir à poursuivre la mise au point de la base de données « Laurence ».

1) Het is inderdaad een hoofdprioriteit voor de stafdienst ICT van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie om de werking van de Rechterlijke Orde te moderniseren. Er wordt nu gewerkt aan een stapsgewijze aanpak waarbij inderdaad is begonnen met de applicatie “MACH” voor de vredegerechten, de politieparketten en de politierechtbanken. In de loop van dit jaar wensen we modernisering van de applicaties van de rechtbanken van eerste aanleg aan te vatten. Daarna volgen de andere jurisdicties.

Deze bieden een snellere indienstneming en geeft minder risico’s. Het einddoel omvat ook de elektronische procesvoering, doch er wordt voor gezorgd dat vooraf de eerste nieuwe toepassingen intern operationeel zullen zijn.

2) De timing omvat uiteraard meerdere jaren :

  • half 2008 : “MACH” voor de vredegerechten;

  • einde 2008 : “MACH” voor de politieparketten en politierechtbanken;

  • half 2009 : nieuwe toepassingen voor de rechtbanken van eerste aanleg ;

  • De andere jurisdicties volgen geleidelijk aan in de periode 2009-2012;

  • Deze resterende domeinen omvatten ook de afwerking van de elektronische procesvoering.

3. De bevoegdheden van de statistisch analisten bij het College van procureurs-generaal en bij de parketten-generaal werden recent uitgebreid tot alle geledingen van het openbaar ministerie. Dit impliceert dat zij, naast de huidige statistieken voor de correctionele parketten en het federaal parket, in de toekomst ook statistieken zullen creëren voor de politie- en jeugdparketten, voor de arbeidsauditoraten en auditoraten-generaal, en voor de parketten-generaal.

Voor wat de arbeidsauditoraten betreft, is er nog geen uniform registratiesysteem in voege, en blijft de opdracht van de statistisch analisten voorlopig beperkt tot de statistische exploitatie van de gegevens uit de “Laurence”-databank.

“Laurence” is een gemeenschappelijke informaticatoepassing voor de arbeidsauditoraten die vanaf 1 januari 2007 de verplichte registratie beoogt van een minimaal aantal gegevens voor statistische doeleinden, in materies die tot de vijf prioriteiten behoren die werden gedefinieerd door de kadernota “integrale veiligheid” die de Ministerraad op 30 maart 2004 heeft goedgekeurd.

In de “gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College van procureurs-generaal inzake het strafrechtelijk beleid van de auditoraten” van 18 januari 2007 (COL 3/2007) wordt aan de statistisch analisten verbonden de opdracht gegeven om jaarlijks statistieken op te stellen op basis van de gegevens uit de “Laurence”-databank.

Het kwantitatieve verslag van de statistisch analisten vormt een onderdeel van het jaarverslag, dat volgens de omzendbrief jaarlijks op 15 januari door de arbeidsauditeur moet overhandigd worden aan de minister van Justitie.

In uitvoering van deze richtlijn genereerden de statistisch analisten begin 2008 de eerste “Laurence-statistieken” met betrekking tot het burgerlijk jaar 2007. Het jaar 2007 geldt dus als nuljaar en de thans beschikbare cijfers kunnen zeker niet beschouwd worden als representatief. De geïnventariseerde problemen, tekortkomingen en knelpunten bij het opmaken van deze statistieken, moeten aangegrepen worden om de “Laurence”-gegevensbank verder op punt te stellen.