SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
12 janvier 2009 12 januari 2009
________________
Question écrite n° 4-2494 Schriftelijke vraag nr. 4-2494

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Criminels - Condamnation en Belgique - Exécution de la peine - Pays d'origine (Transfèrement vers leur pays d'origine des personnes condamnées n'ayant pas de véritable attache avec la Belgique pour qu'elles y purgent leur peine) Criminelen - Veroordeling in België - Strafuitvoering - Land van herkomst (Overbrenging van gevonniste personen zonder echte band met België naar het land van herkomst om er hun straf uit te zitten) 
________________
exécution de la peine
ressortissant étranger
transfèrement de détenus
Maroc
accord bilatéral
voltrekking van de straf
buitenlandse staatsburger
overbrenging van gedetineerden
Marokko
bilaterale overeenkomst
________ ________
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
25/2/2009Antwoord
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
25/2/2009Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-659 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-659
________ ________
Question n° 4-2494 du 12 janvier 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2494 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

5. Des pourparlers sont-ils encore engagés avec d'autres pays qui ne sont pas membres du Conseil de l'Europe ? Quel est le calendrier fixé ?4. Des accords sont-ils conclus avec les pays qui ont déjà ratifié la convention à propos de l'élaboration d'une déclaration de principe et des modalités d'application ?3. La ministre entreprend-elle des démarches afin d'inciter les pays qui ne l'ont pas encore fait à ratifier la convention ? Dans l'affirmative, quelles sont les démarches entreprises concrètement ?2. Cette option politique est-elle poursuivie et intensifiée ?1. Combien de personnes condamnées en Belgique mais n'ayant pas d'attache véritable avec notre pays ont-elles été depuis lors transférées dans leur pays d'origine pour y purger leur peine ?Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :Le gouvernement 2003-2007 a négocié une convention avec le Maroc.Pour les pays qui n'ont pas ratifié la convention (Albanie, Bosnie-Herzégovine et Croatie), une convention bilatérale est toutefois nécessaire.Des pays comme la Bulgarie, la Roumanie, la Serbie-Montenegro et la Macédoine sont liés par cette convention.Cette mesure se fonde sur le Protocole additionnel de 1997 ( STE 167) à la Convention de 1983 du Conseil de l'Europe sur le transfèrement des personnes condamnées, dont l'article 3 permet de demander au pays d'origine d'étrangers condamnés, qui auraient été éloignés du pays ou auraient reçu l'ordre de quitter le territoire après avoir éventuellement purgé leur peine dans le pays de condamnation, de prendre en charge l'exécution de la peine, de sorte que les condamnés puissent directement y purger leur peine et ce, sans que leur consentement à un tel transfert de l'exécution du jugement ne soit requis. Cette convention a été transposée par la loi du 26 mai 2005 modifiant la loi du 23 mai 1990 sur le transfèrement interétatique des personnes condamnées et la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers.Cette mesure non seulement améliore quelque peu la surpopulation carcérale mais a également un effet dissuasif important sur les bandes internationales car elle amène à constater en pratique dans les pays d'origine que les délits ne restent pas impunis en Belgique.Le gouvernement 2003-2007 a commencé à mettre en œuvre le transfèrement vers leur pays d'origine des personnes condamnées n'ayant pas de véritable attache avec la Belgique pour qu'elles y purgent leur peine.

 

De regering 2003-2007 begon met de uitvoering van de overbrenging van gevonniste personen zonder echte band met België naar het land van herkomst om er hun straf uit te zitten.

Deze maatregel levert niet enkel wat soelaas voor de overbevolking in de gevangenissen, maar heeft ook een belangrijk ontradend effect voor internationale bendes, omdat men in de landen van herkomst in de praktijk kan vaststellen dat misdrijven in België niet ongestraft blijven.

Hiervoor kan worden gesteund op het Aanvullend protocol van 1997 ( ETS 167) bij de Raad van Europa- Overeenkomst van 1983 inzake overbrenging van gevonniste personen, dat in artikel 3 de mogelijkheid creëert om aan het thuisland van veroordeelde vreemdelingen, die na eventueel uitzitten van hun straf in het land van veroordeling, het land zouden worden uitgezet of het bevel krijgen het grondgebied te verlaten, te vragen de tenuitvoerlegging over te nemen, zodat ze ineens daar hun straf kunnen uitzitten, en dit zónder dat hun toestemming voor dergelijke overdracht van tenuitvoerlegging van strafvonnis vereist is. Dit verdrag werd door België geïmplementeerd bij wet van 26 mei 2005 tot wijziging van de wet van 23 mei 1990 inzake de overbrenging tussen Staten van de gevonniste personen en van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Landen als Bulgarije, Roemenië, Servië-Montenegro en Macedonië zijn gebonden door dit verdrag.

Voor de landen die het Verdrag niet geratificeerd hebben (Albanië, Bosnië-Herzegovina en Croatië) is echter een bilateraal verdrag nodig.

De regering 2003-2007 onderhandelde een verdrag met Marokko.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel in België gevonniste personen zonder echte band met ons land zijn inmiddels naar hun land van herkomst gebracht om daar hun straf uit te zitten?

2. Wordt deze beleidsoptie verder gezet en geïntensifieerd?

3. Neemt de geachte minister stappen om de landen die het verdrag nog niet hebbend geratificeerd aan te zetten tot ratificatie? Zo ja, welke stappen worden concreet genomen?

4. Worden er met de landen die het verdrag wel al hebben geratificeerd afspraken gemaakt over het opstellen van een principeverklaring en over de praktische uitvoeringsmodaliteiten?

5. Worden er nog onderhandelingen met andere, niet bij de Raad van Europa aangesloten, landen opgestart? Welke is de timing?

 
Réponse reçue le 25 février 2009 : Antwoord ontvangen op 25 februari 2009 :

1. Depuis l’entrée en vigueur du Protocole additionnel à la Convention sur le transfèrement des personnes condamnées en 2005, seize personnes ont été transférées dans leur pays d’origine ou dans le pays dont elles possèdent la nationalité.

La répartition par pays est la suivante : quatre en Bulgarie, une en Pologne, huit en Roumanie, une aux Pays-Bas et deux en France. Deux Belges ont été transférés sous la contrainte depuis les Pays-Bas.

2. Le but est de promouvoir autant que possible le transfèrement sans le consentement de la personne jugée. La Belgique considère qu'il faut pour ce faire persuader un maximum de pays de ratifier le Protocole additionnel du 18 décembre 1997 à la Convention sur le transfèrement des personnes condamnées du Conseil de l’Europe. Un instrument bilatéral particulier est envisagé pour les pays qui ne veulent pas adhérer à l’instrument précité.

3. Les pays qui souhaitent adhérer au Protocole additionnel le ratifient conformément à leur droit interne et à leurs options politiques. La Belgique a ratifié le Protocole additionnel de 1997 en 2005. Au regard de la souveraineté de chaque État, la Belgique ne prend pas position quant aux (éventuelles) intentions des autres États. La Belgique s’attend naturellement à ce qu’un maximum de pays adhèrent au Protocole additionnel. L'accent a été mis sur ce point au sein du Conseil de l’Europe, et pas uniquement par la Belgique d’ailleurs. Si une adhésion ne peut être envisagée, il reste l’option des instruments bilatéraux. Toutefois, le cas échéant, cette démarche devra se faire en concertation avec le département des Affaires étrangères.

4. Dès que le Protocole – ou un éventuel accord bilatéral a été ratifié, cet instrument suffit en soi pour procéder au transfèrement sans le consentement de la personne jugée. Aucun accord complémentaire n’est en principe nécessaire.

5. Voir réponse à la question 3. Ajoutons encore que pour autant qu’il soit uniquement possible d’emprunter la voie d'un instrument bilatéral, celui-ci n'a évidemment de raison d'être que si un nombre relativement important de détenus de cette nationalité ou qui présentent tout au moins des liens probants avec ce pays, sont incarcérés dans les prisons belges.

1. Sinds de inwerkingtreding van het Aanvullend Protocol bij het Overbrengingsverdrag in 2005 werden zestien personen naar hun land van nationaliteit of herkomst overgebracht.

Opgesplitst per land: vier naar Bulgarije, één naar Polen, acht naar Roemenië, één naar Nederland en twee naar Frankrijk.

Er werden twee Belgen uit Nederland gedwongen overgebracht.

2. Het is de bedoeling de overbrenging zonder de toestemming van de gevonniste persoon zoveel mogelijk te blijven promoten. Daarbij neemt België het standpunt in om zoveel mogelijk landen over te halen het Aanvullend Protocol van 18 december 1997 bij het Overbrengingsverdrag van de Raad van Europa te ratificeren. Met landen die niet tot dit instrument willen toetreden, wordt overwogen een apart bilateraal instrument af te sluiten.

3. De landen die wensen toe te treden tot het Aanvullend Protocol, ratificeren dit Protocol in overeenstemming met hun intern recht en hun beleidsopties. België ratificeerde het Aanvullend Protocol van 1997 in 2005. In het licht van de soevereiniteit van elke Staat, heeft België geen standpunt in te nemen ten aanzien van de (eventuele) intenties van andere landen. Uiteraard verwacht België dat zoveel mogelijk landen tot het Aanvullend Protocol toetreden. Dit wordt, overigens zeker niet enkel door België, in de schoot van de Raad van Europa benadrukt. Bilaterale instrumenten zijn een optie indien geen toetreding kan verwacht worden. Een dergelijke stap zal desgevallend echter in overleg met het departement Buitenlandse Zaken gezet worden.

4. Eens het Protocol – of een eventuele bilaterale overeenkomst is geratificeerd volstaat dit instrument op zich om de overbrenging zonder de toestemming van de gevonniste persoon te effectueren. Aanvullende afspraken zijn in beginsel niet nodig.

5. Zie het antwoord op vraag 3. Aanvullend kan nog worden aangegeven dat voor zover slechts de weg van een bilateraal instrument dient te worden bewandeld, is zulks uiteraard slechts nuttig indien er een min of meer aanzienlijk aantal gedetineerden met de nationaliteit of ten minste afdoende banden met dat land, zich in de Belgische gevangenissen bevinden.