SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
12 janvier 2009 12 januari 2009
________________
Question écrite n° 4-2341 Schriftelijke vraag nr. 4-2341

de Helga Stevens (Indépendant)

van Helga Stevens (Onafhankelijke)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Implants cochléaires - Placement d'un second implant - Étude - Résultats Cochleaire implantaten - Implementatie van een tweede implantaat - Studie - Resultaten 
________________
diagnostic médical
Institut national d'assurance maladie-invalidité
assurance maladie
handicapé
handicapé physique
facilités pour handicapés
matériel médical
medische diagnose
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
ziekteverzekering
gehandicapte
lichamelijk gehandicapte
faciliteiten voor gehandicapten
medisch en chirurgisch materiaal
________ ________
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
24/2/2009Antwoord
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
24/2/2009Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2029 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2029
________ ________
Question n° 4-2341 du 12 janvier 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2341 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans sa réponse à ma question écrite n° 4-888 relative à l'éventuel remboursement d'un second implant cochléaire, la ministre se référait à une étude dont les résultat finaux avaient été présentés en juillet 2008 à l'Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI).

Les résultats de cette étude devaient servir de base à la définition des indications et conditions de remboursement d'un second implant cochléaire et de son inscription dans la nomenclature. Ils devaient également servir de base à l'estimation du budget nécessaire de sorte qu'un remboursement pour le second implant cochléaire puisse être repris dans les besoins de 2009.

Je souhaite une réponse aux questions suivantes.

La ministre pourrait-elle me procurer un exemplaire de l'étude en question ?

Les indications et conditions de remboursement d'un second implant cochléaire et de son inscription dans la nomenclature est-elle été définies entre-temps ? Dans la négative, quel calendrier la ministre compte-elle observer pour la définition de ces indications et conditions ?

Un montant est-il inscrit au budget 2009 pour le remboursement d'un second implant cochléaire ? Dans l'affirmative, à combien s'élève-t-il ? Correspond-il à l'évaluation initiale basée sur l'étude mentionnée ? Dans la négative, pour quelle raison ?

 

In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4-888 over de eventuele terugbetaling van een tweede cochleair implantaat verwijst de geachte minister naar een studie waarvan het eindresultaat in juli 2008 werd voorgesteld aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV).

Op basis van de resultaten van deze studie zouden de indicaties en voorwaarden bepaald worden betreffende de vergoeding van een tweede cochleair implantaat en de opname ervan in de nomenclatuur. Ook zou op grond van de resultaten een raming van het benodigde budget gebeuren, zodat een vergoeding voor het tweede cochleair implantaat kon worden opgenomen in de behoeften voor 2009.

Graag had ik een antwoord op volgende vragen gekregen :

Is het mogelijk me een exemplaar te bezorgen van de studie in kwestie ?

Zijn ondertussen de indicaties en voorwaarden reeds definitief bepaald betreffende de vergoeding van een tweede cochleair implantaat en de opname ervan in de nomenclatuur ? Indien niet, welke timing hanteert de geachte minister voor het bepalen van deze indicaties en voorwaarden ?

Is er in de begroting voor 2009 een budget opgenomen voor de vergoeding van een tweede cochleair implantaat ? Zo ja, om welk bedrag gaat het en komt het overeen met de oorspronkelijke raming op basis van de voornoemde studie ? Zo neen, waarom niet ?

 
Réponse reçue le 24 février 2009 : Antwoord ontvangen op 24 februari 2009 :

1. Le 10 juin 2008, les centres d’implantation qui participaient à la déclaration d’accord ont présenté les résultats de l’étude à l’Institut national de maladie et d'invalidité (INAMI). Cette présentation vous sera transmise par l’INAMI.

2. Sur base des résultats de cette étude, un groupe de travail est en train de déterminer les indications et les conditions qui doivent être remplies pour pouvoir prétendre à un remboursement pour le second implant cochléaire. Dans le courant du premier semestre 2009, le groupe de travail soumettra au Conseil technique des implants une propositions d’inscription dans la nomenclature.

3. Dans le Budget 2009, aucun budget spécifique n’a été attribué comme nouvelle initiative pour le remboursement d’un deuxième implant cochléaire. Une inscription dans la nomenclature peut éventuellement être financée par la masse index 2009.

1. Op 11 juni 2008 hebben de implanterende centra die deelnamen aan de akkoordverklaring de resultaten van de studie voorgesteld op het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). Het RIZIV zal u deze voorstelling bezorgen.

2. Op basis van de resultaten van de studie is een werkgroep momenteel bezig de indicaties en de voorwaarden te bepalen waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een vergoeding van een tweede cochleair implantaat. In de loop van het eerste semester van 2009 zal de werkgroep een voorstel tot inschrijving in de nomenclatuur voorleggen aan de Technische Raad voor implantaten.

3. In de Begroting 2009 werd geen specifiek budget toegekend als nieuw initiatief voor de vergoeding van een tweede cochleair implantaat. Een inschrijving in de nomenclatuur kan eventueel gefinancierd worden met de indexmassa 2009.