SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
7 aôut 2008 7 augustus 2008
________________
Question écrite n° 4-1355 Schriftelijke vraag nr. 4-1355

de Pol Van Den Driessche (CD&V N-VA)

van Pol Van Den Driessche (CD&V N-VA)

au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen
________________
Permis de conduire - Retrait par un magistrat du parquet ou un officier de police de garde Rijbewijs - Intrekking door parketmagistraat of politieofficier van wacht 
________________
permis de conduire
infraction au code de la route
sécurité routière
alcoolisme
ministère public
police
rijbewijs
overtreding van het verkeersreglement
verkeersveiligheid
alcoholisme
openbaar ministerie
politie
________ ________
7/8/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/9/2008)
8/9/2008Antwoord
18/9/2008Aanvullend antwoord
7/8/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/9/2008)
8/9/2008Antwoord
18/9/2008Aanvullend antwoord
________ ________
Question n° 4-1355 du 7 aôut 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1355 d.d. 7 augustus 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Quand le conducteur d’un véhicule a trop bu – donc a dans le sang plus que le 0,67 milligramme d’alcool autorisé – son permis de conduire est immédiatement retiré pour deux semaines. Sur place donc.

La décision de ce retrait est prise par le substitut du procureur du Roi de garde, ce qui fait que la police doit toujours contacter le procureur de garde. Cela entraîne généralement, surtout durant le week-end, une procédure lente et très lourde, alors que la décision est en fait déjà connue à l’avance.

Je souhaite demander au ministre d’examiner la manière de limiter cette perte de temps.

On peut ainsi opter pour donner à l’officier de police de garde le pouvoir de retirer un permis de conduire pour quinze jours si les limites précitées sont franchies, ne fût-ce que parce que la base de la décision trouve son origine dans les directives du Collège des procureurs généraux fixées au plan national. À l’heure actuelle, l’officier de garde peut déjà décider lui-même du retrait immédiat d’un permis de conduire pour six heures.

À mon avis, avec des critères clairement fixés à l’avance, il doit aussi être possible de donner à l’officier de garde la possibilité de retirer un permis de conduire pour quinze jours. Le procureur est ainsi déchargé d’affaires dont la décision est déjà prise à l’avance et il peut davantage se concentrer sur des affaires plus importantes.

En cas de doute, par exemple en cas d’accident avec intoxication ou ivresse, une concertation avec le procureur peut naturellement toujours avoir lieu.

 

Wanneer een bestuurder van een voertuig teveel heeft gedronken – dus meer dan de toegelaten 0,67 milligram alcohol in het bloed heeft – wordt zijn of haar rijbewijs onmiddellijk voor twee weken ingetrokken. Ter plekke dus.

De beslissing over die intrekking gebeurt door de subsituut-procureur des Konings van wacht, waarbij de politie steeds de procureur van wacht moet contacteren. Niet zelden, en zeker tijdens het weekend, is dat een tijdverslindende en zeer belastende procedure, waarvan de beslissing eigenlijk op voorhand al is gekend.

Graag wil ik de minister vragen te onderzoeken hoe dit tijdverlies te beperken.

Zo kan geopteerd worden om de politieofficier van wacht de volmacht te geven een rijbewijs voor vijftien dagen in te trekken als de vooraf vastgestelde limieten zijn overschreden, al was het maar omdat de basis van de beslissing haar oorsprong vindt in de nationaal vastgelegde richtlijnen van het College van procureurs-generaal. De officier van wacht kan nu al autonoom beslissen over de onmiddellijke intrekking van een rijbewijs voor zes uren.

Met vooraf duidelijk vastgelegde criteria moet het naar mijn mening ook mogelijk zijn om de officier van wacht de mogelijkheid te geven een rijbewijs voor vijftien dagen in te trekken. Zo wordt de procureur ontlast van zaken waarvan op voorhand al het besluit vast staat en kan hij zich meer concentreren op belangrijker zaken.

In twijfelgevallen, bijvoorbeeld naar aanleiding van een ongeval met intoxicatie of dronkenschap, kan natuurlijk nog altijd overleg worden gepleegd met de procureur.

 
Réponse reçue le 8 septembre 2008 : Antwoord ontvangen op 8 september 2008 :

Les données nécessaires pour répondre aux questions ont été demandées aux instances compétentes. Le résultat vous sera communiqué ultérieurement.

De gegevens nodig om te antwoorden op de vraag werden opgevraagd bij de bevoegde instanties. Het resultaat hiervan zal later worden medegedeeld.

Réponse complémentaire reçue le 18 septembre 2008 : Aanvullend antwoord ontvangen op 18 september 2008 :

La question de la délégation par le procureur du Roi à un fonctionnaire de police du pouvoir de décider du retrait immédiat du permis de conduire ou du titre qui en tient lieu dans les cas énoncés à l'article 55 de la loi relative à la police de la circulation routière a déjà fait l'objet d'échanges de points de vue notamment entre magistrats du ministère public.

Il faut en effet convenir que les appels de nuit des magistrats de garde à cette fin peuvent constituer une lourde charge, principalement lors des contrôles organisés.

Cependant, de lege lata, cette prérogative appartient exclusivement au procureur du Roi, le cas échéant, au procureur général (« le retrait immédiat est ordonné par le procureur du Roi ... », article 55, alinéa 3, de la loi précitée).

La seule exception prévue par le texte concerne la citation de l'auteur de l'infraction devant le tribunal compétent au moment du retrait en vue de requérir une ordonnance de prolongation de retrait d'au maximum trois mois (« Par dérogation au paragraphe premier, le procureur du Roi ou, par délégation, un officier de la police judiciaire peut ... », article 55bis, § 4, de la même loi).

Le législateur, qui introduisit, par sa loi du 1er août 1963 relative au permis de conduire des conducteurs de véhicules automoteurs et modifiant la loi du 1er août 1899 portant révision de la législation et des règlements sur la police du roulage, l'arrêté-loi du 14 novembre 1939 relatif à la répression de l'ivresse et la loi du 1er juillet 1956 relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité civile en matière de véhicules automoteurs, la faculté de retirer immédiatement le permis de conduire, a confié expressément cette prérogative au ministère public en considérant que ce pouvoir se superpose à l'interdiction temporaire de conduire (Pasinomie 1965, p. 1043).

Une faculté de délégation ne pourrait dès lors être instituée par voie de directives.

Assurément, votre suggestion a le mérite de rencontrer les préoccupations des magistrats des parquets liées à leurs charges d'activités.

Er is, inzonderheid tussen magistraten van het openbaar ministerie, reeds van gedachten gewisseld over de vraag of de procureur des Konings aan een politieambtenaar de bevoegdheid kan overdragen om te beslissen over de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs of van het als zodanig geldend bewijs in de gevallen bedoeld in artikel 55 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer.

Er moet immers worden erkend dat de nachtelijke telefoongesprekken van de magistraten die daartoe met dienst zijn een zware belasting kunnen vormen, vooral bij georganiseerde controles.

Toch ressorteert dit recht de lege lata uitsluitend onder de procureur des Konings, in voorkomend geval, de procureur-generaal (« onmiddellijke intrekking wordt bevolen door de procureur des Konings ... », artikel 55, derde lid, van voornoemde wet).

De enige uitzondering waarin de tekst voorziet betreft de dagvaarding van de dader van de overtreding voor de bevoegde rechtbank op het tijdstip van de intrekking teneinde een beschikking tot verlenging van de intrekking van maximum drie maanden te vorderen (« In afwijking van § 1 kan de procureur des Konings of, bij delegatie, een officier van gerechtelijke politie ... », artikel 55bis, § 4, van dezelfde wet).

De wetgever, die krachtens de wet van 1 augustus 1963 betreffende het rijbewijs voor bestuurders van motorrijtuigen en tot wijziging van de wet van 1 augustus 1899 houdende herziening van de wetgeving en van de reglementen op de politie van het vervoer, de besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap en de wet van 1 juli 1956 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, de mogelijkheid invoerde om het rijbewijs onmiddellijk in te trekken, heeft dit recht uitdrukkelijk toevertrouwd aan het openbaar ministerie overwegende dat naast deze bevoegdheid nog het tijdelijk rijverbod bestaat (Pasinomie 1965, blz. 1043).

Derhalve kan een mogelijkheid tot delegatie niet worden ingevoerd via richtlijnen.

Uw suggestie heeft ongetwijfeld de verdienste tegemoet te komen aan de bekommernissen van de parketmagistraten over hun werklast.