BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2016-2017
________
14 april 2017
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1348

de Petra De Sutter (Ecolo-Groen)

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken
________
Serofobie - Discriminatie
________
aids
bestrijding van discriminatie
arbeidsmarkt
verzekering
verzekeringsproduct
gezondheidsverzorging
________
14/4/2017Verzending vraag
9/12/2018Dossier gesloten
________
Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2241
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1348 d.d. 14 april 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Mensen met hiv kunnen dankzij de medische vooruitgang meestal een normaal leven lijden. Maar niet iedereen is zich hiervan reeds bewust. De arbeids-, verzekeringen- en gezondheidsmarkt durft seropositieve mensen discrimineren.

Het Observatorium voor aids en seksualiteit (Université Saint-Louis) onderzocht 141 meldingen van discriminatie door serofobie bij het gelijkekansencentrum Unia. Daaruit blijkt dat wie hiv heeft ofwel geen verzekering krijgt, ofwel een hogere premie (tot vier maal de standaardpremie) gevraagd wordt. In andere gevallen wordt gemorreld aan de termijnen. Voor seropositieve mensen is het ook moeilijker om een vast contract of promotie te krijgen. Soms leidt het zelfs tot ontslag.

Het Hiv-plan voor België 2014-2019 stelt dat multi-discriminatie - zoals bij serofobie - wordt tegengegaan. Dit is een transversale materie, omdat het zowel de arbeids-, verzekeringen- en gezondheidsmarkt aangaat. Vandaar mijn vragen:

1. Welke resultaten kan u reeds voorleggen inzake serofobie, sinds het Hiv-plan van start is gegaan?

2. In hoeverre zijn u en uw voorganger mevrouw Sleurs hierover al in overleg gegaan met de werkgevers, de verzekeraars en de gezondheidswerkers?

3. Wat is uw doelstelling als kersverse staatssecretaris? Neemt u met andere woorden serofobie serieus, en zal u de arbeids-, verzekeringen- en gezondheidsmarkt hierover interpelleren, of niet?