BELGISCHE SENAAT | ||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||
Zitting 2010-2011 | ||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||
27 januari 2011 | ||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-938 | ||||||||||||||||||||||||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||||||||||||||||||||||||
aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven |
||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||
Beleidscellen - Betaalkaarten - Gebruik | ||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||
ministerie elektronisch betaalmiddel vergoedingen en onkosten |
||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-926 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-927 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-928 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-929 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-930 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-931 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-932 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-933 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-934 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-935 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-936 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-937 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-939 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-940 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-941 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-942 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-943 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-944 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-945 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-946 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-947 |
||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-938 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||||||||||||||||||||||||
Enkele jaren geleden veroorzaakten het gebruik en mogelijk misbruik van Visa en andere betaalkaarten binnen het schepencollege en de administratie van de stad Antwerpen heel wat deining. Daarbij rijst de vraag of daardoor het gebruik van betaalkaarten binnen de overheid wijzigde. Graag verkreeg ik meer duidelijkheid over de regels en gebruiken rond betaalkaarten binnen de beleidscellen van de geachte ministers en staatssecretarissen. Kunnen de geachte minister of staatssecretaris me meedelen over welke betaalkaarten hij of zij beschikt(e) tijdens de jaren 2007, 2008, 2009 en / of 2010, voor zover voor rekening van een beleidscel of het secretariaat van de geachte minister of op naam van de federale of programmatorische overheidsdienst of cel? Voor welke bedragen werd er gedurende die jaren gebruik gemaakt van deze betaalkaart(en)? Kan de minister of staatssecretaris me meedelen of leden van zijn of haar beleidscellen of secretariaat beschikten of beschikken over betaalkaarten op naam en voor rekening van de beleidscel, het secretariaat of de administratie van de geachte minister? Over wie gaat het hier? Voor welke bedragen werd er in 2007, 2008, 2009 en 2010 gebruik van deze kaarten gebruik gemaakt? Voor welke bedragen en op welke wijze werden er ook kosten op een andere wijze dan via betaalkaarten betaald? Met betrekking tot het geheel van kostenbetalingen: hoe groot was het aandeel besteed aan: - restaurantkosten; - vervoerskosten en autokosten; - overnachtingen; - relatiegeschenken, en - kosten voor kleding? Welke andere betalingen werden er verricht en voor welke doelen? Werd een deel van de kosten van de geachte minister of staatssecretaris en de leden van zijn of haar beleidscellen en secretariaat rechtstreeks betaald door federale overheidsdienst (FOD) en programmatorische federale overheidsdienst (POD)? Zo ja, welke onkosten en voor welke bedragen voor de jaren 2007, 2008 2009 en 2010? Werden er kosten rechtstreeks vergoed door derden, zoals binnenlandse of buitenlandse organisaties of landen? Zo ja welke, door welke organisaties of landen en voor welke bedragen in de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010? Hoe werd geoordeeld of het hier over privé-, dan wel publieke uitgaven ging, en wie maakte dit onderscheid? Over welk bedrag aan werkingskosten kon de geachte minister of staatssecretaris beschikken voor de werking van zijn of haar beleidscellen en secretariaat voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010? |
||||||||||||||||||||||||||||||
Antwoord ontvangen op 13 juli 2011 : | ||||||||||||||||||||||||||||||
Aangezien de regering pas op 21 december 2007 is aangetreden bezorg ik de gegevens voor de jaren 2008, 2009 en 2010. Noch ikzelf, noch de leden van mijn beleidscel en mijn secretariaat hebben ooit beschikt over betaalkaarten gekoppeld aan een rekening van mijn beleidscel of van de Federale Overheidsdienst (FOD) Personeel en Organisatie. Betalingen gebeuren overwegend aan de hand van een factuur. Voor kleinere uitgaven die door middel van een door het personeelslid ondertekende schuldvordering worden terugbetaald, worden kastickets, BTW-ontvangstbewijzen en andere ontvangstbewijzen aanvaard. Aan de hand van deze bewijsstukken gebeurt de controle op de rechtmatigheid van de uitgave. Er werden tijdens de jaren 2008, 2009 en 2010 geen onkosten van mijn beleidscel en secretariaat betaald door de FOD Personeel en Organisatie. Evenmin werden er kosten door derden vergoed. De bijgevoegde tabel vermeldt de werkingskosten voor de jaren 2008, 2009 en 2010 en het aandeel hierin van restaurantkosten, vervoer- en autokosten, zendingen met inbegrip van overnachtingen, relatiegeschenken en kledijkosten. Bijlage bij het antwoord op vraag 5-938 dd 27 januari 2011
|