BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2011-2012 | ||||
________ | ||||
28 december 2011 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4666 | ||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
||||
aan de minister van Justitie |
||||
________ | ||||
Gestolen kunstvoorwerpen - Opsporing - Slaagpercentage - Vergelijking met de buurlanden | ||||
________ | ||||
diefstal kunstvoorwerp politie officiële statistiek gerechtelijk onderzoek |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2424 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4666 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
De databank van de federale politie bevat ruim 20 000 gestolen kunstvoorwerpen, weliswaar van heel uiteenlopende aard en waarde. Momenteel werken er twee voltijdse inspecteurs op federaal niveau aan het oplossen van deze misdrijven. Hun oplossingspercentage bedraagt tussen 7 en 11 %. Ook bij dit soort diefstallen blijkt een snelle en accurate interventie kort na de feiten heel belangrijk in functie van een mogelijke oplossing. De minister van Binnenlandse Zaken heeft mij naar de geachte minister doorverwezen voor de volgende vragen: 1) Welk is het exacte oplossingspercentage van kunstdiefstallen in ons land? Hoe evolueerde dit percentage in de periode 2001-2010? Hoe verhoudt dit percentage zich tot dat van onze buurlanden Frankrijk, Duitsland, Nederland en Groot-Brittannië? Hoe evalueert de geachte minister deze cijfers? 2) Koestert hij specifieke plannen of ideeën in verband met het oplossen van kunstmisdrijven? |
||||
Antwoord ontvangen op 30 januari 2012 : | ||||
Ik verwijs het geachte lid graag naar het gepubliceerde antwoord op vraag nr. 5-2424. |