BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
23 december 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4400

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________
Openbaar ambt - Mandaathouders - Opmerkingen van het Rekenhof
________
overheidsapparaat
ambtenaar
hoger kader
personeelsbeheer
beoordeling van het personeel
________
23/12/2011Verzending vraag
5/3/2012Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2152
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4400 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In zijn rapport "Management- en staffuncties binnen de federale overheidsdiensten" wijst het Rekenhof meerdere pijnpunten aan bij de evaluatie van mandaathouders. Het gaat onder meer over volgende tekortkomingen.

- Van de 122 tussentijdse evaluaties werden er 36 niet uitgevoerd. De uitgevoerde tussentijdse evaluaties gebeurden vaak laattijdig, al zijn hier vaak aanvaardbare redenen voor.

- Bij 23 evaluaties was er geen wettelijk tweetalige ambtenaar aanwezig hoewel de geëvalueerde tot een andere taalrol behoorde dan de eentalige evaluator. Deze aanwezigheid is verplicht in het belang van het evaluatieproces en er kan niet van worden afgestapt, zelfs niet op verzoek van de evaluatoren of de geëvalueerde zelf.

- Meerdere evaluaties van voorzitters van het directiecomité gebeurden zonder de opgelegde tussenkomst van een extern bureau.

- In vele evaluatiedossiers bleken documenten te ontbreken. Blijkbaar werden de dossiers enkel samengesteld naar aanleiding van de audit. Het zorgvuldig bijhouden van personeelsdossiers is nochtans een essentiële voorwaarde voor een goed personeelsbeheer.

- Hoewel de FOD P&O is belast met een centrale kwaliteitscontrole op de evaluaties bleef deze tot dusver dode letter. Het Rekenhof dringt er sterk op aan dat deze controle wordt uitgevoerd.

1. Welke maatregelen heeft de Minister in de FOD's onder zijn bevoegdheid reeds genomen om deze pijnpunten weg te werken.

2. Hebben deze onregelmatigheden geleid tot klachten en/of juridische procedures van personen die zich daardoor benadeeld voelen? Zo ja, hoeveel?

3. Wat zijn de gevolgen van deze gebrekkige evaluaties voor de betrokkenen?

Antwoord ontvangen op 5 maart 2012 :

1.De aanbevelingen van het rapport management- en staffuncties binnen de federale overheidsdiensten werden verwerkt in het kwaliteitshandboek “evaluatie van de mandaathouders”. Dit kwaliteitshandboek heeft geenszins de ambitie om de regelgeving, die de enige officiële informatiebron is, te vervangen. Ze licht voor de betrokken ambtenaar die het evaluatieproces administratief ondersteunt de regelgeving toe en stelt een stappenplan en modelvoorbeelden ter beschikking.

2. De onregelmatigheden waarvan sprake in het auditrapport van het Rekenhof hebben binnen de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu geen aanleiding gegeven tot klachten en / of juridische procedures van betrokkenen.

3.Juridisch zijn er geen gevolgen van de gebrekkige evaluaties voor de betrokkenen. Zij kunnen immers niet het slachtoffer zijn van gebrekkig uitgevoerde evaluaties door hun leidinggevenden.

Met betrekking tot de FOD Sociale Zekerheid

1. Er werd bij de FOD Sociale Zekerheid een bijzondere monitoring uitgevoerd opdat de tussentijdse en eindevaluatieprocedures aan de van kracht zijnde regelgeving zouden beantwoorden.

2. De onregelmatigheden waarvan het auditrapport van het Rekenhof gewag maakt hebben in de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid tot geen enkele klacht of rechtsvordering door de belanghebbenden geleid.

3. Op juridisch vlak hebben de gebrekkige evaluaties voor de belanghebbenden geen enkel gevolg. Zij kunnen immers niet het slachtoffer zijn van evaluaties die hun leidinggevenden slecht hebben uitgevoerd.