BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
5 mei 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2233

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

aan de minister van Justitie
________
Gevangenissen - Plan radicalisme - Opleiding van het personeel
________
extremisme
strafgevangenis
gedetineerde
terrorisme
gevangeniswezen
religieus conservatisme
islam
praktijkopleiding
gevangenispersoneel
radicalisering
________
5/5/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4385
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2233 d.d. 5 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In antwoord op een eerdere parlementaire schriftelijke vraag nr. 4-4207 van 26 augustus 2009, bevestigde de geachte minister dat er binnen het gevangeniswezen een aantal aspecten van het Plan radicalisme in uitvoering zijn.

Dit Plan heeft als bedoeling de uitwisseling van informatie omtrent radicalisering efficiënter te doen verlopen, en na te gaan op welke manier de overheid in concrete gevallen kan optreden.

Radicalisering in de gevangenissen is één van de actieterreinen waaruit het Plan bestaat. De klemtoon ligt hierbij op de opvolging van het moslimextremisme en het tegengaan van de verspreiding ervan, maar bijvoorbeeld ook de interesse van sektes om zich op dit terrein in te werken, of de aanwezigheid van extreemlinkse en extreemrechtse elementen blijven aandachtspunten bij de opvolging van dit fenomeen.

In de loop van 2007 werd een sensibiliseringsronde gehouden bij de gevangenisdirecties, om het fenomeen onder de aandacht te brengen en de samenwerking te optimaliseren. De Veiligheid van de Staat nam ook deel aan seminaries op Europees niveau, die leidden tot de totstandkoming van een handboek omtrent dit onderwerp. De inhoud van dit handboek werd besproken met de partners binnen de as gevangenissen van het Plan radicalisme. Centraal stond het belang van een goede doorstroming van informatie tussen de verschillende betrokken diensten, en de opleiding van het penitentiair personeel die zou moeten leiden tot een snellere detectie van verontrustende radicalisering.

Graag had ik van de geachte minister geweten hoever deze opleiding gevorderd is. Hebben alle penitentiaire beambten ondertussen de opleiding kunnen volgen? Indien niet, wat is de verklaring?