BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2009-2010 | ||||
________ | ||||
26 maart 2010 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-7379 | ||||
de Nele Lijnen (Open Vld) |
||||
aan de minister van Klimaat en Energie |
||||
________ | ||||
Overheidsdiensten - Personeel - Aanwervingen, benoemingen en uitstroom | ||||
________ | ||||
overheidsadministratie overheidsbedrijf overheidsapparaat personeelsbeheer officiële statistiek taalgebruik beëindiging van het werkverband ambtenaar personeel op contractbasis |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7369 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7370 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7371 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7372 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7373 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7374 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7375 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7376 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7377 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7378 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7380 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7381 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7382 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7383 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7384 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7385 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7386 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7387 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7388 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7389 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7390 |
||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-7379 d.d. 26 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
Ik had graag een antwoord op de volgende vragen met betrekking tot alle administraties en overheidsbedrijven, instellingen, agentschappen en dergelijke die onder de bevoegdheid van de minister vallen, en dat telkens opgesplitst per jaar en per taalrol voor de periode van 2006 tot 2009. 1. Wat is de uitstroom van statutair personeel op basis van de volgende criteria: a. pensionering; b. spontane afvloeiing; c. de toekenning van het statuut van disponibiliteit wegens ziekte; d. ontslag; e. overlijden? 2. Wat is de uitstroom van contractueel personeel op basis van de volgende criteria: a. pensionering; b. spontane afvloeiing; c. einde van het contract; d. ontslag; e. overlijden? 3. Hoeveel mensen werden contractueel aangeworven? 4. Hoeveel mensen werden statutair benoemd? |