BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
7 december 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5417

de Bart Tommelein (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________
Gaza - Goldstone-rapport - Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties - Stemgedrag van België
________
Israël
Palestina
Palestijnse kwestie
rechten van de mens
VN
Mensenrechtenraad van de VN
________
7/12/2009Verzending vraag
21/1/2010Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4991
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5417 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens de gezaghebbende Israëlische krant Haaretz heeft België zich bij de stemming in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties over het Goldstone-rapport onthouden. Dat rapport handelt over de toestand in de Gazastrook tijdens het Israëlisch offensief van eind 2008 en begin 2009 en wekte de nodige controverse. Onder de stemmen voor waren China, Rusland, Egypte, Jordanië en Pakistan. Stemmen tegen kwamen onder meer van de Verenigde Staten, Italië, Nederland en Oekraïne.

Ik heb dan ook volgende vragen:

1.Kan de geachte minister toelichten welke het stemgedrag van ons land was bij de stemming in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties over het Goldstone-rapport en of dit standpunt vooraf werd voorgelegd aan de kern?

2.Kan hij uitvoerig toelichten om welke redenen ons land aldus gestemd heeft en kan hij hierbij oplijsten welke argumenten pleitten voor een goedkeuring van het rapport alsook welke argumenten en / of elementen pleitten voor een tegenstem en hoe hij uiteindelijk tot zijn definitieve stem is gekomen?

3.Wat is nu het statuut van het Goldstone-rapport en heeft het wat onze regering betreft nog enige waarde?

Antwoord ontvangen op 21 januari 2010 :

1. België heeft zich bij de stemming in de Mensenrechtenraad onthouden. Geen enkel EU-land heeft voor de resolutie gestemd. Zoals werd aangegeven in de Belgische stemverklaring, behoort de strijd tegen de straffeloosheid tot de Belgische prioriteiten. Dit standpunt werd niet vooraf in de ministerraad besproken.

2. Het bleek niet mogelijk om, zoals België het gewenst had, over de stemming tot een gemeenschappelijk Europees standpunt te komen. België had graag een meer evenwichtige tekst gezien, die aandacht besteedt aan alle mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair recht door alle betrokken partijen.

3. België verwelkomde het rapport van de fact-finding missie dat een inspanning veronderstelt om gevolg te geven aan het principe van accountability.

Na de besprekingen binnen de Mensenrechtenraad in Genève (oktober 2009), hechtte de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York op 5 november 2009 haar goedkeuring aan een resolutie over het Goldstone-rapport.

De resolutie bepaalt dat :

  • de Secretaris-generaal het Goldstone-rapport doorstuurt naar de Veiligheidsraad. Dat gebeurde op 10 november 2009. De Secretaris-generaal dient bovendien binnen een termijn van 3 maanden (en dus voor 5 februari 2010) verslag uit te brengen over de tenuitvoerlegging van resolutie 64/10.

  • de Israëlische Regering en de Palestijnse Autoriteit een geloofwaardig onderzoek openen. Deze autoriteiten beschikken over een termijn van 3 maanden om hun onderzoek voor te stellen.

  • de Zwitserse regering uiteindelijk wordt verzocht een vergadering met de Hoge Verdragsluitende Partijen bij het 4e Verdrag van Genève te organiseren inzake de maatregelen voor de tenuitvoerlegging van het Verdrag op bezet Palestijns grondgebied.

  • de zaak verder aan de Algemene Vergadering wordt voorgelegd.

De Belgische regering zal de vooruitgang met betrekking tot de aanbevelingen van resolutie 64/10 met aandacht volgen.