BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
10 november 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5007

de Ann Somers (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________
Holebi's - Discriminatie op de werkvloer - Situatie - Maatregelen
________
werkplek
seksuele minderheid
bestrijding van discriminatie
overheidsadministratie
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
geslachtsverandering
________
10/11/2009Verzending vraag
25/11/2009Dossier gesloten
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5006
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5008
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5009
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5010
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5011
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5012
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5013
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5014
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5015
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5016
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5017
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5018
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5019
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5020
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5199
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5007 d.d. 10 november 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vorig jaar verschenen enkele studies over de situatie van holebi’s op de werkvloer. Meer bepaald gaat het om het onderzoek van prof. J. Vincke “ Discriminatie van holebi’s op de werkvloer: over inkomensverschillen, sectorsegregatie en het roze plafond “ en de studie “ (on)Zichtbaar Holebi. De situatie van homoseksuele, lesbische en biseksuele werknemers op de werkvloer van de Vlaamse overheid ’ van de dienst Emancipatiezaken. Uit de studies blijkt ontegensprekelijk dat holebi’s op de werkvloer een aantal problemen ervaren. De problemen blijken meer uitgesproken te zijn in technische diensten. Tevens ervaren holebi’s in het algemeen meer negativiteit bij jongere en oudere collega’s. Van de federale overheid mag verwacht worden dat ze zichzelf een voorbeeldfunctie oplegt met betrekking tot het creëren van een holebivriendelijke werkvloer.

1.Worden er binnen de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen, problemen gedetecteerd met betrekking tot de coming out van homo-, bi- of transseksuele werknemers?

2.Ervaart men een verschil in terughoudendheid van werknemers om voor hun geaardheid uit te komen naargelang er al dan niet oversten en andere collega’s op de betrokken diensten werken die al uit de kast zijn?

3.Werden binnen de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen het afgelopen jaar problemen op de werkvloer of pestgedrag gedetecteerd ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers?

4.Zo ja, hoe vaak is dit gebeurd en van welke aard waren deze problemen?

5.Zijn deze problemen gedetecteerd bij specifieke categorieën van werknemers (leeftijd, geslacht, religie, scholingsgraad, afkomst, …)?

6.Hoe vaak en op welke manier werd hier tegenop getreden?

7.Werden binnen de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen specifieke maatregelen genomen om een holebivriendelijke werkomgeving te creëren?

8.Zo ja, welke initiatieven werden genomen?

9.Zo neen, zal dat alsnog op korte termijn gebeuren?