BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2008-2009 | ||||
________ | ||||
25 februari 2009 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3109 | ||||
de Pol Van Den Driessche (CD&V) |
||||
aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen |
||||
________ | ||||
Handelaars en ondernemingen - Wettelijke betalingstermijn van facturen - Invoering van een maximumtermijn van dertig dagen | ||||
________ | ||||
zelfstandig winkelbedrijf familiebedrijf kleine en middelgrote onderneming betaling betalingstermijn schuldvordering facturering gemeenschappelijk referentiekader |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3108 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3109 d.d. 25 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
Met de recessie van de economie stellen veel bedrijfsleiders vast dat betalingen van klanten steeds later worden uitgevoerd. Ook willen veel bedrijven een langere betalingstermijn afdwingen (tot negentig dagen na factuurdatum) om zo beter de fluctuaties in de eigen cash-flow op te vangen. Nogal wat KMO's en kleine zelfstandigen worden hiervan de dupe. Deze bedrijven moeten, om te kunnen overleven, leveren tegen ongunstige voorwaarden, waaronder lange betalingstermijnen. Ter bescherming van die KMO's en kleine zelfstandigen wil ik de geachte minister vragen te onderzoeken of er tussen ondernemingen (bedrijven of natuurlijke personen met een btw-nummer) een wettelijke betalingstermijn kan worden ingevoerd van maximum dertig dagen. Dat voorstel moet ertoe leiden dat kleinere bedrijven beter beschermd zijn tegen de willekeur van de grote spelers in de markt. |
||||
Antwoord ontvangen op 27 mei 2009 : | ||||
Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord dat mijn collega, de minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid aan wie deze vraag ook werd gesteld, zal bezorgen. |