5-2112/1

5-2112/1

Belgische Senaat

ZITTING 2012-2013

29 MEI 2013


Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde een regeling in te stellen die een sanctie oplegt aan financiėle tussenpersonen en belastingconsulenten die medeplichtig zijn aan fiscale fraude

(Ingediend door de heer Benoit Hellings c.s.)


TOELICHTING


Het voorstel van de heren Jean-Marc Nollet en Stefaan Van Hecke tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie om de grote fiscale-fraudedossiers te onderzoeken, werd in april 2008 in de plenaire vergadering van de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen.

Die onderzoekscommissie bracht op 7 mei 2009 tientallen aanbevelingen uit om de strijd tegen de fiscale fraude te versterken (stuk Kamer, nr. 52-0034/004).

Vier jaar later moet men echter vaststellen dat de regering-Di Rupo heel wat aanbevelingen van de onderzoekscommissie nog steeds niet heeft uitgevoerd.

De indieners willen daarom met dit wetsvoorstel de uitvoering van drie van de honderdennegen aanbevelingen concretiseren en versnellen.

De drie aanbevelingen gaan over de rol van de tussenpersonen in het opzetten van frauduleuze constructies met de bedoeling belastingen te ontduiken.

Uit de hoorzittingen in de « onderzoekscommissie Nollet-Van Hecke » is immers gebleken dat, bij frauduleuze constructies, de rol van belastingconsulenten, notarissen en banken er al te vaak in bestaat geldverduistering te verdoezelen.

Sommige banken die in een dergelijke constructie waren gestapt, werden niet vervolgd.

Zonder de betrokkenheid en, soms, de impuls van deze financiėle tussenpersonen (banken, notarissen, enz.) zou de fiscale fraude niet kunnen plaatsvinden.

Met dit wetsvoorstel willen de indieners de aanbevelingen nrs. 49, 50 en 51 van de onderzoekscommissie « grote-fiscalefraudedossiers » concreet gestalte geven.

Die aanbevelingen luiden als volgt :

« 49. Een strafverzwaring invoeren voor financiėle en fiscale consultants die een rol spelen in de fiscale fraude namelijk door frauduleuze constructies te bedenken.

50. Voorzien in specifieke niet-facultatieve straffen voor de belastingadviseurs (artikel 455 WIB92) die hun cliėnten frauduleuze constructies aanraden (verzwarende omstandigheden, nieuwe vormen van strafbare feiten, sancties, enz.).

51. Voorzien in administratieve sancties voor de belastingadviseurs en andere mededaders en medeplichtigen indien de dossiers administratief worden behandeld in het kader van de una via-procedure. » (stuk Kamer, nr. 52-0034/004)

In de heersende crisis kunnen de regeringen immers niet langer de ogen sluiten voor dergelijk misbruiken, die al veel te lang worden gedoogd. Het is nu zaak schoon schip te maken met de drie voormelde domeinen, waarin het bankgeheim, de fiscale straffeloosheid en het financieel avonturisme momenteel de toon voeren.

Dat de regering zo talmt met de concretisering van die aanbevelingen, wijst op de macht van de antibelastinglobby's. Er is nog heel wat werk voor de boeg, als men bedenkt dat de Belgische Staat in een aantal spraakmakende processen (zoals de zaak-KB-Lux) aan het kortste eind heeft getrokken, dat Belgische, met overheidsgeld gesteunde banken via offshorevennootschappen actief zijn in belastingparadijzen (Europees parlementslid Philippe Lamberts heeft duizend zeshonderd van dergelijke offshorevennootschappen geļdentificeerd), dat voortdurend campagnes worden georganiseerd om geld van dubieuze oorsprong te regulariseren, dat in strafzaken voortaan een minnelijke schikking mogelijk is (zelfs in geval van bijzonder zware fraude), alsook dat voor de strijd tegen de fiscale fraude onvoldoende personele en juridische middelen worden verschaft. Zolang aan die symptomen niets wordt gedaan, blijft het wachten op een écht doeltreffende regeling die ervoor kan zorgen dat de burger weer vertrouwen krijgt in de werking van onze belastingdiensten en dat het fraudegeld opnieuw in de reėle economie kan worden gepompt.

Dit wetsvoorstel is er dus op gericht het doelbewust opzetten van frauduleuze fiscale constructies strafbaar te maken.

Er is immers een heuse industrie ontstaan in het opzetten van frauduleuze constructies. Dat bleek op 5 april 2013 nog uit de onthulling van een lijst van honderdtwintig duizend namen van mensen met rekeningen in belastingparadijzen, de zogenaamde « offshore leaks ». Maar liefst honderdentien Belgische bedrijven zijn verbonden aan firma's op de Kaaimaneilanden en de Britse Maagdeneilanden.

De internationale fiscale fraude is een regelrechte kwaal die, in een almaar meer gedereguleerde wereld, steeds wilder om zich heen grijpt. De belastingparadijzen bieden de vluchthaven bij uitstek om fraudemechanismen op te zetten of aan belastingontwijking te doen. De belastingparadijzen zijn als het ware de « zwarte gaten » van het financiėle universum : ze verarmen de Staten — te beginnen met de armste landen, die de inkomsten uit de exploitatie van hun grondstoffen zien wegvloeien.

Vandaag zou zowat 11 000 miljard dollar aan activa in belastingparadijzen zijn ondergebracht; voorts zouden 2,5 miljoen brievenbusmaatschappijen zich er hebben gevestigd : het gaat bij wijze van spreken om no-go-areas, die bekend staan om witwaspraktijken en die ontegensprekelijk mee verantwoordelijk zijn voor het ontstaan en het verder uitdijen van de financiėle crisis.

De offshorecentra leiden de mondiale spaartegoeden af, ontnemen kapitaal aan de Staten en aan de reėle economie, en bieden multinationals een uitweg om te ontsnappen aan welke belastingheffing ook. Om maar één voorbeeld te geven : de Kaaimaneilanden bekleden wereldwijd de vijfde plaats in de ranglijst van financiėle draaischijven, met 80 % van de mondiale investeringsfondsen. Die fondsen kunnen, zonder zich te bekommeren om regulering of om controle-instanties, investeren in toxische financiėle producten en op die manier het hele internationale financiėle bestel uit balans brengen.

De impact van die grootschalige fraude op de Belgische openbare financiėn bedraagt jaarlijks miljarden euro's; dat blijkt althans uit wetenschappelijke evaluaties die met name het DULBEA in 2010 uitvoerde (1) .

De fraudeurs zijn veel meer terug te vinden in de hoogste inkomenscategorieėn (de multinationals en de meest gefortuneerde privépersonen) dan onder de ambachtlieden, de kmo's, de ambtenaren, de werknemers en de sociale-steuntrekkers. Door hun inciviek gedrag verhogen zij de druk op de meerderheid van de bevolking, die eerlijk en op geregelde tijdstippen bijdraagt tot de functionering van de samenleving (sociale zekerheid, collectieve dienstverlening, veiligheid, onderwijs, mobiliteit, enz.).

Die situatie moet ophouden. De duizend zeshonderd bekende offshorefilialen van banken met Belgisch kapitaal moeten onverwijld worden gesloten. De strijd tegen de fraude en de fraudeurs moet genadeloos worden gevoerd.

Dat is overigens ook wat de OESO en het IMF bepleiten, zonder dat zij echter de daad bij het woord voegen. De indieners wensen dat alle internationale instanties, te beginnen met de Europese Unie, in de nabije toekomst alle nodige maatregelen treffen om een einde te maken aan de immorele en gevaarlijke praktijken die in belastingparadijzen mogelijk zijn. Belgiė mag in die strijd voor meer fiscale rechtvaardigheid niet achterblijven.

Verandering is nochtans niet moeilijk : het voorbeeld van de Verenigde Staten (VS) maakt duidelijk dat nog heel wat pistes openliggen. Met de introductie van een Tax Haven Abuse Act willen de VS een einde maken aan belastingloopholes via fiscale paradijzen en de straffeloosheid van inkomsten uit fiscale paradijzen.

In Belgiė lopen momenteel enkel — en in het beste geval — de bedrijven of personen die minder belastingen betaalden door frauduleuze constructies, het risico te worden gestraft. Degenen die deze constructies opzetten en zelfs promoten blijven buiten schot. De indieners willen dat met dit wetsvoorstel veranderen.

Daarom strekt dit wetsvoorstel ertoe zowel administratief als strafrechtelijk te voorzien in sancties ten aanzien van de financiėle tussenpersonen en de belastingconsulenten die, in de uitoefening van hun taak, medeplichtig zijn aan frauduleuze fiscale constructies of die dergelijke constructies zouden hebben aangeraden.

Zij riskeren geldboeten en een gevangenisstraf van dezelfde omvang als de boeten en gevangenisstraffen die op de fraudeur zelf van toepassing zijn. Die sancties kunnen gepaard gaan met een tijdelijk verbod om het beroep van financieel tussenpersoon of belastingconsulent uit te oefenen.

De beroepsbeoefenaar kan eveneens, samen met zijn cliėnt, hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld, wat inhoudt dat hij mee de ontdoken belastingen moet terugbetalen. Bij een dergelijk vonnis zal de belastingadministratie de mogelijkheid hebben een en ander op te leggen aan de snelst solvabele partij, ook als het om de tussenpersoon of de consulent gaat, veeleer dan om de fraudeur zelf.

Uiteraard heeft de invoering van dit pakket wetsbepalingen tot doel de tussenpersonen ervan te weerhouden tot dergelijke constructies bij te dragen. Tegelijk worden aldus de fiscale praktijken in ons land sneller gesaneerd.

TOELICHTING BIJ DE ARTIKELEN

Artikel 2

Dit artikel strekt ertoe de financiėle tussenpersonen en de belastingconsulenten die medeplichtig zijn aan een frauduleuze fiscale constructie, administratief een financiėle sanctie te kunnen opleggen. Die administratieve sanctie is van toepassing indien de dossiers administratief worden behandeld, in het kader van de una via-procedure. Die sanctie is van dezelfde orde als die welke voor de fraudepleger geldt.

Het woord « medeplichtige » wordt omschreven in artikel 67 van het Strafwetboek.

Artikel 3

Dit artikel strekt ertoe de financiėle tussenpersonen en de belastingconsulenten die medeplichtig zijn aan een frauduleuze fiscale constructie, strafrechtelijk een financiėle sanctie te kunnen opleggen. Die sanctie is van dezelfde orde als die welke voor de fraudepleger geldt.

Artikel 4

Dit artikel strekt ertoe de in artikel 455, § 1, vervatte strafrechtelijke procedure te wijzigen, door te voorzien in specifieke niet-facultatieve straffen (zoals nu het geval is) voor de financiėle tussenpersonen en de belastingconsulenten die medeplichtig zijn aan een frauduleuze fiscale constructie.

Het is de bedoeling de beroepsbeoefenaars die medeplichtig zijn aan een dergelijke constructie, te veroordelen tot een beroepsuitoefeningsverbod van drie maanden tot vijf jaar. Zoals dat al het geval is, kan dat verbod gepaard gaan met een sluiting, voor een duur van drie maanden tot vijf jaar, van de vestigingen van de vennootschap waarvan de veroordeelde bestuurder of werknemer is. Het gaat in zekere zin om een tijdelijk verbod een beroep van financieel tussenpersoon uit te oefenen.

Dit artikel beoogt ook een solidariteitsclausule (of anders gezegd een medeaansprakelijkheidsclausule) in te stellen voor een financieel tussenpersoon of een belastingconsulent die medeplichtig zou zijn aan een frauduleuze fiscale constructie. In dat geval kan hij, hoofdelijk met de fraudepleger, worden verplicht de ontdoken belastingen te betalen, in voorkomend geval met inbegrip van de belastingverhoging. Die sanctie zal alleen worden opgelegd als tastbare bewijzen bestaan van de prominente rol die de beroepsbeoefenaar in de bewuste fraude heeft gespeeld.

Benoit HELLINGS.
Freya PIRYNS.
Cécile THIBAUT.
Zakia KHATTABI.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 445 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het laatst gewijzigd bij de wet van 20 september 2012, waarvan de huidige tekst § 1 wordt, wordt aangevuld met een § 2, luidende :

« § 2. De door de gewestelijk directeur gemachtigde ambtenaar kan aan ongeacht welke beoefenaar van een van de in artikel 455, § 1, genoemde beroepen, die medeplichtig is in de zin van artikel 67 van het Strafwetboek, aan een overtreding van de bepalingen van dit Wetboek en van de ter uitvoering ervan vastgestelde besluiten, een administratieve sanctie opleggen van 50 euro tot 1 250 euro.

Die administratieve sanctie wordt vastgesteld en ingevorderd overeenkomstig de toepasselijke regels inzake de personenbelasting of de vennootschapsbelasting, naargelang de rechtsvorm waaronder de beoefenaar zijn beroep uitoefent. »

Art. 3

Artikel 449 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 september 2012, waarvan de huidige tekst § 1 wordt, wordt aangevuld met een § 2, luidende :

« § 2. Onverminderd de in artikel 445, § 2, bedoelde administratieve sancties, wordt de beoefenaar van een van de in artikel 455, § 1, genoemde beroepen, die met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden, medeplichtig is aan ongeacht welke overtreding van de bepalingen van dit Wetboek en van de ter uitvoering ervan vastgestelde besluiten, gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot twee jaar en geldboete van 250 euro tot 125 000 euro of met een van die straffen alleen. »

Art. 4

In artikel 455 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1. in de inleidende zin van § 1, eerste lid, wordt het woord « Wanneer » opgeheven;

2. in § 1, eerste lid, 5ŗ, worden de woorden « wordt veroordeeld wegens een van de misdrijven bedoeld in de artikelen 449 tot 453, kan het vonnis hem verbod opleggen » vervangen door de woorden « die pleger is van of medeplichtig is aan een van de misdrijven bedoeld in de artikelen 449 tot 453, krijgt het verbod opgelegd »;

3. dit artikel wordt aangevuld met een § 3, luidende :

« § 3. De beoefenaar van een van de in artikel 455, § 1, genoemde beroepen, die, met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden, medeplichtig is aan ongeacht welke overtreding van de bepalingen van dit Wetboek en van de ter uitvoering ervan vastgestelde besluiten, kan hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de door zijn cliėnt ontweken belastingen, in voorkomend geval met inbegrip van de belastingverhoging. »

23 mei 2013.

Benoit HELLINGS.
Freya PIRYNS.
Cécile THIBAUT.
Zakia KHATTABI.

(1) Estimation de la fraude fiscale en Belgique, mei 2010, http://dev.ulb.ac.be/dulbea/documents/1462.pdf