5-2032/1 | 5-2032/1 |
15 APRIL 2013
Naar schatting 1,3 miljard ton voedingsmiddelen gaat verloren of wordt verspild, dat wil zeggen een derde van de jaarlijkse productie wereldwijd. Dat blijkt uit een onderzoek van het Zweedse instituut voor voeding en biotechnologie in 2011 dat op vraag van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) werd uitgevoerd.
Op Europees niveau kan dezelfde vaststelling worden gedaan. Dat heeft het Europees Parlement ertoe aangezet om op 19 januari 2012 een resolutie goed te keuren waarin het de Commissie verzoekt de voedselverspilling te halveren, die op ongeveer 89 miljoen ton wordt geraamd, ofwel 179 kilo per hoofd van de bevolking van de Europese Unie. De uitdaging is groot want de Europese Commissie gaat ervan uit dat, bij ongewijzigd beleid, de totale voedselverspilling tegen 2020 met 40 % zal stijgen.
Nog volgens de Europese Commissie hebben in heel de Europese Unie in 2012 18 miljoen mensen voedselhulp gekregen. In België hebben meer dan 120 000 mensen een beroep gedaan op de grote verenigingen die voedselhulp verstrekken.
Aldus werd meer dan 17 000 ton voor consumptie geschikte voedingsmiddelen niet naar andere distributiekanalen versluisd (zoals de energieproductie) of werden ze gewoonweg vernietigd.
Momenteel worden veel onverkochte artikelen, ongeacht of het al dan niet voedingsmiddelen zijn, vernietigd omdat de verkoper dan geen belasting op de toegevoegde waarde (btw) hoeft te betalen. Als die onverkochte artikelen worden geschonken, wordt die transactie inderdaad gelijkgesteld met een verkoop en is er dus btw verschuldigd.
Voor sommige giften geldt echter al een speciale fiscale regeling. Artikel 42, § 3, 10, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde voorziet in een vrijstelling voor de levering van goederen bestemd voor erkende organisaties die deze goederen uitvoeren uit de Europese Unie in het kader van hun menslievend, liefdadig of opvoedkundig werk.
De Europese richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 bepaalt de regels inzake btw en een nieuwe vrijstelling zou dan ook een wijziging van die richtlijn vereisen. Dit wetsvoorstel strekt er evenwel niet toe een nieuwe vrijstelling in het leven te roepen, maar het toepassingsgebied van een bestaande bepaling te verruimen.
In Frankrijk werd de btw-vrijstelling voor giften die voor de export bestemd zijn bij een beslissing van 4 januari 1984 uitgebreid tot de op het nationale grondgebied gedane giften.
Op basis van wat er reeds in Frankrijk wordt gedaan, beoogt dit wetsvoorstel giften aan te moedigen door de vrijstelling van btw voor de voor de uitvoer bestemde goederen uit te breiden tot alle giften in natura die bestemd zijn voor instellingen die oorlogsslachtoffers, mindervaliden, bejaarden, beschermde minderjarigen of behoeftigen bijstaan. Voor die instellingen geldt al een procedure van erkenning door de minister van Financiën, krachtens artikel 145/33 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, dat voorziet in belastingverminderingen voor giften.
Bedoeling is de vigerende wetgeving, die aanspoort tot vernietiging van de voorraden, bij te sturen. Onverkochte voorraden zijn evenwel niet beperkt tot voedingsmiddelen en daarom slaat dit wetsvoorstel op alle giften, ongeacht of het al dan niet om voedingsmiddelen gaat.
Die maatregel geldt daarentegen niet voor alcoholhoudende producten.
Voedingsmiddelen die de omzendbrief van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen van 4 december 2012 niet in acht nemen met betrekking tot de interpretatie van houdbaarheidsdata bij de verdeling van levensmiddelen door voedselbanken en charitatieve instellingen en de normen inzake voedselveiligheid, zijn eveneens uitgesloten van het toepassingsgebied van dit wetsvoorstel.
Dit wetsvoorstel is een aanvulling op wetsvoorstel 5-2009/1 — 2012/2013 dat meer specifiek tot doel heeft giften van voedingsmiddelen te bevorderen door een belastingverlaging.
Vanessa MATZ. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 42, § 3, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde wordt aangevuld met een punt 10bis, luidende :
« 10bis de giften in natura aan instellingen die de oorlogsslachtoffers, de mindervaliden, de bejaarden, de beschermde minderjarigen of de behoeftigen bijstaan en die erkend zijn door de minister van Financiën of aan gelijkwaardige instellingen uit een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte die op een vergelijkbare wijze zijn erkend.
De vrijstelling is niet van toepassing op alcohol en op de alcoholhoudende dranken bedoeld in de wet van 7 januari 1998 betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken.
Voor elke gift wordt een afgiftebon in twee exemplaren opgemaakt die door de beide partijen wordt ondertekend. De minister van Financiën kan de voor die bon geldende vormvereisten nader bepalen. »
Art. 3
Deze wet is van toepassing met ingang van het aanslagjaar 2014.
12 maart 2013.
Vanessa MATZ. |