5-1972/1

5-1972/1

Belgische Senaat

ZITTING 2012-2013

20 FEBRUARI 2013


Wetsvoorstel betreffende het discreet bevallen

(Ingediend door mevrouw Vanessa Matz c.s.)


TOELICHTING


1. INLEIDING

De indieners van het wetsvoorstel maken een onderscheid tussen :

— enerzijds anoniem bevallen (in het Frans ook accouchement « sous X »), wat gedefinieerd wordt als de bevalling waarvoor de wet de vrouw toestaat dat ze haar identiteit aan niemand bekendmaakt : noch aan de zorginstelling waar ze zal bevallen, noch aan de personen die haar zullen bijstaan of verzorgen, noch aan de ambtenaar van de burgerlijke stand bij wie van de geboorteaangifte wordt gedaan. In die omstandigheid zal het kind nooit toegang krijgen tot de gegevens van zijn biologische ouders;

— anderzijds discreet bevallen, wat gedefinieerd wordt als het bevallen van een kind zonder dat dit openbaar wordt gemaakt : de identiteit van de moeder en de bevalling zelf kunnen verzwegen blijven, maar de gegevens van de moeder (en van de vader, indien ze beschikbaar zijn) moeten bewaard worden door de rechtbank bevoegd voor afstamming en zijn alleen voor het kind en onder bepaalde voorwaarden toegankelijk.

Momenteel zijn anoniem en discreet bevallen in België verboden, aangezien de naam van de moeder vermeld moet worden in de geboorteakte van het kind.

Er zijn echter vrouwen die zich met een ernstige noodsituatie geconfronteerd zien en die wensen dat hun identiteit en hun bevalling zelf geheim worden gehouden. Om dat te bereiken hebben ze geen andere keuze dan clandestien te bevallen en hun kind achter te laten — wat het leven van het kind in gevaar brengt, maar ook de gezondheid van de moeder — of naar het buitenland te gaan om anoniem te bevallen.

Het wetsvoorstel strekt om tot een oplossing te komen waardoor zowel de moeder als het kind worden beschermd, met de mogelijkheid voor de moeder om discreet te bevallen, terwijl het voor het kind mogelijk blijft in goede omstandigheden geboren te worden en zijn wortels terug te vinden.

De indieners van het wetsvoorstel verwerpen dus de anonieme bevalling, omdat dat mechanisme de bekendmaking van de naam van de moeder onmogelijk maakt, aangezien de gegevens daarover niet werden ingezameld. Dat systeem, dat in Frankrijk bestaat, wordt al jarenlang op losse schroeven gezet door verenigingen van kinderen geboren uit een anonieme bevalling. De indieners van het voorstel zijn veeleer voorstander van de discrete bevalling, waarbij de gegevens over de moeder (en eventueel over de vader) bewaard worden en geheim blijven, maar onder bepaalde voorwaarden toegankelijk zijn voor het kind.

2. DOELSTELLINGEN VAN DIT WETSVOORSTEL

Discreet bevallen is een formule die het mogelijk maakt een evenwicht te verzekeren tussen de rechten en belangen van de betrokkenen :

— het recht van de vrouw, die zich vaak in een lichamelijke, psychische of economische noodsituatie bevindt, om te worden gehoord en begeleid en haar privacy geëerbiedigd te zien.

Dankzij de discrete bevalling kan de vrouw in goede omstandigheden bevallen, vooral op medisch gebied, en een degelijke begeleiding genieten, met onder andere informatie over de keuzemogelijkheden rond de zwangerschap, de hulp die ze kan krijgen, zodat ze alle mogelijke alternatieven kan overwegen en een gedegen keuze kan maken;

— het recht van het kind om in goede omstandigheden geboren te worden, te leven en opgevoed te worden, alsook het recht om toegang te hebben tot zijn afkomst.

Dankzij de discrete bevalling kan het kind in goede medische omstandigheden geboren worden. Tevens biedt ze het kind de mogelijkheid de identiteit van zijn biologische ouders te kennen, wat een essentieel gegeven is in de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid, maar tevens de geneeskundige en genetische gegevens te kennen die belangrijk kunnen zijn in de ontwikkeling van zijn gezondheid;

— het recht van de biologische vader erkend te worden als vader van het kind, via een procedure van erkenning van vaderschap.

Ook al zal de biologische vader in de meeste gevallen niet bij de bevalling aanwezig zijn of er geen weet van hebben, het is mogelijk dat hij in bepaalde gevallen een band van afstamming met zijn kind tot stand wil brengen. Het is dan essentieel dat die wil van de vader de wil van de vrouw om discreet te bevallen niet in het gedrang brengt. De biologische vader kan dus een afstammingsband tot stand brengen via de procedure van erkenning, maar hij kan zich niet tegen de discrete bevalling verzetten.

Het goedkeuren van wetgeving betreffende discreet bevallen heeft tot doel preventie- en voorlichtingsmaatregelen uit te werken, ter ondersteuning van discreet bevallen en niet die praktijk aan te moedigen. Volgens het advies van de Conseil supérieur de l'adoption (COSA) — Franse Gemeenschap) (1) , is er in België sprake van « een toename van de ongewenste zwangerschappen bij minderjarigen. De anonieme bevallingen, in Frankrijk, of de clandestiene bevallingen in België, zouden meestal het resultaat zijn van het ontbreken van contraceptie of van een verkeerd gebruik van contraceptie. Slechts uitzonderlijk zouden ze voortvloeien uit een bewuste kinderwens, ondanks de risico's. De wetgevende macht en de regering moeten preventie en voorlichting effectief bevorderen, om te voorkomen dat men als ultieme oplossing zijn toevlucht neemt tot discreet of anoniem bevallen ». Bij discreet bevallen moet men zorgen voor begeleiding en bijstand van de vrouw en het kind, zowel bij de geboorte als op het moment waarop het kind naar zijn afkomst vraagt.

De indieners achten het essentieel dat de klemtoon wordt gelegd op preventie en op ondersteuning van de moeders in nood. Daartoe moet, zodra een vrouw te kennen geeft dat ze discreet wil bevallen, systematisch aangepaste en kosteloze hulp van een pluridisciplinair team worden geboden.

De vrouw die discreet wenst te bevallen kan zich tot de sociale diensten wenden, die de betrokkene zullen voorlichten over wat ze moet doen en haar zullen bijstaan. De ziekenhuisteams die dergelijke bevalling begeleiden, kunnen zich bij die situatie ongemakkelijk voelen. Het is dus essentieel dat die teams een aangepaste vorming krijgen om de vrouw in nood met haar verzoek zo goed mogelijk op te vangen. Het is essentieel dat die teams een beroep kunnen doen op mensen die gespecialiseerd zijn in de begeleiding van die vrouwen.

3. MAATREGELEN WAARIN HET WETSVOORSTEL VOORZIET

Mogelijkheid om discreet te bevallen

Het voorstel schept de mogelijkheid voor elke vrouw om discreet te bevallen.

Na de bevalling krijgt de biologische moeder een bedenktijd van twee maanden, waarin ze haar beslissing kan herroepen en een afstammingsband met het kind tot stand kan brengen. Het kan immers gebeuren dat de voornemens, wensen en wil van een vrouw voor haar bevalling niet noodzakelijk overeenkomen met wat ze denkt en verlangt nadat ze haar kind gebaard heeft. In die periode moet de status van het kind worden vastgelegd.

Wanneer de biologische moeder haar beslissing niet herroepen heeft, komt het kind in aanmerking voor adoptie. De adoptieprocedure zal op discrete wijze geregeld worden door het parket en door de voor de betreffende adoptie erkende instelling. Ze zullen in nauwe samenwerking handelen.

De indieners van het voorstel bepalen dat het feit dat ze discreet bevalt en niet op haar beslissing terugkomt, een vermoedelijke en definitieve instemming van de biologische moeder met de adoptie van het kind betekent. Wanneer de moeder haar beslissing herroept zal de afstamming — minstens aan moederskant — worden vastgesteld en zal de geboorteakte worden vervangen. Gedurende die twee maanden en tot een adoptie plaatsvindt, moet het kind evenwel als Belg worden beschouwd en moet het alle sociale bescherming genieten.

Rechten van de biologische vader

De rechten van de biologische vader mogen niet worden tenietgedaan door de beslissing van de biologische moeder om discreet te bevallen. Men moet echter ook voorkomen dat het verlangen van de biologische vader om het wettelijk vaderschap op zich te nemen de beslissing van de moeder inzake de confidentialiteit van de bevalling verhindert.

De indieners plannen dus een systeem waarin de biologische vader een verzoek tot erkenning van de afstammingsband ten opzichte van het kind kan indienen via het mechanisme van de erkenning van het vaderschap, maar hij zal geen verzet kunnen aantekenen tegen de beslissing van de moeder om discreet te bevallen.

Die erkenning zal moeten plaatsvinden binnen een termijn van twee maanden na de geboorte van het kind.

Register en rol van de rechtbank van eerste aanleg

De gegevens over de bevalling worden in een register bewaard en zijn beveiligd. Die gegevens behelzen de geboorte van het kind, de identificatiegegevens van de moeder en eventueel van de vader, alsook andere gegevens (met minstens de vereiste gegevens voor de follow-up van de gezondheid, over de medische antecedenten van het kind en zijn familie), alsook elk gegeven over de moeder of eventueel over de vader dat nuttig wordt geacht om aan het kind te worden meegedeeld.

Het register wordt bij de rechtbank van eerste aanleg bijgehouden. Die heeft als opdracht de gegevens over de biologische moeder (en eventueel de vader) te bewaren en staat borg voor de vertrouwelijkheid van die gegevens. Zodra ze wordt opgericht, wordt de familierechtbank voor die materie bevoegd.

De centrale autoriteit voor adoptie heeft tot taak :

— de vrouwen die overwegen discreet te bevallen, de vrouwen die in het verleden discreet bevallen zijn en de kinderen die geboren zijn uit een dergelijke bevalling en die om psychologische hulp verzoeken, (informatief, psychologisch, juridisch, ...) te begeleiden;

— een ruimte te bieden voor bemiddeling aan wie op zoek is naar zijn afkomst;

— de verzoeken tot toegang van kinderen van moeders die discreet bevallen zijn, te behandelen.

Toegang voor het kind tot de gegevens van zijn biologische ouders

Een regeling rond discreet bevallen is slechts aanvaardbaar op voorwaarde dat, niet alleen in de wet maar ook feitelijk, de reële mogelijkheid voor het kind wordt geschapen om op een bepaald ogenblik toegang te krijgen tot de geschiedenis van zijn geboorte.

De indieners van het voorstel verwerpen elke regeling van een zogezegde anonieme bevalling die de toegang van het kind tot de gegevens over zijn geboorte afhankelijk maakt van de toestemming van de biologische moeder.

Het recht van het kind om zijn afkomst te kennen wordt gewaarborgd door de volgende internationale verdragen :

— artikel 9 van de Resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 3 december 1986 inzake sociale en juridische beginselen betreffende de bescherming en het welzijn van kinderen, in het bijzonder met betrekking tot plaatsing in een pleeggezin en adoptie, zowel nationaal als internationaal, en de artikelen 7,1 en 8 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind dat op 20 november 1989 in New York gesloten werd en dat door België krachtens de wet van 25 november 1991 werd goedgekeurd (2) ;

— artikel 8 Van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, op 4 november 1950 in Rome ondertekend en goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1955 (3) ;

— artikel 8, punt 10 van het Europees Handvest van de rechten van het kind (4) ;

— artikel 30 van het Verdrag van Den Haag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie, op 29 mei 1993 in Den Haag ondertekend en goedgekeurd bij de Belgische wet van 24 juni 1994 (5) .

Psychologisch en voor zijn identiteit « heeft de mens er weliswaar behoefte aan te weten waar hij naartoe gaat, maar is het vooral noodzakelijk dat hij weet wie hij is, waar hij vandaan komt en met wie hij verbonden is. Zonder de basisparameter die zijn verleden is, kan hij onmogelijk een zelfbeeld, een identiteit vormen. En om die identiteit te verankeren heeft hij er behoefte aan deel uit te maken van een geschiedenis die zijn bestaan « uitlegt ». Het gaat om een behoefte die zowel biologisch, psychisch als sociaal is » (vertaling) (6) .

De deskundigen zijn hierover eensluidend : « Het geheim van de geboorte van de kinderen uit een anonieme bevalling is een ware marteling voor hen : de anonieme geboorte maakte elke informatie onmogelijk en klinkt als een echte veroordeling » (vertaling) (7) .

Philippe Béague, voorzitter van de Fondation Dolto, wordt in het advies van de CODE (Coordination des ONG pour les droits de l'enfant) geciteerd : « Het recht om zijn afkomst te kennen is dus zonder meer wezenlijk voor de mens. Het is een essentieel, vitaal gegeven. Indien men niet toestaat dat een individu weet wie zijn biologische ouders waren en/of van wie hij bij de geboorte afhankelijk was, amputeert men het symbolisch » (vertaling) (8) .

In de praktijk blijkt uit de ervaring van de erkende adoptie-instellingen van de Franse Gemeenschap dat « wanneer men er na een aantal jaren in slaagt de moeders terug te vinden, ze in een eerste reactie elk contact weigeren. Maar wanneer men erin slaagt hen regelmatig te ontmoeten en een dialoog met hen aan te gaan, dan gaan ze na enige tijd vaak overstag en zijn ze zelfs opgelucht. Om dat resultaat te bereiken, is het noodzakelijk dat die vrouwen door professionals begeleid worden » (9) .

De mogelijkheid voor het kind om zijn afkomst te kennen moet soepel zijn en aanpasbaar aan elke specifieke situatie : het recht om zijn afkomst te kennen kan gewoonweg betekenen dat het kind toegang heeft tot informatie over zijn biologische ouders en hoeft niet altijd te betekenen dat er een lijfelijke ontmoeting komt tussen het kind en zijn biologische vader en/of moeder.

De indieners zijn voorstander van een systeem waarin een kind van een moeder die discreet bevallen is, toegang kan krijgen tot de informatie over zijn biologische afkomst, met daarbij de identiteit van zijn moeder (en indien mogelijk van zijn vader) wanneer het de leeftijd van twaalf jaar bereikt heeft. Het kind deelt zijn verzoek om toegang te krijgen tot de gegevens over zijn geboorte mee aan de centrale autoriteiten inzake adoptie, die de biologische ouders binnen vijftien dagen kennis geven van het verzoek van het kind. De instemming van de biologische ouders is niet vereist, maar zij worden geïnformeerd over het verzoek van het kind om toegang te krijgen tot de gegevens. Vanaf de kennisgeving van het verzoek hebben ze binnen een termijn van een maand de mogelijkheid om zich bij de rechtbank van eerste aanleg te verzetten tegen de bekendmaking van de informatie inzake hun identiteit. In dat geval zal de rechter een uitspraak doen op grond van de belangen van partijen en bepalen of er gegevens aan het kind worden meegedeeld en zo ja, welke. Zodra de termijn van een maand voorbij is, kan de centrale autoriteit voor adoptie de informatie aan het kind meedelen.

Zowel het kind als de ouders moeten worden begeleid door een pluridisciplinair team wanneer bij de bevoegde autoriteit een verzoek om toegang tot de informatie wordt ingediend en gedurende de hele voortgang van de procedure.

De toegang van het kind tot de informatie over zijn geboorte mag niet afhankelijk zijn van de instemming van zijn wettelijke vertegenwoordigers. Het zoeken naar zijn afkomst is een persoonlijk initiatief dat de jongere zelf moet kunnen nemen.

De gegevens kunnen ook aan het kind worden meegedeeld na het overlijden van de biologische moeder en eventueel van de vader.

De autoriteit garandeert de toegang tot de informatie door voor aangepaste begeleiding te zorgen.

Geneeskundige kosten in verband met de bevalling en sociale zekerheid voor het kind

Het wetsvoorstel voorziet erin dat de Koning de nadere regels bepaalt voor de terugbetaling aan de zorginstelling van de verstrekkingen die verband houden met discreet bevallen en voor de verstrekkingen voor de verzorging van het kind dat zo geboren werd, zolang de wetgeving inzake de ziekte- en invaliditeitsverzekering het geen recht opent.

Het kind moet volledige sociale bescherming genieten in de periode waarin het wacht op adoptie of op de herroeping van de beslissing van zijn moeder.

COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN

Artikel 2

Dit artikel schept voor iedere vrouw de mogelijkheid om discreet te bevallen. Het bepaalt dat de naam, voornamen en woonplaats van de moeder en in voorkomend geval van de vader niet vermeld worden in de geboorteakte wanneer de moeder beslist om discreet te bevallen.

Dit artikel geeft de vrouw ook de mogelijkheid om binnen twee maanden na de bevalling op deze beslissing terug te komen. In dit geval maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand een nieuwe geboorteakte op.

Artikel 3

Dit artikel bevat de bepalingen betreffende de mededeling van de beslissing van de moeder om discreet te bevallen aan de centrale autoriteit voor adoptie, de kennisgeving van de bevalling aan de centrale autoriteit voor adoptie en aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, en de geboorteaangifte van het kind in geval van discrete bevalling.

Artikel 4

Dit artikel bepaalt welke gegevens moeten worden opgenomen in het register van de discrete bevallingen. Het bepaalt ook dat de overheid die de toegang tot deze gegevens waarborgt in gepaste regelgeving voorziet. Het artikel stelt de voorwaarden vast waaronder het discreet geboren kind toegang kan krijgen tot deze gegevens. Het bepaalt ook dat de door de rechtbank bewaarde gegevens niet voor andere doeleinden mogen worden gebruikt dan die waarvoor zij bewaard zijn.

Artikel 5

Dit artikel bepaalt dat de man die het vaderschap opeist en die vermoedt of weet dat zijn echtgenote of partner zwanger is, een afstammingsband ten opzichte van het kind kan laten vaststellen via een erkenningsprocedure.

Artikel 6

Dit artikel bepaalt dat een erkenning door de moeder niet ontvankelijk is wanneer zij discreet is bevallen en niet binnen twee maanden na de geboorte heeft afgezien van deze beslissing.

Artikel 7

Dit artikel bepaalt dat de vordering tot onderzoek naar het moederschap niet ontvankelijk is wanneer de moeder discreet is bevallen en niet binnen twee maanden na de geboorte heeft afgezien van deze beslissing.

Artikel 8

Dit artikel bepaalt dat de toestemming tot adoptie van de moeder vermoed wordt en definitief is wanneer zij discreet is bevallen en niet binnen twee maanden na de geboorte heeft afgezien van deze beslissing.

Artikel 9

Dit artikel bepaalt dat de Koning de nadere regels vaststelt voor de terugbetaling aan de zorginstelling van de kosten van de discrete bevalling en van de kosten van de opvang van het discreet geboren kind zolang het geen recht geniet krachtens de wetgeving op de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Artikel 10

Dit artikel kent het kind de Belgische nationaliteit toe zolang de moeder binnen twee maanden na de bevalling niet afziet van de discrete bevalling, en in afwachting van een adoptie die zijn Belgische nationaliteit bevestigt of het een andere nationaliteit toekent.

Vanessa MATZ.
Francis DELPÉRÉE.
André du BUS de WARNAFFE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 57bis van het Burgerlijk Wetboek, opgeheven bij de wet van 31 maart 1987, wordt hersteld in de volgende lezing :

« Art. 57bis. § 1. Iedere vrouw kan beslissen om discreet te bevallen. Zij kan binnen twee maanden na de geboorte afzien van deze beslissing.

§ 2. In afwijking van artikel 57 worden de naam, de voornamen en de woonplaats van de moeder en eventueel van de vader niet vermeld in de geboorteakte wanneer de moeder beslist om discreet te bevallen.

§ 3. Indien de moeder binnen twee maanden na de geboorte afziet van haar beslissing om discreet te bevallen, stelt de ambtenaar van de burgerlijke stand een nieuwe geboorteakte op overeenkomstig artikel 57 van het Burgerlijk Wetboek. ».

Art. 3

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 57ter ingevoegd, luidende :

« Art. 57ter. § 1. In het geval van een discrete bevalling in een zorginstelling meldt de directeur van de instelling of zijn afgevaardigde ten laatste één dag na de geboorte de bevalling aan de centrale autoriteit voor adoptie en aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het kind geboren is. In de andere gevallen wordt de bevalling aan de centrale autoriteit voor adoptie en aan de ambtenaar van de burgerlijke stand gemeld door de moeder, de vader, de artsen, de vroedvrouwen, of de andere personen die de bevalling hebben bijgewoond, of door de persoon bij wie de bevalling heeft plaatsgevonden.

§ 2. In geval van discrete bevalling doet de centrale autoriteit voor adoptie aangifte van de geboorte van het kind bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het kind geboren is, zonder de identiteitsgegevens van de biologische ouders te vermelden. De ambtenaar van de burgerlijke stand stelt de geboorteakte op zonder de afstammingsgegevens te vermelden. De aangifte wordt binnen vijftien dagen na de geboorte gedaan. »

Art. 4

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 57quater ingevoegd, luidende :

« Art. 57quater. § 1. De rechtbank van eerste aanleg bewaart in een daartoe aangelegd register de gegevens omtrent de herkomst van het kind waarover zij beschikt.

Dit register bevat :

a) het jaar, de geboortedatum en -plaats, het geslacht, en in voorkomend geval de voornaam van het kind;

b) de naam, de voornamen, de woonplaats, alsook het jaar, de geboortedatum en -plaats van de moeder en in voorkomend geval van de vader;

c) gegevens die niet tot identificatie leiden, met name minstens de gegevens die nodig zijn voor het volgen van de gezondheidstoestand van het kind, en betreffende de medische antecedenten van het kind en zijn familie;

d) ieder gegeven dat de moeder of eventueel de vader nuttig acht om aan het kind mee te delen.

§ 2. De centrale autoriteit voor adoptie waarborgt dat het kind onder aangepaste psychosociale begeleiding toegang krijgt tot deze gegevens, met inachtneming van de volgende voorwaarden :

a) het kind moet de leeftijd van twaalf jaar hebben bereikt;

b) de autoriteit moet de moeder en eventueel de vader, bij ter post aangetekende brief met ontvangstbevestiging op de woonplaats van elk van hen, op de hoogte hebben gebracht van het verzoek van het kind om toegang te krijgen tot de gegevens die het betreffen;

c) de moeder en eventueel de vader kunnen zich verzetten tegen dit verzoek door binnen de maand die volgt op de kennisgeving door de autoriteit een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank van eerste aanleg.

In uitzonderlijke omstandigheden kan de rechter beslissen om het kind geen toegang te geven tot sommige of alle gegevens;

Bij gebreke van verzet binnen één maand na de kennisgeving verstrekt de autoriteit de gegevens aan het kind.

De toegang tot de gegevens blijft gewaarborgd na het overlijden van de biologische moeder, en eventueel van de biologische vader, zonder dat de rechthebbenden zich ertegen kunnen verzetten.

§ 3. De door de rechtbank bewaarde persoonsgegevens kunnen niet voor andere doeleinden worden gebruikt dan die waarvoor zij bewaard zijn. »

Art. 5

Artikel 328 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 31 juli 1987 en gewijzigd bij de wet van 1 juli 2006, wordt aangevuld met een derde lid, luidende :

« De erkenning kan geschieden voor een kind dat geboren is overeenkomstig artikel 57bis, § 1. Het verzoek is ontvankelijk binnen dezelfde termijn als bepaald in artikel 57bis, § 1. »

Art. 6

Artikel 313, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 31 juli 1987 en gewijzigd bij de wet van 1 juli 2006, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :

« De erkenning is evenmin ontvankelijk indien de moeder discreet is bevallen en zij overeenkomstig artikel 57bis binnen twee maanden na de geboorte niet heeft afgezien van deze beslissing. »

Art. 7

In artikel 314 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 31 juli 1987 en gewijzigd bij de wet van 1 juli 2006, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :

« De vordering is evenmin ontvankelijk indien de moeder overeenkomstig artikel 57bis discreet is bevallen. »

Art. 8

Artikel 348-4 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003, wordt aangevuld met een lid, luidende :

« Indien de moeder overeenkomstig artikel 57bis is bevallen en zij binnen twee maanden na de geboorte niet heeft afgezien van deze beslissing, wordt haar toestemming in de adoptie vermoed en definitief. »

Art. 9

De Koning stelt de nadere regels vast voor de terugbetaling aan de zorginstelling van de kosten van de discrete bevalling en van de kosten van de opvang van het discreet geboren kind zolang het geen recht geniet krachtens de wetgeving op de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 10

Artikel 11, § 1, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, laatst gewijzigd bij de wet van 4 december 2012, wordt aangevuld met een 3º, luidende :

« 3º het kind geboren in België overeenkomstig artikel 57bis van het Burgerlijk Wetboek, op voorwaarde dat de moeder binnen twee maanden na de geboorte niet heeft afgezien van haar beslissing, en tot de eventuele toepassing van het 2 van dit artikel of de toekenning van een andere nationaliteit. »

Art. 11

Deze wet treedt in werking de eerste dag van de zesde maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

15 januari 2013.

Vanessa MATZ.
Francis DELPÉRÉE.
André du BUS de WARNAFFE.

(1) Advies van de Conseil supérieur de l'adoption van 24 september 2008; blz. 4.

(2) Resolutie Verenigde Naties : http://www.un.org/french/documents/view_doc.asp ?symbol=A/RES/41/85); Belgische wet 25/11/1991, Belgisch Staatsblad van 17 januari 1992.

(3) Belgisch Staatsblad van 19 augustus 1955.

(4) Resolutie A3_0172/92 van het Europees Parlement van 8 juli 1992, Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, 21 september 1992, C241/67-73.

(5) Belgisch Staatsblad van 6 juni 2005.

(6) Advies van februari 2009 van de CODE, Coordination des ONG pour les droits de l'enfant bij het wetsvoorstel van 21 januari 2009 betreffende de discrete bevalling nr. 4-1138/1 — 2008/2009, blz. 3.

(7) Diane Drory, citaat in het advies van de CODE, op cit., blz. 3.

(8) Op cit., blz.3.

(9) Advies van de Conseil supérieur de l'adoption, op cit., blz. 9.