5-1083/1 | 5-1083/1 |
21 JUNI 2011
I. PROCEDURE
Tijdens haar vergadering van 21 juni 2011 heeft de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging beslist om een voorstel van resolutie op te stellen ter ondersteuning van een taks op financiële transacties.
De voorwaarden waaronder zij van deze bijzondere procedure gebruik kon maken, worden in het artikel 22, 3, van het reglement van de Senaat als volgt omschreven :
« Wanneer de commissies naar aanleiding van een bespreking beslissen dat een wetgevend initiatief nodig is of dat de Senaat zijn standpunt te kennen moeten geven, kunnen ze zelf een voorstel van wet of van resolutie opstellen, het bespreken, erover stemmen en hierover verslag uitbrengen, zonder dat de Senaat het vooraf in overweging neemt.
Deze procedure kan alleen worden aangevat als twee derden van de leden van de commissie zich schriftelijk akkoord verklaren en de voorzitter van de Senaat vooraf zijn toestemming heeft gegeven. In geval van twijfel over de ontvankelijkheid of over de bevoegdheid van de commissie, raadpleegt de voorzitter het bureau. »
Per brief van 15 juni 2011 werd aan de voorzitter van de Senaat toestemming voor deze procedure gevraagd waarna de voorzitter zijn akkoord betuigd heeft.
Tevens hebben ook dertien leden van de commissie zich akkoord verklaard.
II. VOORSTEL VAN RESOLUTIE
Als basis voor de discussie werd de hierna volgende tekst voorgesteld :
A. Gelet op de dramatische gevolgen van de financiële en economische crisis voor de ontwikkeling van de ontwikkelingslanden;
B. gelet op de Senaatsresolutie betreffende de maatregelen die moeten worden genomen om destabiliserende kapitaalstromen te verminderen en om middelen te genereren ter aanwending van ontwikkelingsprojecten (stuk Senaat, nr. 2-574/4) van 2 december 2000;
C. verwijzende naar de wet van 19 november 2004 tot invoering van een heffing op omwisselingen van deviezen, bankbiljetten en munten;
D. gelet op het feit dat een groot aantal Europese landen waaronder België, Frankrijk en Duitsland voorstander zijn van een financiële transactietaks;
E. verwijzende naar de « duizend economen » uit 53 verschillende landen die een brief hebben geschreven naar de ministers van Financiën van de G20 om aan te dringen op een financiële transactietaks in de strijd tegen armoede en klimaatverandering;
F. gelet op het feit dat ons land, samen met zestig andere landen, in een pilootgroep zit die zich engageert voor innovatieve financiering als aanvulling van ontwikkelingshulp;
G. verwijzende naar de verklaringen van Eerste minister Yves Leterme op de laatste Millenniumtop (september 2010) van de Verenigde Naties in New York waar hij pleitte voor een belasting op financiële transacties in de strijd tegen armoede;
H. gelet op de wereldwijde actiedag voor de financiële transactietaks (FTT) op 20 juni 2011 voorafgaand aan de Europese top van staats- en regeringsleiders op 23 en 24 juni 2011;
De Senaat,
1. verleent zijn steun aan het invoeren van een heffing op financiële transacties zoals munttransacties en handel in aandelen, obligaties en afgeleide producten. De heffing moet zorgen voor een stevig pakket extra middelen voor de strijd tegen armoede en klimaatverandering, het aanpakken van wereldwijde gezondheidsuitdagingen en voor de bescherming van publieke diensten en tewerkstelling. De heffing moet er ook komen om de stabiliteit van het wereldwijd financieel systeem te verbeteren;
2. is van oordeel dat, gezien de verantwoordelijkheid van de financiële sector voor een crisis die zowel in ontwikkelde als in ontwikkelingslanden burgers zwaar heeft getroffen, het hoog tijd is dat de sector veel meer gaat bijdragen aan het verbeteren en beschermen van de levensomstandigheden van de mensen;
3. vraagt met aandrang dat regeringen in Europa en alle andere delen van de wereld de nodige stappen zetten om snel de broodnodige en perfect haalbare financiële transactietaks in te voeren. Er worden nu al initiatieven genomen door landen als Frankrijk en Duitsland. Het is dringend nodig dat een groep van landen het voorbeeld geeft en vooruitgang boekt op niveau van de eurozone of de Europese Unie.
III. ALGEMENE BESPREKING
Mevrouw de Bethune legt uit dat het dispositief van de voorliggende tekst werd voorgesteld door het middenveld, te weten Oxfam, ATTAC Vlaanderen, 11.11.11. en CNCD. Momenteel loopt wereldwijd een campagne ter ondersteuning van een taks op de financiële transacties. Ook prof. Kazatchkine, de executive director van The Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria, heeft tijdens zijn uiteenzetting in de Senaatscommissie op 14 juni 2011 onderstreept dat iedereen met belangstelling wacht op het invoeren van deze taks (zie stuk Senaat, nr. 5-1081/1).
De Europese top van staatshoofden en regeringsleiders van 23 en 24 juni 2011 biedt de gelegenheid om minstens op Europees niveau tot een eenvormig standpunt te komen. Het is dan ook aangewezen dat de Senaat haar steun betuigt aan het invoeren van een taks op financiële transacties.
België heeft hierover reeds een wet gestemd, te weten de wet van 19 november 2004 tot invoering van een heffing op omwisselingen van deviezen, bankbiljetten en munten. Het voorwerp van het voorliggend voorstel van resolutie is dus geen pleidooi voor het invoeren van een wettelijke regeling in België, maar wel een oproep opdat de EU de nodige stappen zou zetten om deze taks effectief in werking te doen treden. Tot nu toe werd immers steeds voorgehouden dat de taks er alleen kan komen als hij op wereldschaal wordt ingevoerd. Als klein land kan België hier niet het verschil maken, maar mevrouw de Bethune hoopt dat in vele andere landen en in het Europees parlement dezelfde beweging op gang komt om aldus eensgezind een heffing op financiële transacties in te voeren.
Ten slotte wijst mevrouw de Bethune op de mogelijke opbrengst van een dergelijke financiële transactietaks : zelfs een zeer kleine belasting, bijvoorbeeld van 0,05 % op alle financiële transacties, zou jaarlijks circa 500 miljard euro opbrengen. Gezien de nood aan financiële middelen om alleen maar de millenniumdoelstellingen te realiseren, is een dergelijke taks in feite onontbeerlijk om de armoede in de wereld tegen te gaan.
De Senaat staat in deze niet alleen. Ook onze Eerste minister, de minister van Financiën en andere leden de regering hebben in het kader van het Belgisch EU-voorzitterschap gepleit voor de invoering van een belasting op financiële transacties in de strijd tegen armoede. Frankrijk en Duitsland zijn eveneens voorstander zijn van een financiële transactietaks. In juni 2011 werd trouwens ook in Brazilië door het parlement dezelfde resolutie gestemd.
Mevrouw Arena kan instemmen met de inhoud en doelstellingen van dit voorstel van resolutie, maar vraagt dat er in de tekst geen landen met name zouden worden genoemd en dat er eerder gerefereerd zou worden naar de resolutie van het Europees parlement van 8 maart 2011 over innoverende financiering op mondiaal en Europees vlak.
Verder is mevrouw Arena van oordeel dat de invoering van deze financiële transactietaks niet mag onderworpen zijn aan de voorwaarde dat deze taks op wereldschaal wordt ingevoerd, maar dat Europa zelf een dergelijke taks kan invoeren.
Mevrouw Matz is ook voorstander voor de invoering van een taks op de financiële verrichtingen. Er moet wel eerst een consensus op Europees niveau gevonden worden om de belasting effectief te kunnen invoeren, en daarna kan er geprobeerd worden om dit uit te breiden op wereldvlak.
Wat het toepassingsgebied van de financiële transactietaks betreft, vraagt mevrouw Matz zich wel af of het de bedoeling is dat alle financiële transacties worden geviseerd, zowel handel in aandelen als handel in obligaties, en niet alleen speculatieve transacties.
Mevrouw de Bethune begrijpt deze bezorgdheid, maar wijst er op dat de wet van 19 november 2004 verder gaat dan de reikwijdte van de resolutie, waarvan de modaliteiten later nog gepreciseerd zullen moeten worden in het kader van internationale regelgeving.
Mevrouw Temmerman pleit voor een meer concreet engagement, zoals in feite voorgesteld door mevrouw de Bethune, namelijk een taks van 0,05 % op alle financiële transacties. Eerste minister Leterme had in zijn verklaring in New York slechts melding gemaakt van een taks van 0,01 %.
Mevrouw de Bethune merkt op dat het debat over het bedrag van de taks (0,01 % of 0,05 %) volop aan de gang is, maar vraagt zich af of het strategisch nuttig zou zijn om in dit voorstel van resolutie hierover een beslissing te nemen. Zij pleit voor behoedzaamheid en voor een unaniem signaal over de invoering van de taks.
De heer De Decker verklaart ook voorstander te zijn van een financiële transactietaks.
Aangezien er in de considerans van het voorstel van resolutie melding wordt van de verklaring van de Eerste minister, stelt spreker voor om ook uitdrukkelijk te verwijzen naar de voorafgaande verklaringen van minister van Financiën tijdens verschillende vergaderingen.
Mevrouw Arena merkt op dat de verklaring van de Eerste minister in feite in naam van de hele regering werd afgelegd.
Mevrouw de Bethune heeft geen bezwaar tegen het feit dat alle bevoegde personen die, vanuit hun functie, internationaal gelobbyd hebben voor de invoering van een financiële transactietaks, zouden worden vermeld.
Ook de heer De Bruyn stelt dat de verdiensten van beide ministers zeker mogen vermeld worden, maar het kan ook om alleen te vermelden dat de federale regering het idee heeft verdedigd.
Wat de inhoud van het voorstel zelf betreft, wijst spreker erop dat dit volledig overeenstemt met het standpunt van zijn partij dat een dergelijke transactietaks wel degelijk relevant is omdat ze voldoende financiële middelen genereert om effectief het beleid mee te kunnen sturen. Een belangrijke voorwaarde is wel dat de taks op wereldschaal wordt ingevoerd.
IV. BESPREKING VAN DE CONSIDERANS EN HET DISPOSITIEF
Considerans
Punt D
De dames Arena, de Bethune, Matz, Niessen en Temmerman en de heer De Decker stellen voor punt D als volgt te vervangen : « gelet op de resolutie van het Europees Parlement van 8 maart 2011 over innoverende financiering op mondiaal en Europees niveau; ».
De commissie keurt die tekstwijziging goed met eenparigheid van de 13 aanwezige leden.
Punt Gbis
De heer De Decker stelt voor een punt Gbis in te voegen, luidende : « overwegende dat de taks op financiële transacties een thema is dat in de ECOFIN, voor het Europees Parlement en voor het Ontwikkelingscomité van de Wereldbank en het IMF, in naam van het Belgisch voorzitterschap door de minister van Financiën verdedigd werd; ».
De commissie keurt die tekstwijziging goed met 12 stemmen bij een onthouding.
Dispositief
Punt 1bis
De dames Arena, de Bethune, Matz, Niessen en Temmerman en de heer De Decker stellen voor een punt 1bis in te voegen, luidende : « steunt het instellen van een taks op financiële transacties op Europees niveau zonder als voorwaarde te stellen dat hij wereldwijd wordt toegepast opdat de Europese Unie een voortrekkersrol speelt in de regulering van de financiële sector; ».
De heer De Decker stelt voor de woorden « (of zelfs in de eurozone) » in te voegen tussen de woorden « op Europees niveau » en de woorden « zonder als voorwaarde te stellen dat hij wereldwijd wordt toegepast ». Eigenlijk bepaalt dat het idee van de Europese taks nader.
Het voorstel van tekstwijziging, aldus aangepast, wordt aangenomen met 10 stemmen bij 3 onthoudingen.
De heer De Bruyn heeft twijfels over de effectieve implicatie van de financiële transactietaks zonder de koppeling ervan aan een ruimere internationale toepassing. Spreker betreurt tevens dat de oorspronkelijke consensus over de tekst door dit voorstel van tekstwijziging teniet wordt gedaan.
V. STEMMINGEN
Het voorstel van resolutie, aldus gewijzigd, wordt eenparig aangenomen door de 13 aanwezige leden.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteurs voor het opstellen van dit verslag.
De rapporteurs, | De voorzitter, |
Marie ARENA. Sabine de BETHUNE. | Karl VANLOUWE. |
Tekst aangenomen door de commissie (zie stuk Senaat, nr. 5-1083/2 - 2010/2011).